Ewald Pironet
‘De Waalse socialisten leven vandaag in een ontkenningsfase’
De economische achterstand van Wallonië tegenover Vlaanderen neemt nog toe.
Al 65 jaar groeit de Vlaamse economie sterker dan de Waalse. Ook de laatste 15 jaar is dat het geval: tussen 2008 en 2021, de periode van de financiële crisis tot aan het herstel na de pandemie, steeg het reële bruto regionaal product in Vlaanderen gemiddeld 1,4 procent per jaar, tegenover 1,1 procent per jaar in Wallonië en 0,6 procent in Brussel. Vorige week maakte de Nationale Bank de regionale cijfers voor 2022 bekend, en ook toen groeide Vlaanderen iets sterker.
Hoewel de officiële cijfers duidelijk zijn, blijven Waalse socialistische politici – van de huidige Waalse minister-president en nestor Elio Di Rupo tot zijn gedoodverfde opvolger en benjamin Thomas Dermine – beweren dat de kloof al sinds de eeuwwisseling verkleint. Terwijl die dus al drie generaties lang groter wordt.
Ook de inkomenskloof neemt toe. De Vlamingen zien hun inkomen sneller stijgen dan de Walen en Brusselaars. Het netto beschikbaar inkomen per inwoner steeg in 2022 in Vlaanderen met 7,4 procent, tegenover 5,9 procent in Wallonië en 6,3 procent in Brussel. Het beschikbare inkomen per inwoner bedraagt zowat 26.600 euro in Vlaanderen en ongeveer 22.500 euro in Wallonië en Brussel. Het inkomen van Walen en Brusselaars ligt dus zowat 4000 euro of 15 procent lager dan dat van Vlamingen.
Waalse socialisten ontkennen niet alleen die groeiende kloven, ze ontkennen ook dat het wat te maken heeft met het gevoerde beleid. Voor de grote verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië verwijzen ze steevast naar het verleden, de ondergang van de steenkool- en staalindustrie. De federale regeringen en de Generale Maatschappij zouden daarna Vlaanderen hebben bevoordeeld en Wallonië in de steek gelaten. Quod non, zoals historici al vaker hebben aangetoond.
Philippe Destatte, directeur-generaal van het prestigieuze Institut Destrée, noemt die oude excuses voor de economische achterstand van Wallonië al langer ‘niet meer geloofwaardig’ en wijst ook op ‘de immense geldstromen die nu al jarenlang van Vlaanderen naar Wallonië gaan’.
In het verleden lanceerde de PS nog grote Waalse economische herstelplannen, maar die leverden nooit op wat werd beloofd. Vandaag leven de Waalse socialisten in een ontkenningsfase. Ze tonen geen enkele ambitie om iets aan hun groeiende achterstand te doen. Ze berusten er blijkbaar in dat 18 procent van de Waalse bevolking onder de armoedegrens leeft, terwijl dat in Vlaanderen geen 8 procent is. Die PS is de grootste partij van het land. Ze zal ook na de verkiezingen wel de plak zwaaien in de federale en Waalse regering.