Bert Bultinck

‘De verontwaardiging over Ranst kan niet groot genoeg zijn’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

Dat de deelname van extreemrechts aan het lokale bestuur in zijn context moet worden gezien. Dat het eigenlijk over een banaal incident gaat, over kleinmenselijke vetes. Dat er in Ranst ‘geen groot ideologisch verhaal’ speelt. Dat de leden van de Open VLD en de CD&V die in zee gaan met de partij van Tom Van Grieken toch meteen uit de partij zijn gezet.

Nee, het grote nieuws van dit weekend leek maandag niet zo belangrijk meer. Dat in Ranst het cordon sanitaire werd doorbroken werd eerst op formele gronden betwist. In de lokale partijen die met extreemrechts gaan besturen – PIT en Vrij Ranst – zitten inderdaad leden van traditionele partijen. Maar die partijen zijn typisch lokale constructies, zo werd gezegd, en die verschillen van de nationale partijen. Bovendien zijn die leden dus meteen uit die nationale partijen geflikkerd. Strikt genomen hebben ze de afspraak dus niet geschonden.

Iedereen riep de afgelopen dagen op om vooral niet te dramatisch te doen over Ranst, van politologen Carl Devos en Dave Sinardet tot de commentaren van De Standaard en De Tijd. Zelfs oud-Agalev-voorzitter Jos Geysels, een van de vaders van het cordon tegen extreemrechts, bleef dit weekend rustig. Hij noemde de demarche van de twee partijtjes weliswaar ‘ranzig’, net zoals Sinardet en Devos ook hun eigen relativering relativeerden. Maar Geysels zei ook dat de ‘nationale partijen’ zich ‘kordaat aan de afspraak’ hebben gehouden.

Iedereen riep de afgelopen dagen op om vooral niet te dramatisch te doen over Ranst.

Het is verleidelijk om mee te gaan in die teneur. Tenslotte is Ranst Gent of Antwerpen niet. En Antwerpen – ze durven het in Antwerpen zelf soms te vergeten – is de Wetstraat niet. Bovendien klopt het dat er allerlei anekdotische kuiperijen aan de coalitievorming in Ranst zijn voorafgegaan. En wat impliciet misschien nog wel het meeste meespeelde in de relativerende commentaren: ja, op korte termijn zou het onverstandig kunnen zijn om nu moord en brand te schreeuwen. Nu een aanzienlijk deel van de Vlamingen voor het Vlaams Belang heeft gestemd, zowel op 9 juni als op 13 oktober, mogen we vooral, zo heet het, niemand ‘demoniseren’.

Je ziet die terugtrekkende beweging overal, ook in voorzittersdebatten waarin er vooral niet over racisme gesproken mag worden, ook niet wanneer het zijn lelijke kop opsteekt. En wat is het belang van een extreemrechtse machtsdeelname in Ranst nog, als Belang-sterkhouder Guy D’haeseleer in Ninove een absolute meerderheid behaalt? Is de verontwaardiging over Ranst geen achterhoedegevecht? Is dat geen hobby van mensen die zo hard aan de juiste kant van de geschiedenis willen blijven dat ze de trein van de toekomst hebben gemist?

Nee. Ranst is niet zomaar een accident de parcours. Het is niet omdat het dorpspolitiek is dat het geen ideologisch verhaal is. Als lokale partijen voor het eerst, om welke bekrompen redenen dan ook, denken dat het eigenlijk moet kunnen om samen met extreemrechts te besturen, dan is er wel degelijk een ideologische grens verlegd. En zijn we wel zo zeker dat de kleinmenselijke neigingen die in Ranst hebben doorgewogen nooit op Vlaams of federaal vlak kunnen spelen? Voor wie er een nodig heeft is een hellend vlak gauw gevonden.

Het is niet omdat het dorpspolitiek is dat het geen ideologisch verhaal is.

In een ontnuchterend Knack-interview kwam cordon-onderzoeker Joost van Spanje (University of London) tot de conclusie dat het cordon alleen werkt op twee voorwaarden: wanneer de andere partijen de regel strak volgen (‘isoleren’), én wanneer andere partijen programmapunten van extreemrechts overnemen (‘imiteren’).

Dat laatste lijkt een nederlaag op zichzelf: wat heb je gewonnen als je extreemrechts uit het bestuur houdt maar wél zijn programma uitvoert? Toch is het zo simpel – of zo uitzichtloos – niet. Het hele verschil zit hem in hoe je de problemen aanpakt. Met populisme en lege kreten, zonder achting voor de mensenrechten, of met concreet beleid dat een minimum aan menselijkheid respecteert.

En het eerste element van Joost van Spanje – de extremen isoleren – is zo mogelijk nog belangrijker. De dorpspolitici lijken zich er weinig van aan te trekken, maar dat de CD&V- en Open VLD-mandatarissen uit hun partij zijn gezet is cruciaal.

Het zou best kunnen dat het weinig uithaalt om Vlaams Belang-stemmers te stigmatiseren. Met zelfgenoegzaamheid win je weinig zieltjes. Maar laat die houding niet omslaan in een impliciete tolerantie ten aanzien van de mandatarissen.

De verontwaardiging over Ranst kan niet groot genoeg zijn. Een coalitie met extreemrechts in Ranst een incident noemen: dat is hoe normalisering eruitziet.

Partner Content