Het personeel van de Vlaamse overheid wordt jaar na jaar diverser. In de periode 2020-2023 steeg het aandeel medewerkers met een handicap of chronische ziekte, het aandeel personeelsleden van buitenlandse herkomst en het aandeel vrouwen in middenmanagementfuncties. Dat blijkt uit het antwoord op een parlementaire vraag van Vlaams volksvertegenwoordiger Bert Maertens (N-VA) aan minister van Binnenlands Bestuur Hilde Crevits (CD&V).
De Vlaamse overheid hanteert al bijna tien jaar streefcijfers rond diversiteit in haar personeelsbestand. Zo mikt ze op 10 procent personeelsleden van buitenlandse herkomst, 3 procent personeelsleden met een handicap of een chronische ziekte en 40 procent vrouwen in zowel midden- als topmanagementsfuncties.
Wat het aantal personeelsleden met een buitenlandse herkomst betreft, daar wordt het streefdoel van 10 procent al langer gehaald. In 2020 had al 11,5 procent van de medewerkers een buitenlandse herkomst. In 2023 was dat 13,9 procent. In het streven naar gendergelijkheid is er ook een duidelijke stijging van het aantal vrouwen in middenmanagementsfuncties. Daar is het aandeel vrouwen gestegen van 39,4 procent in 2020 naar 43,5 procent in 2023. Maar bij de absolute topfuncties is er een terugval van 29,7 procent in 2020 naar 26,8 procent in 2023. “Een signaal dat aanhoudende inspanningen nodig zijn om ook op het hoogste niveau werk te maken van gendergelijkheid”, zegt Maertens.
Het percentage medewerkers met een handicap of een chronische ziekte komt stilaan in de buurt van de beoogde 3 procent. Dat percentage ging van 2,3 procent in 2020 naar 2,6 procent in 2023. “Het streefcijfer is in zicht, maar de Vlaamse overheidsdiensten mogen niet achterover leunen”, dixit Maertens. Volgens Maertens is het goed dat het principe van ‘de beste persoon op de juiste plaats’ de centrale stelregel blijft, maar dat tegelijk ook via campagnes de instroom en doorstroom van kansengroepen bevorderd wordt, zonder daarbij met quota te werken. (Belga)
