Robin Devroe
‘Deze nieuwe Vlaamse regering biedt een unieke kans om te laten zien wat vrouwen in leidende posities kunnen bereiken’
‘De aanwezigheid van zes vrouwelijke ministers, met een verscheidenheid aan achtergronden en ervaringen, is een teken van vooruitgang, maar tegelijk ook een uitdaging om te blijven streven naar gendergelijkheid en inclusiviteit in de politiek’, schijft Robin Devroe (VUB en UGent) over de samenstelling van de nieuwe Vlaamse regering.
De samenstelling van de nieuwe Vlaamse regering markeert een historische mijlpaal: niet alleen zijn voor het eerst zijn 6 van de 9 ministers vrouwen, ook twee van de drie vice-minister-presidenten zijn van het vrouwelijke geslacht. Bovendien weerspiegelt deze regering niet alleen genderdiversiteit, maar ook diversiteit binnen de groep van vrouwelijke ministers zelf. Zo vertegenwoordigen figuren zoals Zuhal Demir en de jonge Melissa Depraetere een breed scala aan achtergronden en ervaringen. Dit roept natuurlijk een aantal vragen op: zien we hiermee eindelijk de langetermijneffecten van genderquota? En welk effect zal deze nieuwe samenstelling hebben op de dynamieken binnen de regering?
Genderquota zijn jarenlang een onderwerp van debat geweest in België. Tegenstanders voeren aan dat quota kunstmatige maatregelen zijn die de politieke talentenpool verkleinen, terwijl voorstanders benadrukken dat quota noodzakelijk zijn om de structurele barrières te doorbreken die vrouwen uit de politiek houden. Nu, met een vrouwelijke meerderheid in de Vlaamse regering, lijkt het alsof de vruchten en langetermijneffecten van deze quota eindelijk zichtbaar worden.
Quota hebben in eerste instantie geholpen om vrouwen een plek aan de tafel te geven. Het feit dat deze regering een meerderheid aan vrouwen telt, toont aan dat deze plek niet langer slechts symbolisch is. Vrouwen worden nu ook op de hoogste posities geplaatst, zoals het vice-minister-presidentschap, en ze doen dat niet enkel als ‘vulling’ van quota, maar als leiders met uiteenlopende achtergronden en sterke politieke vaardigheden. Deze verschuiving is cruciaal, want het gaat niet alleen om kwantitatieve gelijkheid, maar ook om de kwalitatieve invloed die vrouwen kunnen uitoefenen op de besluitvorming. Dit is een duidelijk teken dat quota werken, en dat ze in de toekomst kunnen blijven bijdragen aan de inclusiviteit en representativiteit van de politiek en aan het normaliseren van vrouwelijk leiderschap in politiek en bestuur.
Deze stap vooruit is bovendien meer dan louter een kwestie van aantallen. De aanwezigheid van vrouwen zoals Demir en Depraetere laat zien dat er niet één type vrouwelijke politicus is. Deze vrouwen brengen verschillende achtergronden, ervaringen en perspectieven mee naar de regeringstafel, wat een rijkere en meer inclusieve politieke cultuur en besluitvorming bevordert. Deze diversiteit is essentieel voor een gezonde democratie. Het zorgt ervoor dat verschillende stemmen en achtergronden gehoord worden, en dat het uiteindelijke beleid niet uitsluitend gebaseerd wordt op een homogeen perspectief.
De vraag die velen nu bezighoudt, is wat voor effect deze vrouwelijke meerderheid zal hebben op de dynamiek binnen de regering. Er bestaat een groeiende hoeveelheid internationaal onderzoek die aantoont dat vrouwelijke politici een andere stijl van politiek bedrijven dan hun mannelijke collega’s. Zo zijn ze vaak meer gericht op samenwerking, compromis en het zoeken naar consensus. Waar politiek traditioneel gekenmerkt wordt door scherpe tegenstellingen en machtsconflicten, zouden deze vrouwelijke ministers kunnen bijdragen aan een cultuur van dialoog over partijgrenzen heen. Het feit dat twee van de drie vice-minister-presidenten vrouwen zijn, versterkt de kans dat de belangrijkste beslissingen op een meer inclusieve manier worden genomen. Het potentieel voor een nieuwe dynamiek waarbij vrouwen de leiding nemen in het zoeken naar consensus en compromis, is dus groot. Bovendien blijkt uit studies dat vrouwelijke politici vaak meer aandacht besteden aan zogenaamd ‘zachte’ thema’s zoals welzijn, gezondheidszorg, onderwijs en de rechten van kwetsbare groepen. Dit zou kunnen betekenen dat deze onderwerpen prominent op de agenda komen en blijven te staan, wat een positieve impact kan hebben op het welzijn van onze samenleving.
Het feit dat vrouwen nu zo sterk vertegenwoordigd zijn in de Vlaamse regering kan ook inspirerend werken voor toekomstige generaties vrouwen die de politiek in willen gaan. Het doorbreken van het glazen plafond toont dat vrouwelijke leiders niet alleen geduld moeten hebben om hun plek te krijgen, maar dat ze met hun vaardigheden en ervaringen ook werkelijk kunnen bijdragen aan het vormgeven van de politieke agenda en het uiteindelijke beleid. Dit kan leiden tot een positieve vicieuze cirkel waarin steeds meer vrouwen zich aangesproken voelen om zelf een politieke carrière te overwegen.
Deze nieuwe Vlaamse regering biedt een unieke kans om te laten zien wat vrouwen in leidende posities kunnen bereiken, en geeft hoop voor een toekomst waarin diversiteit in de politiek de norm wordt in plaats van de uitzondering. De aanwezigheid van zes vrouwelijke ministers, met een verscheidenheid aan achtergronden en ervaringen, is een teken van vooruitgang, maar tegelijk ook een uitdaging om te blijven streven naar gendergelijkheid en inclusiviteit in de politiek. Het is bovendien belangrijk dat we deze vooruitgang niet als vanzelfsprekend beschouwen. Er zijn nog steeds vele obstakels voor vrouwen die een politieke carrière ambiëren, waaronder seksisme, discriminatie, stereotypering en een gebrek aan zichtbaarheid. Bovendien zijn quota slechts een instrument – ze zorgen voor aanwezigheid, maar niet automatisch voor een gelijkwaardige impact of behandeling. De tijd zal uitwijzen of deze nieuwe Vlaamse regering, met haar vrouwelijke meerderheid, niet alleen in staat is om de beleidsagenda vorm te geven, maar ook om de ruimere politieke cultuur te veranderen. Wat vaststaat, is dat de stem van deze vrouwen nu alvast luid en duidelijk te horen is.
Robin Devroe is postdoctoraal onderzoeker aan de VUB en UGent. Ze is verbonden aan de onderzoeksgroep DFUTURE en GASPAR.
Verkiezingen 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier