‘De Wever moet kiezen wie hij pijn doet: Vooruit of de MR’

Een muurschildering van Bart De Wever (N-VA) en Georges-Louis Bouchez (MR) op de Antwerpse Bolivarplaats. © BELGA
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Nee, Bart De Wever (N-VA) wordt wellicht nog geen federaal formateur, want daarvoor is het te vroeg – toch zeker voor Vooruit. Op het Vlaamse niveau loopt de formatie vlotter, al is er geknarsetand over de CD&V. ‘Zij zijn nog altijd in campagnemodus.’

Woensdag om 10 uur mag Bart De Wever (N-VA) op de koffie bij koning Filip. De federale informateur had een week extra gekregen om na te gaan of de zogenaamde Arizona-coalitie van N-VA, Vooruit, CD&V, MR en Les Engagés haalbaar is. De snuffelronde is nog niet ten einde, de verwachting is dat De Wevers opdracht wordt verlengd. Geruchten over een vervelling van informateur naar formateur zijn voorbarig.

Waarom een volwaardige formatie te vroeg komt? Binnen de Arizona-partijen wordt er vooral naar Vooruit gewezen. De socialisten zouden het voornaamste struikelblok zijn voor De Wever om door te duwen. ‘Wij zijn klaar om de regeringsonderhandelingen te beginnen. Ik denk dat je de vraag vooral aan Vooruit moet stellen’, klinkt het.

De federale formatie trappelt dus zeker nog even ter plaatse.

Wat zegt de titel van de startnota van Bart De Wever over de nieuwe Vlaamse regering?

Boerenbond

Wat een verschil met de Vlaamse formatie. In zijn hoedanigheid als Vlaams informateur leverde De Wever vrij snel een startnota af, getiteld ‘Voor een welvarend, weerbaar en warm Vlaanderen’. Mits er enkele aanpassingen zouden worden gedaan, volstond die voor partners Vooruit en CD&V. De Vlaamse formatie is onderhand echt uit de startblokken geschoten. Onder het leiderschap van formateur Matthias Diependaele (N-VA) komen in de loop van de volgende dagen 19 verschillende werkgroepen samen. Parallel daaraan wordt er gedurende twee weken gesproken met het middenveld, van het ABVV tot de Boerenbond.

De redenen voor de verschillende snelheden tussen Vlaams en federaal zijn niet ver te zoeken. Op Vlaams niveau zijn slechts drie partijen nodig, tegenover vijf federaal. Bovendien, zegt een bron, is de Vlaamse begrotingstoestand minder nijpend. Het Europese carcan knelt minder hard voor Vlaanderen dan voor België. Al zal binnenkort onvermijdelijk de discussie losbarsten over wanneer er een Vlaams begrotingsevenwicht moet komen: is dat in 2027 of toch pas in 2028?

Dat betekent niet dat alles pais en vree is in de Vlaamse formatie. Bij de N-VA en Vooruit wordt er geknarsetand over hoe de CD&V via haar bevriende organisaties druk zet om ‘het middenveld’ te ontzien. Het is bekend dat Vlaams-nationalisten en socialisten het door de CD&V vormgegeven welzijnsbeleid willen aanpakken. Het is geen toeval dat Zuhal Demir (N-VA) de werkgroep Welzijn en Armoede leidt. Volgens de onafhankelijke Jean-Marie Dedecker heeft de Limburgse haar zinnen gezet op de ministerspost. ‘Er zijn mensen uit het sociale middenveld die bang zijn voor een N-VA-minister op Welzijn, maar er zijn er evengoed die out of the box willen werken’, zegt een onderhandelaar. ‘De CD&V zit nog in campagnemodus.’

De N-VA en haar minister-presidenten: derde keer, goede keer?

Koudwatervrees

Nog een hemelsbreed verschil tussen de Vlaamse en de federale onderhandelingen is de positie van Vooruit. Zoals bekend heeft de partij van Melissa Depraetere en Conner Rousseau het lastig met de framing dat ze een centrumrechtse regering zouden depanneren. Vooral dankzij de kracht van de MR – 30 procent groot in Wallonië – is het gewicht van centrumrechts groter op het federale dan op het Vlaamse niveau.

Het lijkt alsof Bart De Wever daar zelf ook moeite mee heeft.

Een van de partijen waarmee Knack sprak, denkt dat De Wever koudwatervrees heeft om iets op papier te zetten – een federale startnota dus. Een vagere informatienota is er al wel, maar daar staat volgens Vooruit weinig in. ‘Na amper één gesprekje van twee uur met de informateur hebben wij te weinig info om naar een volgende fase te gaan’, klinkt het. ‘Vooruit blijft open en constructief om mee te werken en vraagt om de informatiefase verder te zetten.’

Dat zit zo: als Vooruit niet genoeg openingen ziet voor bijdragen van de grote vermogens of constateert dat de N-VA nog altijd vijf indexsprongen voor de uitkeringen wil, dan kan ze met recht en rede de onderhandelingstafel verlaten. Anderzijds, als De Wever nu al te veel in de richting van de socialisten denkt, dan kan Georges-Louis Bouchez (MR) wel eens zijn koelbloedigheid verliezen. Een bron: ‘De Wever moet kiezen wie hij pijn doet: Vooruit of de MR.’

Politiek is rekenen. Een puur centrumrechtse regering zonder Vooruit maar mét de Open VLD heeft een meerderheid van 76 zetels op 150. Onwerkbaar, dat wel, maar een meerderheid. Vooruit kan zijn huid duur verkopen.

‘De Wever kan traag stapje per stapje gaan, of één partij voor het blok zetten.’

Een onderhandelaar

Zure oprisping

Maar Bart De Wever kent natuurlijk zijn pappenheimers. Hij weet ook dat in deze fase van de discussie de framing ertoe doet. Niemand wil de zwartepiet toegespeeld krijgen omdat hij of zij de regeringsformatie onnodig zou vertragen. Zo waren er al zure oprispingen bij de Wetstraatpers toen Conner Rousseau kort na verkiezingsdag zei dat de kans klein was dat hij in een federale regering zou stappen.

Als De Wever de toegevingen aan Vooruit en de MR vaag genoeg houdt, verkleint hij het risico op implosie. Bovendien is de kans groot dat wie ‘nee’ zegt tegen zijn voorstel zélf het veld wordt ingestuurd door het paleis. ‘De Wever kan traag stapje per stapje gaan, of één partij voor het blok zetten’, klinkt het bij een onderhandelaar.

En dan is er nog de institutionele hervorming, die andere wens van De Wever. Daarover zou het nog geen minuut zijn gegaan tijdens de onderhandelingen. Verwacht wordt dat Vooruit en de CD&V niet te veel zullen dwarsliggen, maar kan hetzelfde gezegd worden van de MR en Les Engagés?

‘Journalisten lijden aan postformatie-stressstoornis: we willen zo graag snel een regering’

Partner Content