De jonge leeuwen van onze politiek: ‘Eigenlijk wilde ik profvoetballer worden’

© Knack
Kristof Clerix
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Wie zijn de jongste verkozenen van onze politieke partijen? Knack sprak met de generatie van de toekomst.

Wanneer en waarom bent u in de politiek gestapt?

Mercina Claesen: Een vriend sprak me aan om bij de Vlaams Belang Jongeren te gaan. Zo ben ik er stilletjes aan ingerold. Ik was toen 17 jaar.

Waarom denkt u dat u verkozen bent geraakt?

Claesen: Een combinatie van verschillende zaken: ons sterke programma, mijn sociale achtergrond en het feit dat ik jong ben – want de jeugd heeft haar stem laten horen. Ik heb ook de benen vanonder mijn lijf gelopen tijdens huisbezoeken. Zo kon ik mensen op een laagdrempelige manier aanspreken. En op sociale media heb ik altijd zo snel mogelijk vragen en berichten beantwoord.

Ik wil vooral focussen op het thema jeugd en op het sociale aspect.

Wat wilt u tijdens uw mandaat realiseren?

Claesen: Samen met ons sterke team wil ik vooral focussen op het thema jeugd en op het sociale aspect. Denk aan zaken als wachtlijsten in de jeugdzorg of het gegeven dat organisaties in de jeugdhulpsector momenteel meer naast elkaar werken dan samen met elkaar. Ik wil vooral goed luisteren naar de noden in het werkveld, en van daaruit verder beleid voeren.

Wat vindt u van de verkiezingsuitslag?

Claesen: Ik ben tevreden. Ik had geschat dat het Vlaams Belang 23 à 24 procent zou halen. We zijn in alle opzichten gestegen. We hebben een hele goede campagne achter de rug. We hebben effectief geluisterd naar de mensen tijdens huis- en marktbezoeken.

Wie is uw politieke voorbeeld?

Claesen: Chris Janssens is heel goed in speechen en ook Tom Van Grieken hoor ik graag als spreker. Hij kan zaken vertellen op een laagdrempelige en hapklare manier. En hoewel ik het ideologisch niet met hem eens ben, vind ik dat ook Sammy Mahdi (CD&V) het goed aanpakt – ik heb hem in Leuven tijdens debatten bezig gezien.

Wanneer en waarom bent u in de politiek gestapt?

Amina Vandenheuvel: Op mijn zestiende ben ik lid geworden van de jongerenbeweging van de PVDA. Ik ben vooral heel actief geworden rond de klimaatstrijd. Het klimaat gaat ons allemaal aan en is bepalend voor onze toekomst.

Waarom denkt u dat u verkozen bent geraakt?

Vandenheuvel: Omdat héél veel jongeren hun stem hebben laten horen in deze verkiezingen. Zij vinden dat er meer jonge mensen in het parlement moeten zitten.

Wat wilt u tijdens uw mandaat realiseren?

Vandenheuvel: Ik wil de stem van de jongeren laten horen, rond tal van thema’s. Zoals openbaar vervoer. Ik vind het bizar dat een minister die zelf nooit het openbaar vervoer neemt ervoor kan kiezen 3000 bushaltes af te schaffen. Veel leeftijdsgenoten maken er zich ook zorgen over of ze wel een huis en een goede job zullen vinden. Daar wil ik in het parlement iets aan doen.

We hebben het verschil gemaakt met onze standpunten over het openbaar vervoer of Palestina.

Wat vindt u van de verkiezingsuitslag?

Vandenheuvel: Ik ben supertevreden over wat we met de PVDA hebben gedaan. De afgelopen weken zijn we heel veel de straat opgegaan. Overal merkte ik veel enthousiasme voor onze partij en onze boodschap. Ons resultaat, zeker in Antwerpen, stemt mij hoopvol over de toekomst. Veel mensen hebben in de PVDA een alternatief gevonden. Met onze standpunten over bijvoorbeeld het openbaar vervoer of Palestina hebben we het verschil gemaakt.

Wie is uw politieke voorbeeld?

Vandenheuvel: Ik kijk enorm op naar Jos D’haese, die vijf jaar geleden voor het eerst aantrad in het parlement. Hij heeft de verhalen van jongeren naar het parlement gebracht. Verder kijk ik op naar mensen die hun stem laten horen, waar ook ter wereld. Zoals de Palestijnse activiste Ahed Tamimi, die zich al jarenlang inzet tegen de onderdrukking door Israël.

Wanneer en waarom bent u in de politiek gestapt?

Oskar Seuntjens: Eigenlijk wilde ik profvoetballer worden, maar dat is helaas niet gelukt. Ik ben pas geïnteresseerd geraakt in politiek tijdens de vorige verkiezingen, toen het Vlaams Belang onverwachts heel erg groot werd. Dat heeft me hard geraakt. Want ik heb gezien wat het met mensen doet als ze uitgesloten worden op basis van wie ze zijn – of dat nu in het voetbal, op school of op de universiteit is. Daarom heb ik besloten mij te engageren in de politiek. Dat heb ik gedaan bij de jongerenpartij van Vooruit, waarvan ik nu twee jaar voorzitter ben.

Waarom denkt u dat u verkozen bent geraakt?

Seuntjens: Het heeft sowieso geholpen dat Vooruit jonge mensen op een verkiesbare plaats heeft gezet. Als jongerenvoorzitter ben ik de voorbije jaren heel veel in contact geweest met jongeren, en tijdens de kiescampagne heb ik tal van schooldebatten overal in Vlaanderen voor mijn rekening genomen. Ook op sociale media heb ik een groot netwerk van jongeren uitgebouwd. Verder hoor ik weleens dat ik authentiek overkom.

Ik hoor weleens dat ik authentiek overkom.

Wat wilt u tijdens uw mandaat realiseren?

Seuntjens: De commissies moeten nog verdeeld worden, maar ik zou graag rond klimaat werken. Verder hoop ik het leven goedkoper te kunnen maken voor de mensen. En in elke beslissing die we nemen wil ik de stem van jongeren vertegenwoordigen.

Wat vindt u van de verkiezingsuitslag?

Seuntjens: In ben blij dat het Vlaams Belang niet de grootste partij is geworden. En ik ben héél blij dat Vooruit na twintig jaar nog eens is gegroeid als partij. Als enige beleidspartij zijn we vooruitgegaan. Daar mogen we trots op zijn.

Wie is uw politieke voorbeeld?

Seuntjens: Mijn grootvader, Wilfried Verhaert. Hij is weliswaar geen professioneel politicus geweest, maar heeft lokaal altijd hard gestreden voor de mensen. Hij heeft bijvoorbeeld het Volkshuis in Kalmthout geopend. Ik kijk erg naar hem op.

Wanneer en waarom bent u in de politiek gestapt?

Aimen Horch: Tien jaar geleden ben ik begonnen bij Jong Groen. Een vriend had me meegenomen naar een activiteit over wettelijke vriendschap – denk aan zaken als mantelzorg of het tegengaan van eenzaamheid. Het charmeerde me enorm om te zien hoe een zaal vol jonge mensen debatteerde over zo’n thema, puur en alleen omdat ze geloven dat het iets goed is voor de samenleving. Daarna ben ik me gaan informeren bij alle progressieve partijen, maar uiteindelijk heb ik voor Groen gekozen.

Waarom denkt u dat u verkozen bent geraakt?

Horch: Ik ben door ons congres aangeduid als lijsttrekker omdat ik al even meedraaide in de partij, erg geëngageerd ben en hard ga voor datgene waarin ik geloof. Tijdens de campagne heb ik samen met een grote ploeg vrijwilligers ook heel veel deur-aan-deurbezoeken en schooldebatten gedaan. Ik heb geen moment rust genomen en dat heeft vruchten afgeworpen.

Huisvesting ligt me na aan het hart. Ik kom zelf uit de armoede.

Wat wilt u tijdens uw mandaat realiseren?

Horch: Het klimaat is een van de van de belangrijkste zaken waarop ik wil werken. Het vormt de drijfveer voor mijn engagement – ik heb dan ook milieu en preventie gestudeerd. Verder ben ik ook geïnteresseerd in sociale thema’s. Want ik kom zelf uit de armoede. Mijn ouders zijn zogenoemde ‘noodkopers’: ze kochten een slechte woning omdat lenen toen goedkoper was dan huren op de private markt. Het heeft veel opoffering gevergd om er een kwaliteitsvolle woning van te maken. Huisvesting ligt me na aan het hart.

Wat vindt u van de verkiezingsuitslag?

Horch: Ik ben oprecht blij dat het Vlaams Belang niet de grootste partij is geworden. Ze hebben jarenlang met hun trollenleger en een enorm socialemediabudget de Vlaming kunnen wijsmaken dat zij de grootste zouden worden en alles overhoop zouden gooien.

Zeker op het resultaat van Groen in Brussel, Leuven en Gent ben ik heel trots. Het bewijst dat als je moedig beleid voert en het been stijf houdt, je daarvoor beloond kan worden.

De peilingen zaten ernaast. Groen zou niet eens de kiesdrempel halen. In de Kamer gaan we van acht naar zes zetels. Maar dat valt heel goed mee als je weet dat extreemrechts in heel Europa opgang maakt.

Wie is uw politieke voorbeeld?

Horch: An Moerenhout, de vorige lijsttrekker van Groen in Vlaams-Brabant voor het Vlaams Parlement. Zij heeft jarenlang gewerkt op huisvesting, armoede, inburgering en integratie. Ik heb haar leren kennen op een congres van Groen in 2017, en was meteen starstruck. Zij heeft me veel advies gegeven en ondersteund in mijn politieke ontwikkeling. Door gezondheidsproblemen was ze ditmaal geen kandidaat voor een strategische plaats. Maar ze is en blijft mijn politieke voorbeeld.

Wanneer en waarom bent u in de politiek gestapt?

Eva Demesmaeker: Vijf jaar geleden vroegen de socialisten mij om op de lijst te staan. Ik zag wel iets in politiek en wilde me graag inzetten voor onze stad. Uiteindelijk heeft de lokale N-VA-lijsttrekker me overgehaald om in Halle op te komen. Ik raakte er verkozen als gemeenteraadslid.

Los van partij-ideologieën probeer ik altijd oplossingen te zoeken.

Waarom denkt u dat u verkozen bent geraakt?

Demesmaeker: Ik probeer uit te stralen dat ik sta voor een constructieve aanpak met veel positiviteit. Ik denk dat de politiek dat op dit moment soms wel wat mist. Dat ik jong ben, zal ook wel meegespeeld hebben: sommigen hopen dat jongeren het anders gaan aanpakken. En als gemeenteraadslid in Halle heb ik getoond dat ik op een constructieve manier met iedereen wel kan samenwerken. Los van sommige partij-ideologieën probeer ik altijd oplossingen te zoeken.

Wat wilt u tijdens uw mandaat realiseren?

Demesmaeker: Illegale migratie een halt toeroepen. Ik merk elke dag in het onderwijs hoe groot de taalproblematiek is die daarmee gepaard gaat. Voorts zal ik hameren op het belang van de taalwetgeving in de rand rond Brussel en zal ik opkomen voor meer middelen voor de politie in de randgemeenten, onder meer om de drugsproblematiek en andere criminaliteit aan te pakken. Ten slotte wil ik me inzetten voor koopkracht. Het verschil tussen wie wel en niet werkt moet groter. Iemand met een leefloon van 1700 euro kun je moeilijk overtuigen om voor amper 100 euro meer te gaan werken.

Wat vindt u van de verkiezingsuitslag?

Demesmaeker: Zondagochtend had ik nooit durven te dromen dat de N-VA nog zo’n hoog percentage zou halen. Ik voelde de bui al hangen en vreesde een grote overwinning voor het Vlaams Belang. Ik ben dus zeer tevreden dat de mensen uiteindelijk niet voor een antipartij hebben gekozen en dat onze uitslag zo positief was.

Wie is uw politieke voorbeeld?

Demesmaeker: Valerie Van Peel. Ik heb haar nooit persoonlijk ontmoet, maar ik heb haar altijd van een afstand gevolgd. Ze is iemand die probeert te zoeken naar een oplossing waar iedereen zich in kan vinden, en tegelijkertijd toch haar standpunten probeert hard te maken, zij het zonder andere mensen en partijen aan te vallen. Van die stijl hou ik wel in de politiek. Verder is onze voorzitter, Bart De Wever, ook altijd wel een voorbeeld geweest, door zijn intellectuele capaciteiten.

Wanneer en waarom bent u in de politiek gestapt?

Kjell Vander Elst: Ik ben er mee opgegroeid. Mijn vader is burgemeester in Bertem en heeft ook lang op kabinetten meegedraaid. De politieke microbe is mij dus met de paplepel ingegeven – een beetje tot frustratie van mijn moeder, die me altijd heeft gewaarschuwd voor de wereld die de politiek is. Ze zei me dat ik toch maar heel goed moest nadenken. Maar de keuze is dan toch gemaakt. Ik heb politieke wetenschappen gestudeerd en op verschillende kabinetten gewerkt. Politiek was mijn jongensdroom. Als een van de enige nieuwkomers binnen de Open VLD voel ik wel dat er een grote verantwoordelijkheid op mijn schouders rust.

Waarom denkt u dat u verkozen bent geraakt?

Vander Elst: In Vlaams-Brabant heeft de Open VLD min of meer standgehouden. We gaan er alleszins minder achteruit dan in andere provincies. Ik stond op de tweede plaats, de lijststemmen speelden in mijn voordeel. En ik heb campagne gevoerd samen met Goedele Liekens, die het tijd vond dat jonge en nieuwe mensen kansen kregen.

De investeringen in ons defensie-apparaat moeten drastisch omhoog.

Wat wilt u tijdens uw mandaat realiseren?

Vander Elst: Er woedt een oorlog in onze achtertuin en ik vind dat daar de laatste jaren te weinig aandacht aan is besteed. De investeringen in ons defensie-apparaat moeten drastisch omhoog. We moeten ook meer investeren in binnenlandse veiligheid, een kerntaak voor de federale overheid. Op veiligheid en defensie mogen we niet besparen. Vandaag moeten we andere keuzes maken dan twintig jaar geleden.

Wat vindt u van de verkiezingsuitslag?

Vander Elst: Voor de Open VLD is die ronduit slecht. Mijn hart bloedt. Nu is het tijd om te bezinnen, herbronnen en hervormen. Ook de huidige mandatarissen moeten hun nek uitsteken om onze partij van binnenuit te hervormen. We moeten de rangen sluiten, onze boodschap helder krijgen en van daaruit bouwen aan een partij die groter wordt dan 8 procent.

We zullen wellicht ook moeten saneren als partij, want wat mij betreft gaan we naar de oppositie. Maar dan verdwijnen er natuurlijk heel wat kabinetsmedewerkers. Het wordt geen leuke periode. We moeten onze partij opnieuw opbouwen, met een hele nieuwe, jonge generatie aan de knoppen. Niet alleen achter, maar ook voor de schermen.

Wie is uw politieke voorbeeld?

Vander Elst: Het redenaarschap van Barack Obama geeft me kippenvel.

Wanneer en waarom bent u in de politiek gestapt?

Toon Vandeurzen: In 2018 ben ik voor het eerst opgekomen bij de gemeenteraadsverkiezingen in Genk. Ik mocht schepen worden van Economie, Ruimte en Duurzame Ontwikkeling. Politiek zit ook een beetje in mijn DNA natuurlijk (Toon is de zoon van oud-minister Jo Vandeurzen, nvdr).

Waarom denkt u dat u verkozen bent geraakt?

Vandeurzen: CD&V Limburg heeft een aantal goede mensen naar voren geschoven en vormt een stevig team. Al onze lokale mandatarissen – schepenen en burgemeesters – hebben er hun schouders onder gezet. Dat heeft ervoor gezorgd dat we hebben standgehouden. Verder denk ik dat Limburgers mij ook wel kennen omdat ik schepen ben in Genk.

Ik wil mijn lokale bevoegdheid ruimte op het Vlaamse niveau doortrekken.

Wat wilt u tijdens uw mandaat realiseren?

Vandeurzen: Ik ben pas vader geworden en zie bij mijn generatiegenoten dat ze toch nog wat bijkomende ondersteuning kunnen gebruiken. Op het vlak van welzijn pleit ik dus voor ondersteuning voor jonge mensen die ervoor durven te kiezen een gezin te starten. Denk aan zaken als het groeipact, ouderschapsverlof enzovoort. Verder wil ik mijn lokale bevoegdheid ruimte op het Vlaamse niveau doortrekken. Bouwen en renoveren ligt vandaag niet meer voor de hand. Mensen komen me zeggen: ‘Wij moeten isoleren, onze oprit ontharden, ons dak vervangen, een laadpaal… Allemaal goed en wel, maar wie zal dat betalen?’ Daar wil ik me graag mee bezighouden.

Wat vindt u van de verkiezingsuitslag?

Vandeurzen: In Limburg zien we het zo’n beetje als een gelijkspel dat aanvoelt als een overwinning. We hebben het beter gedaan dan de peilingen hadden voorspeld. We behouden in Limburg ook onze zetels. Maar als partij zijn we opnieuw achteruitgegaan en dus moeten we de vernieuwing voortzetten en nadenken over de volgende horde: de lokale verkiezingen in een Vlaanderen waar de CD&V toch nog altijd koning is.

Wie is uw politieke voorbeeld?

Vandeurzen: Koen Geens. Ik ken weinig mensen in de politiek die zo eloquent zijn en zo veel politiek vernuft hebben. Ik heb al met veel knappe politici mogen samenwerken, zoals Genks burgemeester Wim Dries en ministers Jo Brouns en Wouter Beke. Die staan echt met hun voeten op de grond.

Partner Content