Maxim Veys
‘De minister van Wonen schroeft de kansenmachine uit elkaar’
‘De Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) heeft de voorbije jaren een stevige rem gezet op de sociale woningbouw. Elk jaar wordt een nieuwe bodem bereikt. Zo verspillen we kruiwagens aan talent’, schrijft Vlaams parlementslid Maxim Veys (Vooruit).
Vlaams minister van Wonen, Matthias Diependaele, liet onlangs optekenen dat er te veel gefocust wordt op de 20% armsten. Je kan de man geen gebrek aan duidelijkheid verwijten. Matthias Diependaele is de minister van de gezinnen die de stijgende huur- en koopprijzen kunnen betalen. En de rest? De rest moet wachten op een betaalbare woning die nooit komt.
Bij die rest horen ook de kandidaten voor een sociale woning. Zij zijn vandaag met 176.026. Een lichte daling tegenover vorig jaar. Dit is het gevolg van een lang uitgestelde actualisatie van de wachtlijst. Die actualisatie smukt de cijfers tijdelijk op, maar structureel is er niets veranderd, integendeel. Achter het rookgordijn schuilt een sombere realiteit voor de duizenden kandidaat-huurders. De minister grijpt de tijdelijke daling aan om een goednieuwsshow op te voeren, terwijl de sociale woningbouw in realiteit compleet is stilgevallen. Er zijn in 10 jaar nog nooit zo weinig sociale woonprojecten opgestart. Er zijn in 10 jaar nog nooit zo weinig sociale woningen opgeleverd.
De cijfers liegen er niet om, de minister heeft de voorbije jaren een stevige rem gezet op de sociale woningbouw. Elk jaar wordt een nieuwe bodem bereikt. Een deel van het budget dat niet benut wordt, jaarlijks meer dan een miljard, wordt stiekem weggesluisd. Geen regeringslid dat erom maalt. De gevolgen zijn nochtans ernstig, we verspillen kruiwagens aan talent.
Na de onderwijscrisis volgt de wooncrisis. Een kind dat geen leraar voor de klas heeft, zal achterstand oplopen. Een kind dat opgroeit tussen de schimmel en geen plaats heeft om huiswerk te maken, loopt ook achterstand op. De ouders van deze kinderen behoren evenwel tot de 20% laagste inkomens.
Daar legt de minister zijn focus niet op. Of toch wel, op een negatieve manier, door sociale huurders zwart te maken en hen af te schilderen als frauderende profiteurs. De minister communiceert graag over hoeveel frauderende huurders hij uit sociaal wonen heeft gegooid. Fraude moet uiteraard bestreden worden, maar de minieme winsten die hij op dat vlak boekt, wegen totaal niet op tegen de gigantische verliezen die hij noteert op vlak van betaalbaar woonaanbod. Zijn hervormingen in de sector hebben de bouw totaal lamgelegd en de gemeenten worden niet gestimuleerd om extra sociale woningen te voorzien. Integendeel, de minister legde een plafond van 15% sociale woningen per gemeente op.
Een straf voor de goede leerlingen.
Het Grondwettelijk Hof floot de minister recent terug over deze maatregel, maar de boodschap is bij de gemeenten wel aangekomen. Wie veel sociale woningen bouwt, wordt bestraft. Wie er weinig bouwt, gaat vrijuit. Het is een zeer cynisch beleid dat ervoor zorgt dat niemand nog gemotiveerd is om een inhaalbeweging te maken. Een beleid dat ervoor zorgt dat mensen met een achterstand ook zullen achterblijven.
De mensen die op de wachtlijst staan, worden vandaag slachtoffer van huisjesmelkers in de private huur. Deze huurders betalen te veel huur voor een slechte woning. Zij komen met moeite rond, maar kunnen geen kant op. De keuze is simpel: de hoge huurprijzen slikken of op straat belanden. Door als overheid geen betaalbare woningen te voorzien, laat je deze mensen in de steek. Door die crisis te negeren, verdwijnen deze mensen niet. Deze gezinnen onder de mat vegen, is het domste wat je kan doen in onze kenniseconomie. Het is de taak van politici om de wooncrisis aan te pakken en dat begint met uit te leggen waarom sociaal wonen zo belangrijk is. Sociaal wonen is namelijk de best mogelijke dam tegen werkloosheid, criminaliteit en leerstand. Daar heeft de hele samenleving baat bij.
Sociaal wonen is effectief én efficiënt. Een sociale woning geeft gezinnen de mentale en financiële ruimte om terug in de maatschappij te stappen. Om een opleiding te volgen, een sociaal netwerk uit te bouwen, een traject richting werk op te starten. Om uit het sociaal isolement en de continue overlevingsmodus te treden. Sociaal wonen is een kansenmachine voor de kanslozen. Niemand lijkt ervan wakker te liggen dat de minister van Wonen die kansenmachine uit elkaar aan het schroeven is. Het is in ieders belang dat we die machine terug in elkaar steken en opnieuw gaan bouwen. In onze kenniseconomie hebben we elk
talent nodig.
De ongelijkheid die momenteel wordt gecreëerd op de woningmarkt, brengt onze welvaart in gevaar. Ik zal voorstellen blijven doen om die evolutie te keren. Na de afbraak moet de heropbouw volgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier