Gert Vlasselaer
‘Dreigt de grote doofpot? Geen enkele ambtenaar zal nog durven spreken’
‘Het wordt moeilijk voor onze verantwoordelijke ambtenaren om in de toekomst nog schandalen aan het licht te brengen’, schrijft Gert Vlasselaer (ACOD) naar aanleiding van een opmerkelijk ontslag van een klokkenluider in Rotselaar..
Het vertrouwen in de politiek sukkelt van dieptepunt naar dieptepunt. Het uitlekken van allerlei schandalen zal daar niet vreemd aan zijn: het PFOS-schandaal haalde wekenlang de hoofdpunten van het nieuws en ook het belabberde toezicht op (voornamelijk private) kinderdagverblijven bleek jammer genoeg een blijver. De lokale besturen deden hun duit in het zakje met misbruik van vastgoeddeals of andere coronavaccinaties. Steeds maakten politici misbruik van hun macht voor eigen gewin, voor uitbreiding van hun macht of voor vriendjespolitiek.
Je zou denken dat een verantwoordelijk politicus alles in het werk zou stellen om strenge deontologische regels uit te werken, het toezicht te versterken en de democratische controle transparanter te maken. Niet alleen om de dienstverlening naar de burgers te verzekeren, maar ook om de vele goedbedoelende politici niet weg te jagen. Ook zij worden dagelijks geconfronteerd met de misbruiken van enkelingen, en worden mee over dezelfde kam geschoren. Als men het vertrouwen in de politiek wenst te herstellen, en dat is noodzakelijk in een democratie, dan moet elke vorm van mogelijk misbruik zoveel mogelijk uitgesloten worden.
Voormalig minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers dacht daar duidelijk anders over.
Bart Somers heeft goed uitgerekend wanneer hij uit de Vlaamse Regering moest stappen. Nadat hij tegen het advies van toonaangevende advocatenkantoren (betaald door de belastingbetaler) toch het ontslagdecreet doorduwde, wist hij maar al te goed dat er een heksenjacht zou volgen tegen alle verantwoordelijke ambtenaren die het algemeen belang en de wet boven de persoonlijke wensen van de plaatselijke politici plaatsen.
Met het ontslagdecreet creëerde hij de mogelijkheid om statutaire ambtenaren van lokale besturen te kunnen ontslaan op basis van de arbeidsovereenkomstenwet. Het gevolg is dat ambtenaren tegenwoordig met een flinterdun dossier op straat worden gezet. De politieke willekeur komt terug op de agenda van de gemeenteraad. De storm van protest hiertegen door de vakbonden en door de publieke opinie wou Bart Somers vermijden. Dit voorrecht heeft hij in de schoenen geduwd van zijn opvolgster Gwendolyn Rutten.
(Lees verder onder de preview.)
Hiermee gaan Bart Somers en de Vlaamse regering regelrecht in tegen één van de basisprincipes van onze democratie, zoals ze sinds de onafhankelijkheid van België bekend zijn: de onafhankelijkheid van de ambtenaar. Edouard Ducpétiaux beet de spits af. Reeds in 1859 verscheen zijn “Etude sur la réforme administrative”, en verwees hij naar de partijpolitieke conflicten die ook een negatieve invloed hadden op de werking van het ambtelijk apparaat. Vooral de verstrengeling van de politiek met de administratie, gepaard gaande met een gevaarlijke willekeur en favoritisme, werd gehekeld.
Om die negatieve spiraal om te buigen achtte Ducpétiaux een onafhankelijk en neutraal ambtenarenkorps noodzakelijk. Het leidde tot tal van administratieve hervormingen. Toch duurde het nog tot 2 oktober 1937 vooraleer alle principes in een alomvattend statuut werden gegoten: het statuut Camu. Het vormde de bekroning van een honderdjarige evolutie en streven naar een professioneel, deskundig, neutraal en apolitiek ambtenarenkorps. Alhoewel deze principes regelmatig met de voeten werden getreden, kon men er altijd naar teruggrijpen in periodes van politieke instabiliteit of van politiek wantrouwen.
Om het ontslagdecreet in te voeren had Bart Somers voor alle veiligheid het advies ingewonnen van toonaangevende juridische bureaus (zoals Eubelius en Bloomlaw). Ook hun analyse was hard: de onafhankelijkheid van de ambtenaar neemt een belangrijke plaats in in ons bestel en kan niet zomaar te grabbel worden gegooid. Bart Somers zette echter door. De kritiek van de oppositie en de vakbonden wuifde hij weg. Hij had immers het volste vertrouwen in de goede bedoelingen van lokale politici en in de beginselen van behoorlijk bestuur. Bovendien kwam er een nieuw klokkenluidersregeling, zodat ambtenaren die onregelmatigheden wensten aan te kaarten voldoende beschermd waren.
(Lees verder onder de preview.)
En dan volgt het dossier van Rotselaar. Deze gemeente heeft de twijfelachtige eer om als eerste gemeente op een uitzonderlijke manier misbruik te maken van het ontslagdecreet. Een financieel directeur, die ook klokkenluider is, wordt ontslagen om dringende redenen. Het dossier in Rotselaar is frappant. Een financieel directeur heeft een wettelijke taak om de financiële cijfers van de gemeente op een onafhankelijke manier te controleren op zijn wettelijkheid en correctheid.
Het enige argument dat aangehaald wordt om het ontslag van de financieel directeur te rechtvaardigen is dat hij de meerjarenplanning niet tijdig heeft aangeleverd. Terwijl uit het dossier duidelijk blijkt dat de financieel directeur niet de nodige stukken had ontvangen zodat hij zijn wettelijke controleopdracht niet kon uitoefenen. Vandaar zijn terechte vraag om een maand uitstel te krijgen.
Maar er is meer. De financieel directeur had ook onregelmatigheden vastgesteld en deze gemeld aan Audit Vlaanderen, zodat hij beschermd was als klokkenluider. Toch beslist de gemeenteraad om onmiddellijk over te gaan tot een ontslag om dwingende redenen. Verantwoordelijke ambtenaren worden op deze manier voorgoed monddood gemaakt. Het algemeen belang en het belang van de burgers moet wijken voor politieke willekeur.
Dankzij het ontslagdecreet hebben ambtenaren geen bescherming meer tegen een kennelijk onredelijk ontslag. In het verleden moesten dergelijke ambtenaren, vaak na tussenkomst van de Raad van State, terug in dienst genomen worden. Ze werden in ere hersteld omdat ze in dienst staan van de lokale bevolking.
De werkwijze van de gemeente Rotselaar gaat recht naar het hart van de onafhankelijkheid van de ambtenaar, en strookt hoegenaamd niet met het algemeen belang. De decretale graden komen zo in het oog van storm terecht. Van hen wordt verwacht om de wet en het algemeen belang na te streven op lange termijn, terwijl een toevallige burgemeester en schepen redeneert op korte termijn. Onafhankelijke ambtenaren moeten ervoor zorgen dat deze toevallige passanten geen misbruik maken van hun macht en geen beslissingen nemen die tegen de wet of het algemeen belang indruisen.
Het wordt nu wel heel gemakkelijk voor een schepencollege om zich te ontdoen van ambtenaren die niet dansen naar hun pijpen. We mogen er niet aan denken dat er in de toekomst een schepencollege opstaat dat moeite heeft met andere politieke overtuigingen, met syndicale activiteiten of bijvoorbeeld met ambtenaren die behoren tot de LGBTQ+-gemeenschap. Een heksenjacht behoort tot de mogelijkheden en dat komt niemand ten goede. Vooral de dienstverlening en de bevolking blijven dan in de kou staan.
Het wordt moeilijk voor onze verantwoordelijke ambtenaren om in de toekomst nog schandalen aan het licht te brengen. Het ontslagdecreet is de garantie voor een grote doofpot.
Gert Vlasselaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier