De succesformule van Geert Wilders: ‘Eigen Volk Eerst’
De extreemrechtse politicus Geert Wilders (PVV) behaalde zo’n grote verkiezingsoverwinning omdat de Nederlandse arbeidersklasse zich massaal herkende in zijn politieke programma – een slogan waarmee Vlaanderen al dertig jaar vertrouwd is: ‘Eigen Volk Eerst.’
Sinds 1971 laat de Stichting Kiesonderzoek Nederland elke verkiezingsuitslag grondig analyseren. Vervolgens worden de bevindingen van dat Nationaal Kiezersonderzoek (KNO) in een keurig rapport wereldkundig gemaakt.
De merkwaardige uitslag van de laatste Tweede Kamerverkiezingen in Nederland heeft de onderzoekers doen besluiten om de voorlopige conclusies vervroegd vrij te geven via de website StukRoodVlees. De auteurs zijn politicologen van de Universiteit van Utrecht en de Radboud Universiteit in Nijmegen. Het was dan ook een bijzondere uitslag, bovendien met verregaande politieke consequenties voor de kabinetsformatie.
Geert Wilders en zijn Partij van de Vrijheid (PVV) wonnen de verkiezingen met een sensationele en door niemand voorspelde voorsprong, en daardoor kan de PVV voor het eerst tot een Nederlandse regering toetreden, en is Geert Wilders zelf nog altijd de gedoodverfde opvolger van de liberaal Mark Rutte (VVD) als minister-president.
Vandaar dat de Nederlandse politicologen bijvoorbeeld graag wilden weten of en waarin de massaal toegestroomde ‘nieuwe’ PVV-kiezers verschilden van de oude. Of gaf het nieuwe PVV-programma een fikse duw aan het onverwachte succes? Wilders was socialer dan ooit: er moet opnieuw minder lang gewerkt worden en de btw op ‘de winkelkar’ moet naar nul procent.
Een aantal bevindingen lag voor de hand. Zo trok de PVV een hoop kiezers aan van de andere extreemrechtse partijen die Nederland rijk is, het Forum voor Democratie (FVD) van Thierry Baudet en JA21, een scheurlijst van dat FVD. Dat liet zich raden, omdat de PVV een sterke winnaar was van de laatste verkiezingen en FVD en JA21 forse verliezers. Dat was deel één van de operatie-Wilders: zo veel mogelijk extreemrechtse stemmen samenbrengen. ‘Kiezers die sterk ontevreden zijn over immigratie en over de politiek.’
Daarnaast trok de PVV ook een pak kiezers aan van linkse partijen – SP en PvdA – en de centrumrechte, liberale VVD: niet minder dan 1 op de 5 kiezers die bij de vorige verkiezingen nog op die partijen stemde, schoof door naar de uiterste rechterzijde, in casu de PVV. Ten slotte trok de PVV ook kiezers aan die in 2021 thuisbleven, maar het nu dus wel de moeite vonden om te stemmen. En dus wel op de PVV, en niet op die andere partijen die althans volgens eerdere peilingen met enig succes aan het vissen waren naar de proteststem: de BoerBurgerBeweging (BBB) en het Nieuw Sociaal Contract (NSC) van de voormalige CDA’er Pieter Omtzigt.
Kleine verschillen
Wat blijkt? Dat de oude en de nieuwe PPV-kiezers bijna niet verschillen in politieke opvattingen. De oude – de ‘harde kern’ – is doorgaans iets radicaler, de nieuwe stemmers hebben nog altijd een tikje meer vertrouwen in sommige instellingen: een beetje in de Tweede Kamer, maar vooral: in de politie, het leger en, jawel, de grote bedrijven. Maar eigenlijk zijn de onderlinge verschillen verwaarloosbaar klein. Wat alle PVV-kiezers bindt, is hun duidelijke afwijzing van immigratie en de multiculturele samenleving. Dat laatste valt niet te negeren: van de nieuwe landgenoten eisen zij assimilatie. Het voortdurend voeren van cultuuroorlogjes kan dus electoraal lonend zijn, toch voor de extreme rechterzijde.
Want geen enkele politicus in Nederland brengt die eisen al langer en duidelijker dan Geert Wilders. Dus stemmen zij op de man die zegt wat ze denken. Vaak wordt gesteld dat de PVV het beste programma heeft en het dichtst bij de eigen mening of standpunten staat. Daarbij worden migratie en asiel veruit het meest genoemd. Ook wordt gesteld dat Nederlanders meer voor de Nederlanders wordt en dat de PVV, anders dan de andere partijen, de waarheid durft te benoemen. De PVV wordt gezien als de partij die ervoor kan zorgen dat er verandering komt, kiezers benoemen dat ze protesteren tegen het gevoerde beleid.
Dat mensen met zo veel vertrouwen in ‘de grote bedrijven’ voor het eerst een stem uitbrachten op Wilders, is al een indicatie dat zijn sociale omslag niet de grote reden was voor de flukse stemmenwinst. Het is bijna een omkering van de bekende slogan waarmee Bill Clinton in 1992 Amerikaans president werd – in Wilders’ geval dus: ‘It’s not the economy, stupid.’ Wilders werd winnaar van een sociaal-culturele oorlog. Maar die strijd was wel zeer sterk ‘klassebepaald’. Alsof aanhangers van de cultureel marxist Antonio Gramsci het wonnen van de klassieke marxisten.
Of is dat slechts een schijntegenstelling, en heeft die sociale campagne Wilders geen direct, maar wel een belangrijk indirect voordeel opgeleverd? Want uit het onderzoek bleek ook heel duidelijk dat de PVV meer dan ooit een partij werd van kiezers die een eerder lagere opleiding genoten. Omgekeerd koos slechts vijf procent van alle Nederlandse universitairen voor Wilders. Dat is verrassend, want veel politieke commentatoren hadden gesuggereerd dat Wilders zo succesrijk werd omdat hij zich de laatste dagen voor de verkiezingen eerder ‘gematigd’ had opgesteld, waardoor hij ook voor zogezegd ernstigere kiezers een optie werd. Niet dus. Hij won de verkiezingen omdat zijn aanhoudende radicaliteit wordt gewaardeerd: zijn verzet tegen migratie.
Man van de werkmens
Scholing hangt vaak samen met maatschappelijke positie, ook in Nederland. Zo werd Geert Wilders dé stemmenkampioen van de Nederlandse werkmens. Zeker van de oudere arbeiders, ooit het voetvolk van partijen als de PvdA: niet minder dan een derde van die sociologische groep stemde op de PVV (overigens trekt de PVV stemmen aan in alle sociale klassen). De auteurs van het rapport zijn stellig: ‘Om het stemmen van de arbeidersklasse in langjarig perspectief te plaatsen: nog nooit stemde zo’n klein deel van de arbeiders op de linkse partijen GroenLinks/PvdA en SP. In 2021 behaalden de nationalistische partijen (PVV, FVD en JA21) voor het eerst meer stemmen van de arbeiders dan de linkse partijen. In 2023 doen ze dat nog veel overtuigender met bijna 40 procent van arbeiders die op deze partijen stemden.’
Die krimp was vooral aan de nederlaag van de SP te wijten: de gloednieuwe combinatielijst GroenLinks/PvdA wist iets (11 procent) meer arbeiders aan zich te binden dan beide partijen in 2011 deden toen ze afzonderlijk opkwamen (9 procent). Maar tegen Wilders’ overtuigingskracht waren ze dus niet opgewassen. Integendeel: veel PVV-kiezers die vroeger links stemden hebben voor Wilders gekozen juist om links van de macht te houden. Veel PVV-kiezers geven uitdrukkelijk aan dat ‘het een strategische stem is, om ervoor te zorgen dat de VVD niet de grootste zou worden maar vooral omdat ze niet wilden dat ‘links’ of ‘Timmermans’ de grootste zou worden. Voormalig Eurocommisaris Frans Timmermans is het prototype van de moderne sociaaldemocraat: zeer pro-Europees, een overtuigd klimaatactivist, een openlijk voorstander ook van arbeidsimmigratie. Het lijkt erop dat veel voormalige socialisten veel dichter aanleunen bij een type Conner Rousseau, ondanks of juist om zijn ranzige uithaal naar de Roma die hem voorlopig een stap opzij heeft doen zetten.
Het is niet dat die PVV-kiezers opvallend slecht op de hoogte zouden zijn van politiek. Politieke praatprogramma’s interesseren hen weliswaar niet veel, al vonden ze wel dat Wilders het geweldig deed in de debatten. Maar ze vulden wel massaal de Stemwijzer in (die hen in hun voorkeur voor de PVV bevestigde), ze kijken frequent naar de nieuwsuitzendingen op tv, en vooral die van de openbare omroep NOS, zij het dat de PVV-kiezers zich meer dan gemiddeld tot de commerciële omroepen richten. En, zeer contra-intuïtief: PVV-kiezers koesteren, net als alle kiezers in Nederland, een groot (en gezond) wantrouwen tegenover sociale media.
Zeer merkwaardig is dat ook grote aantallen nieuwe Nederlanders, dus zelf (klein)kinderen van de migratie, zich herkennen in een discours dat vraagt om een einde te maken aan de verdere migratie. Niet dat Wilders’ stemmen haalt bij moslims: ‘Mensen met een migratieachtergrond uit Turkije, Marokko of breder het Arabisch Midden-Oosten en Noord-Afrika stemden nauwelijks op de PVV’, aldus de onderzoekers. ‘Anders ligt dit voor Nederlanders met een achtergrond uit Suriname, de voormalige Nederlandse Antillen, Oost-Azië, Indonesië en Latijns-Amerika. Onder deze kiezers lag het percentage PVV-stemmers rond het landelijk gemiddelde.’
In Nederland was de grote winnaar Geert Wilders. Een man die op de website van zijn eigen partij kernachtig samenvat wat zijn ambitie is en waarvoor hij staat: ‘Minister-president, dat wil ik worden. Om Nederland terug te geven aan de Nederlanders. Eigen Volk Eerst.’
Nog dit. In Nederland is er geen opkomstplicht. Zij die in Vlaanderen denken dat de afschaffing van de stemplicht een automatische rem zal zijn op het succes van extreemrechts, rekenen zich misschien slapend rijk maar zouden op de verkiezingsdag van een koude kermis thuis kunnen komen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier