Vrije Tribune
‘De recepten van de particratie zijn stilaan versleten’
‘De huidige manier van werken van de particratie en de kadaverdiscipline die daarbij hoort, is niet lange democratisch’, schrijft Yves Bruggeman van de burgerlobby Pro. Hij pleit ervoor om het systeem open te breken, met meer inspraak van de parlementen. ‘Vorm een minderheidsregering met gedoogsteun en laat wisselende meerderheden toe.’
De politieke cultuur in België wordt gekenmerkt door opvallend veel fricties en botsingen tussen meerderheidspartijen onderling. Zo zagen we deze legislatuur al dat er in de Vlaamse regering spanning is geweest rond de kinderbijslag en recent opnieuw het stikstofakkoord met partijvoorzitters in de hoofdrol. Hetzelfde verhaal zien we in de federale regering waar MR partijvoorzitter Georges-Louis Bouchez de afschaffing van het fiscale gunstregime van voetballers tegenhield. Daarna blokte Open VLD voorzitter Egbert Lachaert de lang gevraagde fiscale hervorming af. Ook Paul Magnette laat geregeld een “njet” klinken en elke discussie over abortus zal onvermijdelijk op een “niet met ons” van de CD&V botsen.
Dergelijke debatten vinden niet plaats in het parlement, zoals het hoort in een parlementaire democratie, maar op sociale media of in besloten en geheime kringen van ministers, kabinetten en partijvoorzitters.
Daarbovenop hangen Vlaamse parlementsleden van de meerderheidspartijen CD&V, N-VA en Open VLD aan de ketting door het zogenaamde “zwijgakkoord”. Zij moeten achter de schermen eerst een akkoord krijgen van de meerderheidspartijen vooraleer ze een voorstel van decreet mogen indienen. Vooral gemotiveerde parlementsleden hebben hier moeite mee. In het verleden hekelde Orry Van De Wauwer (CD&V) het gebrek aan transparantie en onlangs doorbrak Maurits Vande Reyde (Open VLD) het zwijgakkoord door een resolutie in te dienen die niet was onderschreven door de CD&V.
Putch op de macht
Stel je voor dat jouw sportvereniging zo zou werken. Je zit met elf mensen te discussïeren in het bestuur, zes mensen staan tijdens de vergadering ineens op, gaan naar buiten, bedisselen onder elkaar en komen dan terug met de boodschap dat zij met elkaar beslissen want zij vormen een meerderheid. Stel je bovendien voor dat die zes mensen vervolgens zeggen dat ze de komende vijf jaar alles onder elkaar gaan bedisselen. Hoe zou jij je voelen bij zo’n putch als je tot die vijf overigen behoort ?
Tijdens het radio 1 programma De Wereld Vandaag van dinsdag 28 februari nodigde Ruth Roets oud gediende CD&V-politica Wivina Demeester uit om haar licht te laten schijnen over de politieke impasse binnen de Vlaamse regering rond het stikstofdossier. Zij vindt dat men een ‘compromis’ moet nastreven. Politiek in België gaat voor haar blijkbaar niet over beleidskeuzes, maar over compromissen, het verdelen van de lusten en de lasten zeg maar. ‘Want je bent met drie en je moet rekening houden met de mening van elke coalitiepartner.’ Ze wil naar eigen zeggen geen politiek gemarchandeer, maar dat is het wél natuurlijk.
De rol van het parlement komt in haar beschouwing niet voor, maatschappelijk draagvlak al helemaal niet. Het typeert de voorhistorische visie van de oude generatie politici op onze parlementaire democratie. Al is het met onze huidige generatie politici niet beter gesteld. Ook zij vertrekken nog altijd van het principe van een particratie waarin het parlement geen rol speelt.
De gevolgen zijn bekend: een beleid gericht op het status quo en een beleid dat feiten achterna holt omdat beleid mét parlementair draagvlak niet ingevoerd geraakt zodra er één partijvoorzitter dwars ligt. Dat veroorzaakt ook grote frustratie van parlementsleden omdat het niet alleen wringt met het eigen partijprogramma maar ook met hun eigen overtuiging. En de parlementsleden van de oppositie zijn op hun beurt gefrustreerd omdat hun voorstellen per definitie worden afgekeurd. Vraag maar aan federaal parlementslid Valerie Van Peel (N-VA) die veel investeerde in bruggen bouwen over partijgrenzen heen, maar in het federale parlement botste op de kadaverdiscipline van de federale regeringspartijen.
Ten slotte wordt ook de parlementaire controle afgezwakt. Logisch, de meerderheidspartijen controleren zichzelf. Dat komt vooral tot uiting in parlementaire onderzoekscommissies die in hun rapporten de politieke verantwoordelijkheden buiten de onderzoeksscope houden. Waartoe gebrek aan controle kan leiden, hebben de recente pensioenbonussen voor Kamervoorzitters en topambtenaren nog maar eens aangetoond.
(Lees verder hieronder.)
Er zijn politici die dit ‘probleem’ willen oplossen met minder partijen om zo met minder partijen een coalitie te kunnen vormen. Met minder partijen kom je makkelijker tot compromissen, is de redenering. Om die reden hebben grote partijen reeds de kiesdrempel ingevoerd. Democratische bekommernissen zoals de maatschappelijke representativiteit van een verkozen orgaan en kansen voor nieuwkomers zijn niet aan de orde. Diversiteit? Akkoord, maar niet in onze parlementen en gemeenteraden aub. Het recente voorstel van N-VA voor een kieshervorming met “winner takes all”-principe en één grote kieskring voor de mediakanonnen was hier een treffende illustratie van.
Vorm een minderheidsregering met gedoogsteun en laat wisselende meerderheden toe
Wat een contrast met Canada waar de regering gevormd wordt door de grootste partij – die zelf geen meerderheid heeft in het parlement. Daar moet een regering netjes een meerderheid gaan overtuigen in het parlement als ze wetgeving wil wijzigen. Het parlement – de wetgevende macht – is er baas en de regering – de uitvoerende macht – voert uit. Zoals het hoort in een parlementaire democratie. Deze regel staat niet in hun grondwet, nee, het is een politieke cultuur, een kwestie van houding.
(Lees verder hieronder.)
Ook in Denemarken is het parlement baas over de uitvoerende macht. Daar bestuurt de regering eveneens met een minderheidscoalitie, maar dan met gedoogsteun van één partij uit de oppositie. Het is een formule die er al decennia lang werkt.
Wordt het misschien niet tijd om dit concept ook in Vlaanderen uit te testen? Waarom zouden we vanaf 2024 niet kunnen werken met een minderheidsregering, die dan in het parlement steun zoekt voor verschillende wetsvoorstellen en waarbij alle parlementsleden gewoon vrij kunnen stemmen en initiatieven nemen? Waarom is zoiets vandaag science fiction in Vlaanderen? Ligt het eraan dat geen enkele partij bereid is om steun te leveren zonder een ministerpost in de regering te krijgen? Als dit de ware reden is, is het hoog tijd voor nieuwe partijen die kijken naar beleid dat goed is voor de burger, eerder dan de ministersposten voor zichzelf.
Yves Bruggeman is politiek secretaris van Pro, een burgerlobby die in 2019 ook al aan verkiezingen deelnam.
Zwijgakkoord
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier