Jean-Marie Dedecker (LDD)
‘De kneuterigheid van het Vlaams Parlement is overgewaaid naar het federaal halfrond’
‘Als volksvertegenwoordiger worden we verondersteld slim genoeg te zijn om wetten te maken, maar te dom om te kiezen wat we achterover kunnen drukken’, schrijft Kamerlid Jean-Marie Dedecker, nu premier Bart De Wever opnieuw een oproep heeft gedaan om alcohol te bannen uit de cafetaria van de Kamer. ‘Met de komst van de smartphone is de bierkraan jaren geleden al langzaam dichtgedraaid en de schijnheiligheid toegenomen.’
“Onze ouders zouden in de wereld van nu niet meer kunnen functioneren” schreef Marnix Peeters vorige week stekelig in Het Laatste Nieuws. “Zij zouden dokter Preut, als die voor de zoveelste keer zou komen leuteren over hun gebruik van keukenzout, het aantal exports dat ze dronken en het benzeen in hun groene Michels, een dus danige dreun voor z’n kanis geven dat hij vijf dagen later nog de vogeltjes hoorde fluiten, en geen fraai lied.”
Elke dag een nieuw verbod. In Leuven worden de stadsambtenaren letterlijk en figuurlijk de mond gesnoerd. Ze mogen niet meer kussen en er ook niet over communiceren. We worden bang gemaakt en gehersenspoeld met wetenschappelijke banbliksems.
Een bloemlezing uit de angstbijbel van de onheilsprofeten, alleen al van de afgelopen weken.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) wil ons minder zout laten eten, nadat er eerder al studies waren die stellen dat te enthousiast bijkruiden het leven van de man met 2,3 jaar verkort, en dat van de vrouw met 1,5.
Volgens Sciensano sterven er 10 Belgen per dag ten gevolge alcoholmisbruik, en is 3% van alle overlijdens te wijten aan de teut (14% meer dan in 2013). Boven de 10 glazen per week ben je al een zware drinker. En als je je lazarus drinkt krijg je een hele hoop kwalen. Je hersenen verschrompelen, je lever ontploft, borstkanker staat op het menu, en vrouwen krijgen botontkalking in de menopauze. Leuvense proffen zagen onlangs ook dat het gezichtje van de vrucht in de baarmoeder net boven de bovenlip en de neus afvlakt bij laag tot matig alcoholverbruik door de zwangere moeder.
Volgens gezondheidsdata van de University College London kost een sigaret roken telkens 20 minuten van je leven (een man verliest 17 minuten levenstijd en een vrouw 22). Volgens een Amerikaans-Canadese studie is het 10,7 jaar.
Van onze nieuwe keizer-kosters in de Wetstraat mogen we straks geen sigaretje meer roken in open lucht op een terrasje aan de zeedijk. Ik heb al een paar klapstoeltjes gekocht om aan de waterlijn bij eb te genieten van de reuk van de peuk, aan de rafelrand van de surveillancestaat.
Julius Caesar (+44 a.C) schreef dat de Belgen niet alleen de dappersten onder de Galliërs waren, maar ook sterke dobbelende drinkebroers.
Vandaag mogen ze nog een kraslotje kopen van de Lotto, en worden ze te zwak bevonden om te weerstaan aan de gokreclame op een voetbaltruitje.
Machthebbers hebben altijd al de behoefte gehad om hun eigen levenswijze op te leggen aan anderen. De Romeinse keizer Augustus (63 a.C–14) wilde met zijn Lex Julia het morele verval van zijn SPQR-onderdanen bestrijden. Tevergeefs. Zijn opvolgers maakten het nog bonter. Nero stak Rome in de fik en Caligula benoemde zijn paard tot consul.
Dit laatste werd in een parlementair debat ook ooit verweten aan toenmalig premier Verhofstadt die zijn kabinetschef benoemd had tot minister van Staat. Als je met één oog koning wilt worden, dan moet je louter blinden om je heen verzamelen.
Wie bij Guy Verhofstadt in het gevlei wilde komen moest de beste wijnjaren van een fles Barolo kunnen opdreunen, en bij elke lunch een vitello tonnato of carbonara achter de kiezen steken. Jaknikkers, eigenhachjesredders en veredelde pizzakoeriers tafelden zich toen tot lakeien van de macht.
Op bevel van onze nieuwe premier zouden onze Kamerleden nu ook de ascetische toer op moeten. De kneuterigheid van het Vlaams Parlement is overgewaaid naar het federaal halfrond.
De Kamervoorzitter heeft een appartement in het parlement met een ledikant, een kok in zijn keuken, een kelder exquise wijn en een roedel lakeien om hem te bedienen. Elke ambtswoning van een minister geniet dezelfde bezetting. Maar wat voor het het werkvolk, de volksvertegenwoordigers? Geldt daar voortaan een menu van links gedraaide yoghurt, een glas karnemelk, en een fles kraantjeswater, duurzaam gevuld met een ecologische Sodastream. Straks ruik je nog de margarinegeur in het vegetarisch broodtrommeltje.
Zelf drink ik nooit alcohol in de koffiekamer naast het halfrond. Niet uit puriteins principe, want ik hou van een flinke neut, maar omdat ik steevast met mijn hoestbui op vier wielen telkens nog 125 km naar huis moet tuffen na een dagje keffen in de praatbarak. Maar ik zal altijd mijn collega’s verdedigen die bij een glas schuimend bier de ondraaglijke lichtheid van het parlementair bestaan eventjes willen doorspoelen.
Ik verkies een tournée génerale boven een tournée minérale. Ik hou meer van een leuke toogbabbel dan van sneue zielen die apathisch naar de schermpjes van hun gsm zitten te loeren, en af en toe wat lettergrepen naar hun collega-zielen doortikken.
Een kwarteeuw geleden waren de koffiekamers van de Senaat en de Kamer een gezellige politieke clubhuizen, waar bij pot en pint meer stemovereenkomsten gesloten werden dan in de hoofdkwartieren van de partijen. Sporadisch stond er een minister in ‘korsakov-modus’ te wauwelen op het spreekgestoelte over een groen en een wit pensioenboek, maar de maten dronken met mate. Achter het statig gebouw, aan de Leuvenseweg, leefden dorpscafétjes als “De Jaguar” & Co, van het vertier van het broeiend parlementaire leven in de Kamer en de Senaat. Bij nachtzittingen kwam er een bode de doorzakkers verwittigen dat de bel geklonken had voor de ultieme stemmingsronde in de praatbarak. What happened in the House, stayed in the House.
Het kan verkeren.
Met de komst van de smartphone is de bierkraan jaren geleden al langzaam dichtgedraaid en de schijnheiligheid toegenomen. De angst om als bezopen pispaal op de sociale media te kakken gezet te worden heeft de gezelligheid verdreven. Big Brother is watching you, en de Grote Leider dicteert de wet. Bleekwaterpoltici hebben nu een duimmuis in plaats van ballen. Er wordt meer wijn gedronken in een sacristie van een dorpskerk dan in de koffiekamer van het parlement.
Er zit al mijn leven lang een libertair duiveltje op mijn schouder dat me waarschuwt voor deugneuzen, regelneven, glibberige hielenlikkers en kleuterklasgedoe.
Als volksvertegenwoordiger worden we verondersteld slim genoeg te zijn om wetten te maken, maar te dom om te kiezen wat we achterover kunnen drukken. Nieuwe wetten en een strengere moraal leiden veeleer tot een opflakkering van de hypocrisie dan tot vernieuwde deugdzaamheid. “We hebben te veel politici die slogans op bierglazen en parasols willen laten drukken. Tegelijk zijn er te weinig die vooruitdenken over zaken die werkelijk van belang zijn.” Een wijs man, die Marnix Peeters. Ook ik houd meer van rokers dan van kankeraars en woke wauwelaars.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier