Verborgen staatshervorming: hoe de N-VA het Belgische buitenlands beleid hertekent

‘Binnenkort wordt Kafka het belangrijkste Belgische exportproduct. Misschien maakt het deel uit van een Vlaamse verrottingsstrategie en wilde Theo Francken (N-VA) daarom de ministerspost van Buitenlandse Handel.'
‘Binnenkort wordt Kafka het belangrijkste Belgische exportproduct. Misschien maakt het deel uit van een Vlaamse verrottingsstrategie en wilde Theo Francken (N-VA) daarom de ministerspost van Buitenlandse Handel.' © BELGA MAG/AFP via Getty Images
Kamiel Vermeylen

De regering-De Wever wil de deelstaten meer bevoegdheden geven in het buitenlands beleid. Maar wil het buitenland wel mee?

Tijdens de Arizona-regeringsonderhandelingen sleepte formateur – en inmiddels premier – Bart De Wever (N-VA) alweer geen grondige staatshervorming uit de brand. Zijn Vlaamsgezinde achterban reageerde teleurgesteld, maar mag zich binnenkort misschien toch in de handen wrijven. De vorige staatshervormingen bieden namelijk nog een heleboel onbenutte communautaire mogelijkheden, en daar probeerde de N-VA tijdens de onderhandelingen handig op in te spelen. Zeker op het vlak van buitenlands beleid wil de partij de komende jaren nog een hoop laaghangend fruit plukken.

Het Belgische buitenlands beleid is al jarenlang onderwerp van communautaire discussies. Even terug naar het Sint-Michielsakkoord in 1993: sinds die staatshervorming zijn de gewestelijke niveaus verantwoordelijk voor de buitenlandse vertegenwoordiging wat hun bevoegdheden betreft en mogen de deelstaten ook internationale verdragen sluiten – een wereldwijd unicum. Vlaamse ambassades, Toerisme Vlaanderen en Flanders Investment & Trade zijn daarvan het tastbare resultaat.

Grondwet

Voor de N-VA mag het natuurlijk wat meer zijn. Een Vlaamse natiestaat zal pas zijn wanneer het buitenland dat ook zo erkent, luidt het. In Vlaanderen is dat al langer prioriteit. Niet toevallig is Matthias Diependaele net zoals zijn voorganger Jan Jambon Vlaams minister-president én minister van Buitenlandse Zaken. Jambon richtte de Vlaamse Diplomatieke Academie op en bundelde de krachten van de Vlaamse Kanselarij en het Vlaamse departement Buitenlandse Zaken. Diependaele wil deze legislatuur het Vlaamse postennetwerk uitbreiden, onder meer naar de Spaanse hoofdstad Madrid.

Ook op federaal niveau is de kwestie voor de N-VA van groot belang. De partij richt haar pijlen op enkele samenwerkingsakkoorden die in de nasleep van het Sint-Michielsakkoord werden gesloten. Die bepalen bijvoorbeeld wanneer de regio’s op het Europese toneel aan de ministerraden mogen deelnemen. De dertig jaar oude samenwerkingsakkoorden werden in de loop der tijd echter nauwelijks aangepast. Dat is twee staatshervormingen en drie Europese verdragswijzigingen later niet meer rechtvaardig, zo stelt de N-VA met de grondwet in de hand.

De nieuwe regering biedt voor de N-VA een nieuwe kans, wat tijdens de regeringsonderhandelingen al tot bitse woordenwisselingen leidde. De afschaffing van het federale Agentschap Buitenlandse Handel kreeg de N-VA er niet door, wel stelt het regeerakkoord dat twee samenwerkingsakkoorden worden aangepast. Zo moeten de deelstaten een prominentere rol in de Europese Unie verwerven en krijgen de regionale diplomaten in het buitenland dezelfde status als de federale. ‘De herziening is prioritair en wordt bij aanvang van de regeerperiode doorgevoerd’, stelt het regeerakkoord.

Ook van de federale diplomatie – volgens de N-VA voornamelijk een belgicistisch bastion – verwacht de Arizonaregering de komende vijf jaar bijkomende inspanningen, zo staat te lezen in het institutionele luik van het regeerakkoord. Zo moet het federale korps voortaan proactief burgers, overheden en ondernemingen in het buitenland ertoe aansporen steeds het juiste deelstatelijke niveau aan te spreken. De federale diplomatie moet zich voortaan dus veel meer dan vroeger ten dienste stellen van de deelstaten.  

Kafka

Begin februari bracht Diependaele die boodschap ook over aan de federale diplomatie in Brussel – volgens aanwezigen gaf hij een haast vijandige indruk. Diependaele lijkt niet vergeten dat het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken de federale diplomaten al sinds 2022 ook communautair inzet: als Vlaanderen hen vraagt om in het buitenland een politieke boodschap over te brengen, moeten zij dat melden aan het hoofdbestuur in Brussel. Dat beslist of het Vlaamse verzoek wel met de bevoegdheidsverdeling strookt en of België zal meewerken. ‘Ongehoord’, zegt een goed ingevoerde Vlaamse bron.

Tegelijkertijd lijkt Diependaele wel te beseffen dat men in het buitenland met opgetrokken wenkbrauwen naar de Belgische communautaire chaos kijkt. Dat blijkt tenminste uit een toespraak die hij eind januari gaf tijdens een nieuwjaarsreceptie voor de buitenlandse ambassadeurs in ons land. ‘Voor ons is de bevoegdheidsverdeling een zegen en niet meer dan logisch, maar ik benijd uw taak als ambassadeur niet. Om dit institutionele kluwen telkens opnieuw te moeten uitleggen in uw thuisland’, klonk het.

Diependaele lijkt ook wel te beseffen dat men in het buitenland met opgetrokken wenkbrauwen naar de Belgische communautaire chaos kijkt.

Vanuit die optiek is de federale diplomatie is niet erg ingenomen met het regeerakkoord. ‘Moet ik werkelijk proactief aan burgers, ondernemingen en overheden in het buitenland gaan uitleggen hoe België werkt? De wereld staat in brand en wij gaan hen met onze grondwettelijke structuur lastigvallen’, zegt een federale diplomaat. ‘Binnenkort wordt Kafka het belangrijkste Belgische exportproduct. Misschien maakt het deel uit van een Vlaamse verrottingsstrategie en wilde Theo Francken (N-VA) daarom de ministerspost van Buitenlandse Handel’, zegt een andere.

Vlaams & Waals

In het buitenland botst het Vlaams-nationalisme wel vaker op zijn grenzen. Zelfs de Nederlandse pers reageerde meewarig toen Vlaams minister-president Geert Bourgeois en Mark Rutte in 2015 op handelsmissie naar het Amerikaanse Atlanta trokken. ‘Rutte in Atlanta, met een Vlaming in zijn schaduw’, kopte de NRC. Het was geen staaltje Hollandse arrogantie. ‘Bourgeois had het nadeel dat Amerikanen niet begrijpen wat Flanders precies is. In het hoofdkantoor van Coca-Cola hing naast de Nederlandse vlag die van België, niet die van Vlaanderen. En op schermen werden de Nederlandse en Belgische delegaties welkom geheten’, schreef de NRC.

En toen Vlaams minister-president Jan Jambon en Nederlands premier Mark Rutte vorig jaar de boekenbeurs in de Duitse stad Leipzig bezochten, kregen beide heren een hartelijke handdruk van Duits bondskanselier Olaf Scholz. Maar daar hield de gelijke behandeling ook op. Zowel Nederland als Vlaanderen was dan wel gastland, maar als Nederlands premier mocht alleen Rutte nadien op politiek onderhoud bij zijn Duitse ambtgenoot. Minister-president Jambon moest het met een beleefdheidspraatje stellen.

Ook het Waalse regionalisme komt er in het buitenland bekaaid af. Toen Wallonie-Bruxelles International (de organisatie die verantwoordelijk is voor de internationale betrekkingen van Brussel en Wallonië) en de Universiteit van Peking enkele jaren geleden samen een tentoonstelling over kunst en vrede op de UNESCO-hoofdzetel in Parijs organiseerden, was er tussen beide initiatiefnemers even geen sprake van vrede. Voor de opening had Wallonie-Bruxelles International de Waalse en Chinese vlag naast elkaar op een affiche geplaatst, en dat kon Peking niet smaken. China is een land en Wallonië niet, klonk het. De Waalse wimpel werd snel-snel door een Belgisch exemplaar vervangen en kreeg slechts een bescheiden plekje onderaan.

Masochisme

Binnen de Vlaamse diplomatie erkent men de moeilijkheden. De politieke en diplomatieke contacten met Nederland zijn dan wel uitstekend, maar met Duitsland en Frankrijk verlopen ze veel moeilijker, luidt het. ‘Zowel Parijs als Berlijn spreekt liever niet met ons. Duitsland wil de deelstaten niet op ideeën brengen en Frankrijk is sowieso een gecentraliseerd land ’, zegt een bron. Ook in de Europese Commissie krijgen regionale diplomaten nauwelijks hooggeplaatste ambtenaren te zien. ‘We kunnen ons niet met elke regio apart bezighouden’, klinkt het daar.

Een Belgische ambassadeur: ‘Mijn regionale collega’s hebben in de universitaire wereld en het bedrijfsleven betere contacten dan ikzelf. Dat is een goede en logische zaak, want onderwijs en handel komen de deelstaten toe. Maar als het werkelijk om de knikkers gaat, hebben ze er alle belang bij om mij in te schakelen. Dat zeg ik niet uit masochisme. Ik heb gewoon meer en betere toegang tot invloedrijke gesprekspartners, precies omdat ik België en niet Vlaanderen, Brussel of Wallonië vertegenwoordig. Dat maakt het wat paradoxaal: Vlaanderen heeft België nodig om relevant te zijn.’

In België kunnen de Vlaamse minister-president en de premier dan wel gelijk zijn, in het buitenland zien ze het vaak anders.

Die verhoudingen beperken zich bovendien niet tot de diplomatieke achterkamers. In zijn vier jaar als premier had Alexander De Croo (Open VLD) 84 bilaterale ontmoetingen met staatshoofden en regeringsleiders uit alle uithoeken van de wereld – de Europese toppen en andere internationale fora dus niet meegerekend. Bij Jambon daarentegen waren dat er in vijf jaar tijd slechts achttien – onder wie vier keer Mark Rutte. In België kunnen de Vlaamse minister-president en de premier dan wel gelijk zijn, in het buitenland zien ze het vaak anders, zeker aan de andere kant van de aardbol.

Ongemakkelijk

In het buitenland leidt onze staatsstructuur meer dan eens tot onbegrip. Toen de Belgische ambassadeur in Marokko eind januari het Mohamed VI Museum of Modern and Contemporary Art bezocht, suggereerde hij de museumdirecteur samenwerkingen met musea in België. De diplomaat maakte zijn gesprekspartner netjes duidelijk dat in België de deelstaten bevoegd zijn voor cultuurbeleid, en hij in geval van interesse zijn regionale collega’s diende te benaderen, tenzij het om de federale culturele instellingen gaat. De directeur was met stomheid geslagen.  

De bevoegdheidsverdeling tussen federale en regionale diplomaten leidt soms ook tot spanningen tussen beide niveaus. Die strijd zal snel de regeringstafel bereiken, menen ingewijden. ‘In de Nederlandstalige versie van het regeerakkoord spreekt men over “deelstaten”, in de Franstalige over “gefedereerde entiteiten”’, zegt VUB-professor Alexander Mattelaer, verbonden aan het Egmont Instituut, de denktank van het Belgische buitenlandministerie. ‘Dat lijkt een detail, maar suggereert een andere zienswijze aan weerskanten van de taalgrens.’

De uitdaging voor de N-VA: vooral de MR van Georges-Louis Bouchez én het buitenland overtuigen. Makkelijk wordt dat niet. Al in 2014 werd de actualisering van de samenwerkingsakkoorden in het toenmalige regeerakkoord ‘prioritair’ genoemd. Er kwam niets van in huis. Mattelaer ziet nog een obstakel. ‘Door de geopolitieke tendensen schurken de Europese natiestaten steeds dichter tegen elkaar aan. We zien een opwaartse blokvorming, geen neerwaartse beweging waarin de regio’s op het voorplan komen. De geopolitieke tijdgeest noopt tot een versterking van de staat om vrede en veiligheid te kunnen verzekeren.’

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content