Dierenwelzijn wordt in de grondwet ingeschreven
De plenaire vergadering van de Kamer heeft donderdagnacht met een tweederdemeerderheid ingestemd met een voorstel om het welzijn van dieren op te nemen in de grondwet. Een amendement van N-VA moet erover waken dat dat grotendeels symbolisch blijft.
Het voorstel brengt de bescherming van dieren onder in artikel 7 bis van de grondwet en luidt letterlijk: ‘Bij de uitoefening van hun respectieve bevoegdheden streven de federale staat, de gemeenschappen en de gewesten naar bescherming van en zorg voor dieren als wezens met gevoel.’ De Senaat zette eerder al het licht op groen voor die grondwetswijziging, waarna de Kamercommissie Grondwet volgde. CD&V en Open VLD onthielden zich toen, de rest – op één PS’er na – stemde voor.
Open VLD en CD&V wijzigden intussen hun houding. Beide fracties stemden donderdagnacht tegen. De liberalen vrezen dat vergunningen voor bijvoorbeeld landbouwbedrijven op de helling zouden komen te staan, maar ook dat er juridische gevolgen zouden zijn voor jagers, vissers of veemarkten.
Omdat Vlaams Belang en N-VA zich onthielden kon het verzet van CD&V en Open VLD de tweederdemeerderheid niet voorkomen. Uiteindelijk stemden 70 Kamerleden in met de tekst, 23 stemden tegen en 29 onthielden zich.
Door een amendement van N-VA-Kamerlid Sander Loones te verwerpen maakte de Kamer wel expliciet duidelijk dat het niet de bedoeling is dat rechters de nieuwe grondwetsbepaling interpreteren als een ‘standstillverplichting’, wat inhoudt dat de overheid het niveau van dierenbescherming niet kan verlagen en het vergunningenbeleid mogelijk in het gedrang komt.
De juridische gevolgen van de grondwetswijziging blijven zo wellicht beperkt. GAIA-voorzitter Michel Vandenbosch, die donderdagnacht nog aanwezig was op de publiekstribunes, reageerde niettemin zichtbaar tevreden.