Vincent Laborderie
‘Dromen van onafhankelijkheid: wat met het lot van Brussel en alle internationale beperkingen?
Wanneer er gepraat wordt over de onafhankelijkheid van Vlaanderen, blijven heel wat obstakels en struikelblokken wellicht niet toevallig buiten beeld, schrijft Vincent Laborderie van B-Plus. Hij is professor Politieke Wetenschappen aan de UCLouvain, en expert in de afscheiding van staten.
Enige weken geleden onthulde Vlaams Belang haar “plan voor Vlaamse onafhankelijkheid”. Of het nu gaat om Vlaamse onafhankelijkheid of confederalisme zoals bepleit wordt door N-VA, de extreemrechtse partij is niet lang niet de enige die in detail heeft uitgewerkt hoe ze verder wil gaan dan het Belgische federalisme. Toch kampen al deze initiatieven met twee ernstige tekortkomingen: ze gaan voorbij aan de rol en de plaats van Brussel en aan de internationale beperkingen die de oprichting van een nieuwe staat met zich meebrengt.
De illusie van onderhandelingen met enkel Wallonië
Onderhandelingen over de afscheiding van Vlaanderen zouden uiterst complex zijn en het zou te omslachtig zijn om hier alle netelige discussiepunten op te lijsten. Laten we ons concentreren op de protagonisten die voor deze onderhandelingen werden voorzien. In de meest radicale voorsellen zijn dat er maar twee: Vlaanderen en Wallonië. Dat gaat echter voorbij aan de realiteit van de aanwezigheid van twee extra spelers, althans bij het begin van de onderhandelingen: België en Brussel.
Laten we bij het meest voor de hand liggende uitgangspunt beginnen: een onderhandeling over de afscheiding van een staat wordt niet gevoerd tussen twee entiteiten van die staat, maar tussen de centrale staat en de entiteit die naar onafhankelijkheid streeft – in dit geval België en Vlaanderen. Nog voor de onderhandelingen beginnen, gaat men van het resultaat van de onderhandelingen uit (het verdwijnen van België). Zelfs al zou dit overeenstemmen met de vaak herhaalde opvatting dat België an sich niet zou bestaan, maar enkel samengesteld is uit Vlamingen en Walen, stemt dit niet overeen met de juridische en institutionele realiteit. Indien er onderhandelingen over onafhankelijkheid of confederalisme zouden plaatsvinden, zou de federale overheid haar rol moeten spelen, ook al zou de regering in lopende zaken zijn. Ook politiek is het nauwelijks voorstelbaar dat de Vlaamse partijen in de federale regering zouden beslissen om zichzelf buiten spel te zetten. In de oppositie op Vlaams niveau zouden men deze gelegenheid zeker niet voorbij laten gaan om aan te tonen dat onafhankelijkheid onhaalbaar is, en dat de meerderheid van de Vlamingen die ertegen zijn, daar zeer gegronde redenen voor hebben.
De andere ontbrekende speler is Brussel. De kwestie van de hoofdstad van het land is het vaakst aangevoerde obstakel voor een opsplitsing van België. Het Vlaams Belang gaat hier in het meest recente voorstel erg lichtzinnig mee om: het zou voldoende zijn om de Brusselaars te verzekeren dat ze Frans kunnen blijven spreken en hen integratie in een welvarend land te beloven, om ze te laten toetreden tot de nieuwe Vlaamse staat. Politiek gezien is het twijfelachtig of de Brusselaars zich zouden willen aansluiten bij een staat die geleid wordt door een extreemrechtse partij. Brussel is een van de meest multiculturele steden ter wereld, waarin zes op de tien inwoners niet in België geboren zijn.
(Lees verder hieronder.)
Het confederale plan van de N-VA is in die zin subtieler, gezien het behoud van de Brusselse autonomie gepaard gaat met de Brusselse Keuze, waarbij de Brusselaars zullen moeten kiezen tussen het Vlaamse model en het Waalse model. Afgezien van het onpraktische karakter kadert dit project perfect in de vandaag totaal achterhaalde visie op Brussel als ontmoetingsplaats voor de Vlaamse en de Franstalige gemeenschap. Hoewel België ongetwijfeld het koninkrijk van het surrealisme is, lijkt de vraag aan een Pool of een Griek om te kiezen voor het “Waalse” of “Vlaamse” model ietwat bizar in dit opzicht.
Maar wat Vlaams-nationalisten steevast vergeten, is dat in de volledig theoretische hypothese van een afscheiding van België, de keuze van Brussel niet beperkt zou blijven tot een keuze tussen Wallonië en Vlaanderen. Het wordt namelijk ook een onafhankelijke staat, die verreweg de rijkste van de drie Belgische deelstaten zou zijn. Pendelaars zouden dan grensarbeiders worden en op grond van het internationaal fiscaal recht belasting betalen op de plaats waar ze werken.
Deze belasting zou de schatkist vullen van de nieuwe staat Brussel, die een van de hoogste BNP’s per hoofd van de bevolking in Europa zou hebben. Wat de Vlaamse nationalisten ook mogen denken, Brussel is officieel één van de drie gewesten van België. Het als minderwaardig of onwettig beschouwen doet daar niets aan af. Dus als Vlaanderen het recht heeft om onafhankelijk te worden, waarom zou het Brussels Gewest dat dan niet zijn? In het licht van deze situatie dient men zich af te vragen waarom de Brusselaars hun rijkdom zouden willen delen om een minderheid te worden in een onafhankelijk en nationalistisch Vlaanderen? Samengevat moeten Vlaams-nationalisten beseffen dat Brussel niet noodzakelijk een voorwerp is dat Walen en Vlamingen kunnen delen, maar een echte speler.
Bovendien is het voorbeeld van de Tsjechoslovaakse “fluwelen scheiding”, dat door alle onafhankelijkheidsstrijders in Europa regelmatig wordt aangeprezen als een gemakkelijke en vlotte scheiding van staten, niet relevant voor België. Deze scheiding, die plaatsvond zonder enige volksraadpleging, is een uitzonderlijk geval. En een van de redenen waarom het zo vlot verliep, was dat Praag niet voor 90% uit Slowaken of buitenlanders bestond.
Het verbod op een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring
De afwezigheid van het verlangen van de Vlaamse bevolking naar onafhankelijkheid werd al uitvoerig besproken door politici. Daarnaast is het de moeite waard om de nadruk te leggen op een punt dat zelden wordt vermeld door nationalisten die zich een onafhankelijk Vlaanderen voorstellen: het verbod op een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring. Dit punt wint nog aan belang gezien de kans klein is dat onderhandelingen zullen slagen, gelet op de eisen van de Vlaams-nationalisten (in het bijzonder met betrekking tot Brussel). Het alternatief is een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring. Hierbij wordt volledig voorbijgegaan aan het gegeven dat een dergelijke werkwijze thans verboden is door internationale afspraken op het gebied van de erkenning van nieuwe staten.
(Lees verder hieronder.)
Sinds het einde van de dekolonisatie geldt volgende regel: een nieuwe staat wordt erkend als haar onafhankelijkheid wordt aanvaard door de staat waaruit ze voortkomt, zoniet wordt ze verworpen. De poging tot eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Catalonië in 2017 was een krachtige herinnering aan dit principe. Op dat moment verleende geen enkele Europese staat ook maar enige steun aan het avontuur dat de Catalaanse regering was begonnen. En het is gemakkelijk te begrijpen waarom: in een Europa dat vol staat van separatistische tendensen, zou het aanmoedigen van de Catalaanse afscheiding een verkeerd signaal zijn geweest. Het is moeilijk te begrijpen waarom Europese staten zich inschikkelijker zouden opstellen tegenover Vlaamse onafhankelijkheid onder leiding van een extreemrechtse partij.
Ontkenning van de realiteit
Tot slot stuit het onafhankelijkheidsplan van het Vlaams Belang op dezelfde struikelblokken als vele gelijkaardige projecten ervoor: het lot van Brussel, het gebrek aan wil van de Vlaamse bevolking en internationale beperkingen..
Wat Brussel betreft heerst er gegronde twijfel of de garantie om Frans te kunnen blijven spreken en het vooruitzicht om deel uit te maken van een welvarende gemeenschap voldoende zijn om de zeer multiculturele Brusselse bevolking te doen integreren in een Vlaanderen dat gedomineerd wordt door een racistische partij.
Het gebrek aan steun voor onafhankelijkheid onder de bevolking wordt gewoonweg genegeerd. Men plant geen volksraadpleging om deze onafhankelijkheid te bekrachtigen, noch in Vlaanderen, noch in Brussel. Een vreemde manier om de soevereiniteit van de “Vlamingen” te bevestigen door niet eens hun mening te vragen over dit soort fundamentele beslissing!
Men zwijgt al evenzeer over de potentiële internationale reacties en de moeilijkheid – om niet te zeggen onmogelijkheid – om erkenning te krijgen in geval van een eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring. Tot slot is het meest interessante punt van dit meerfasenplan misschien wel in de aanzet daartoe: de vorming van een Vlaamse Regering met Vlaams Belang en N-VA.
Mocht N-VA weigeren, zou ze van Vlaams Belang de schuld krijgen voor het missen van deze historische kans om de Vlaamse onafhankelijkheid uit te roepen. Kortom, het bekendmaken van dit “plan” is een puur politieke operatie met als doel betekenis te geven aan een mogelijke coalitie van Vlaams Belang/N-VA in 2024: die van een onafhankelijkheidsproject dat hoe dan ook niet zal slagen.
Vincent Laborderie is professor politieke wetenschappen aan de UCLouvain en expert in de afscheiding van staten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier