De regering-De Wever: een tegennatuurlijk kabinet in tijden van Trump en Musk

Bart De Wever. © Belga Imaga
Walter Pauli

De grapjes over de Vlaams-nationalist De Wever die de federale regering zal leiden zijn natuurlijk niet van de lucht. Maar in die tegenstelling zit wel een ferme waarheid: dat deze regering inderdaad ongewoon is. In de praktijk zou zo’n tegennatuurlijk kabinet wel eens de gepaste formule kunnen zijn om het hoofd te bieden aan de dystopische tijden waarin de wereld is beland.

De zieke man van Europa: het was de pijnlijkste en niet eens zo foute bijnaam waarmee België jarenlang werd weggehoond. Niet alleen het buitenland keek meewarig naar het land met hellhole Brussels als hoofdstad. Zelfs wij Belgen beoordelen wat fout of onaangenaam is als ‘Belgisch’. ‘Belgisch weer’: als dat woord valt, weet iedereen dat het pijpenstelen regent. ‘Typisch Belgisch’ betekent nu eenmaal ‘absurder kan het niet’.

Ceci  n’est pas une pipe: het zou zelfs op de vorming van de regering-De Wever kunnen slaan, indien we het hele proces zouden beoordelen vanuit een klassieke Belgische  attitude. Negentien keer moest de formateur naar de koning. De ene supernota leek een variant van de vorige. Als die kleinere linkse kandidaat-regeringspartij uit Vlaanderen dan toch bijna akkoord ging, maakte die grotere rechtse uit Franstalig België plots opnieuw van haar oren.

De Vlaamse regering is vrouwelijker dan ooit, het federale gedoe is weerom een pokerspel voor venten onder elkaar.

Om na alweer honderden dagen toch een beetje in stijl af te sluiten, wilde De Wever vergaderen in Hertoginnedal, het klassieke decor waar de vorige generaties hun politieke akkoorden afklopten. Helaas, de verwarming was stuk. Dan maar naar de Koninklijke Militaire School, waar de statigheid van het koude kasteel werd ingewisseld voor de joligheid van jongens die samen op veldbedjes slapen: wie haalt straks stiekem de drank boven, de boekskes? En die mannen moeten straks het land leiden? Want het was natuurlijk weer van dat: de Vlaamse regering is vrouwelijker dan ooit, het federale gedoe is weerom een pokerspel voor venten onder elkaar.

‘Hij is niet de baas’

Zo zouden we dus ook kunnen schrijven over het eerste kabinet-De Wever: als de zoveelste aflevering van de steeds wanhopiger instandhouding van een politiek stelsel dat op zijn laatste benen loopt, tot het ineens in gruis uit elkaar valt. Dat stelsel heeft een naam, het heet: parlementaire democratie. Vanuit een breder perspectief zelfs: internationale rechtsorde.

Dat is géén fictie. In de VS gooit de nieuwe regering-Trump alle regels overhoop, en zien rechters zich minder dan veertien dagen na de eedaflegging al genoodzaakt om belangrijke beleidsbeslissingen op te schorten. In buurland Nederland – ‘gidsland Nederland’, weet u wel – werd niet één politicus geschikt bevonden om de nieuwe regering te leiden. Uiteindelijk doet Den Haag het met ambtenaar Dick Schoof. Geert Wilders, de leider van de grootste Nederlandse partij in de Tweede Kamer, kan intussen ongestoord uitleggen hoe hij de positie van Schoof ziet: ‘Hij is niet de baas.’ 

Muskianen in België

Uitgerekend in Italië en Duitsland kruipen de geesten van het verleden uit hun graf. In Italië is extreemrechts aan de macht, en de meeste Italianen lijken er niet om te malen. Premier Giorgia Meloni maakte al miljardendeals met Donald Trump toen die nog niet eens op post was, wat hem niet verhinderde alvast de zaakjes van zijn nieuwe beste vriend Elon Musk te behartigen.

Musk heeft in Duitsland al de score van het extreemrechtse Alternative für Deutschland (AfD) opgedreven in de peilingen. In het Verenigd Koninkrijk ligt, na inmenging van de miljardair, de Reform Party in alle grote peilingen voor op de Conservatieven, en dat terwijl alle approval rates wijzen op steeds minder goedkeuring voor het beleid van Labour-premier Keir Starmer.

De geschiedenis had maar een beetje anders moeten lopen of ook België had wel eens geleid kunnen worden door politici die het allemaal niet zo slecht vinden wat er om ons heen gebeurt. ‘Ook België is stilaan toe aan een figuur als Elon Musk’: daarover had vorige week niemand minder dan oud-premier Yves Leterme (CD&V) een uitgebreid interview op Doorbraak.be. Niet alleen Musk vindt hij top, ook over Donald Trump is er vooral veel goeds te zeggen: ‘Op een aantal punten vertolkt hij precies wat een meerderheid van de kiezers wil. Onder meer wanneer het gaat over migratie, veiligheid en minder bureaucratie heeft hij grotendeels gelijk. Het probleem is dat de West-Europese democratieën vandaag nog niet op het punt zijn beland dat ze dat ook durven te erkennen.’

Ook die laatste toevoeging was geen toevallige verspreking: Leterme neemt daarmee welbewust afstand van het Belgische consensusmodel. Zijn voorgangers Jean-Luc Dehaene en Wilfried Martens had gezorgd voor een ‘institutioneel kluwen’, en ‘dat breekt ons nu zuur op’.

Dansen op tafel

De koppeling van Letermes sympathie voor Musk en Trump, en zijn kritiek op Martens en Dehaene, is opmerkelijk en niet toevallig. Zeker omdat het komt van een politicus die ooit als het ware werd geplebisciteerd om het land te leiden – in 2007 behaalde Leterme net geen 800.000 voorkeursstemmen – maar er vervolgens weinig van bakte.

In wat Letermes topjaren hadden moeten zijn, symboliseerde hij als premier de absolute stilstand van het Belgische model.

In wat Letermes topjaren hadden moeten zijn, symboliseerde hij als premier de absolute stilstand van het Belgische model. Tijdens de drie jaren na zijn grote verkiezingsoverwinning volgden niet minder dan víér federale regeringen (Verhofstadt III, Leterme I, Van Rompuy en Leterme II) elkaar op. In 2010 kwamen er dan eindelijk de onvermijdelijke vervroegde verkiezingen. Toen grepen Bart De Wever en zijn N-VA de macht. Vijftien jaar later zijn zij nog altijd de baas. En nu is De Wever zelf – eindelijk? – ook de eerste minister van België.

Merkwaardig toch. In 2007 stonden Leterme en De Wever nog hand in hand boven op een tafel te dansen, en een zaal vol CD&V’ers en N-VA’ers juichten de twee politieke leiders van hun Vlaamse kartel hartstochtelijk toe. Dat verbond was niet alleen pro-Vlaams maar ook uitgesproken anti-Belgisch. Het was bovendien een antisysteempartij aan het worden. Letermes beroemdste oneliner was zijn kritiek op de (paarse) politiek: het ontbreekt de leiders van het land aan ‘vijf minuten politieke moed’. Dat had voldoende moeten zijn om de voet te zetten tegen ons vermolmde Belgische model, sowieso wachtte ons dan een betere toekomst.

Bestraffend liberalisme

Ook Bart De Wever heeft het failliet van België altijd voorspeld. Voor hem hing (hangt?) België niet alleen samen met een politieke werkelijkheid, maar ook met een maatschappelijk en sociaal-economisch model. Het tweestromenland, weet u nog wel, het rechtse Vlaanderen en de linkse as Wallonie-Bruxelles. Analyses zijn natuurlijk maar wat ze waard zijn. Tijdens de onderhandelingen van het voorbije half jaar was de meest linkse figuur een Vlaming (Conner Rousseau, Vooruit) en de meest rechtse rouwdouwer een Waal (Georges-Louis Bouchez, MR). Daartussen profileerde de formateur zich als de verpersoonlijking van ‘het gezond verstand’.

‘Arizona deelt geen cadeaus uit aan de zijnen, maar zorgt voor straffen aan de anderen.’

In ons Franstalige zusterblad Le Vif maakte collega Nicolas De Decker een interessante historische vergelijking tussen de uitgangspunten van de regering-De Wever en die van het vorige federale kabinet waarin de N-VA zat: de regering Michel I (2014-2018). Die regering trakteerde het N-VA-kiezerspubliek op lekkers: de afschaffing van de werkgeversbijdragen tijdens de eerste vijf jaren tewerkstelling, miljardenopbrengsten dankzij de zogenaamde taxshift, een verlaging van de bedrijfsbelastingen enzovoort.

Tegelijk verhoogde de regering-Michel bijvoorbeeld ook de sociale uitkeringen tot de hoogte van het minimumloon. De toenmalige rechtse en in economisch opzicht liberale regering zocht een evenwicht door de verschillende sociale groepen vooruit te helpen, zij het enkele beduidend meer dan andere. De regering-De Wever, betoogt Le Vif, zorgt voor een omgekeerde dynamiek. ‘Arizona deelt geen cadeaus uit aan de zijnen, maar zorgt voor straffen aan de anderen. Het is een vorm van liberalisme sanctionneur, een bestraffend liberalisme.’

De bijzaak genaamd staatshervorming

Daar zit iets in. We leven in een tijd waarin zowel links als rechts weer zwierig gebruikmaakt van geboden en verboden, in plaats van te kiezen voor meer vrijheden. Het gaat van ‘gij zult minder drinken en minder zout eten’ tot ‘hier spreekt men Nederlands’, en bovenal: ‘werken baat, de rest schaadt’. Die mentaliteit zit inderdaad in de regeringsteksten, en dat strookt met de ideologie van de N-VA, zelfs met de manier waarop veel N-VA’ers zelf in het leven staan. 

Socialistische principes werden stilletjes gelost – ‘als winden’, naar de gevleugelde woorden van oud-premier Gaston Eyskens.  

Maar er zit ook een belangrijke andere kant aan. Anders dan de Zweedse regering, die in zekere zin kon teren op het strenge (door Eurocommissaris Olli Rehn opgelegde) begrotingsregime van de voorgaande regering-Di Rupo (2011-2014), is de regering-De Wever door de EU verplicht om zelf te sparen. Wie moet bezuinigen, kan gewoon niet uitgeven. En dan heeft die zo merkwaardige regering-De Wever, met haar zogezegd onmogelijke spreidstrand tussen een sterk rechts blok, een centrumgroep van christendemocraten en een kleinere maar noodzakelijke centrumlinkse partij, gekozen voor een erg nieuwe aanpak. Eén waarin iedereen eigen taboes moet laten varen.

Met voorop Vooruit. De werkloosheidsuitkering die onbeperkt was in de tijd, het onaantastbare ambtenarenpensioen, zelfs, letterlijk genomen, de 8-urige werkdag (toch de historische socialistische zege uit 1921, maar wie werkt vandaag nog volgens de eisen en behoeften van toen): allemaal principes die stilletjes werden gelost – ‘als winden’, naar de gevleugelde woorden van oud-premier Gaston Eyskens.  

De N-VA ziet au fond af van een belangrijke staatshervorming. Wie had dat in 2010 kunnen vermoeden, dat Bart De Wever ooit premier zou worden van een regering waarvoor institutionele hervormingen een bijzaak zijn?

Rol van de koning

En dat allemaal na een formatie waarin zelfs koning Filip met een versterkt imago naar buiten komt. Nooit heeft een vorst een politicus zo lang en zo onvoorwaardelijk gesteund. Filip beschouwde het premierschap van De Wever (en de coalitie die hij op de been bracht) als de juiste emanatie van de verkiezingen – en en passant het best mogelijke verbond om én Europa te gehoorzamen, én het land niet hopeloos te verdelen (jaja), én de samenleving langzaam maar zeker te moderniseren.

Nooit heeft een vorst een politicus zo lang en zo onvoorwaardelijk gesteund.

Wie had zelfs vorige week nog kunnen vermoeden dat de MR enigszins akkoord zou gaan met het principe ‘dat de sterkste schouders ook de zwaarste lasten moeten dragen’ – vandaar een tot nu onmogelijk gehouden meerwaardetaks van 10 procent. Dat is natuurlijk nog altijd niet hetzelfde als de veel hogere ‘rijkentaks’ die de PVDA wenst, maar het is wel een (vanzelfsprekend gematigde) vertaling van de aloude communistische strijdkreet van de jaren tachtig en negentig: ‘Doe de rijken de crisis betalen.’ De regering-De Wever maakte ervan: ‘Doe ook de rijken de crisis betalen.’ En natuurlijk ook veel ambtenaren en – dat is dan weer zeer omgekeerde solidariteit – de (oudere) laaggeschoolde vrouwen. Zelfs als die vandaag met z’n allen voltijds beginnen te werken, zullen velen van hen nog altijd aankijken tegen een beduidend lager pensioen.

Geen club van heiligen

Ook de regering-De Wever is een regering van politici, geen club van heiligen die alleen maar aanbidding en bewondering verdient. Maar misschien heeft ze wel de verdienste om te doen wat in zo veel andere westerse landen als Nederland, Italië, de VS, straks mogelijk ook Duitsland en Frankrijk en zelfs het Verenigd Koninkrijk, haast onmogelijk aan het worden is. Namelijk in deze dystopische tijden een nette, democratische regering op de been brengen die de onderdelen van de samenleving níét tegen elkaar opzet, maar eerder dwingt tot eenzelfde project: als we allemaal wat meer afstand nemen van ons eigen particuliere belang, komen we er misschien samen door. Zelfs dat is niet zeker, in een wereld waarin Vladimir Poetin en Donald Trump de kaarten uitdelen. Maar optimism is a moral duty, nog steeds.

Het bizarre, haast tegennatuurlijke kabinet-De Wever zou wel eens een realistisch antwoord kunnen zijn op de dystopische tijden waarin we leven.

Vanuit dat perspectief zou het bizarre, haast tegennatuurlijke kabinet-De Wever wel eens een realistisch en hoe dan ook democratisch politiek antwoord kunnen zijn op de dystopische tijden waarin we leven. Wie had het ooit kunnen denken, dat een regering met een N-VA’er als premier de ambitie heeft om van ‘de zieke man van Europa’ iets te maken dat in de huidige, uiterst morsige Europese context, enigszins lijkt op ‘Gidsland België’?

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content