Bert Bultinck
‘In Gent steken de nadelen van de entente tussen Conner Rousseau en Bart De Wever de kop op’
‘Een N-VA-bestuur, dat is iets voor Antwerpen.’ Het is een citaat van een linkse actievoerder na de stemming van de Gentse socialisten zondagavond. Meer dan 300 leden van Vooruit brachten toen een stem uit voor of tegen een coalitie met de N-VA. Het werd een harde nee van de partij die samen met de liberalen van burgemeester Mathias De Clercq als ‘Voor Gent’ naar de kiezer was getrokken. Voor deelname was een tweederdemeerderheid nodig, en de nee-stemmers haalden maar liefst 56 procent van de stemmen binnen. Gent is, inderdaad, Antwerpen niet.
De nederlaag voor het lokale bestuur is een verrassing van formaat. Anders dan Groen heeft Vooruit de traditie om volgzaam naar het machtswoord te luisteren, vanuit de overtuiging dat alleen met een strakke partijdiscipline een verschil kan worden gemaakt. Dat scenario leek zich zondag opnieuw te voltrekken. Met kleine, maar significante verkiezingsoverwinningen heeft Vooruit-voorzitter Conner Rousseau de afgelopen maanden zijn positie kunnen verstevigen, na zijn racistische commentaren in een fel gemediatiseerde cafédiscussie.
Een akkoord in Gent zou netjes in dat verhaal gepast hebben, maar het liep anders. De schade is aanzienlijk, niet alleen voor de lokale afdeling, maar ook voor nationaal voorzitter Rousseau zelf. De laatste maanden vond hij het niet zo erg om de indruk te wekken dat hij het best kon vinden met de N-VA en haar voorzitter. Afgelopen zondag staken de nadelen van de entente tussen Rousseau en Bart De Wever de kop op.
Als het alleen over die paar tientallen recalcitrante Vooruit-leden met stemrecht zou gaan, dan zou de stemming nog kunnen worden afgedaan als een incident. Maar eerder op de dag trok al een indrukwekkende stoet van meer dan 3000 vreedzame betogers door de stad. Dat is véél volk.
Op maandag zakte Rousseau af naar Gent om te overleggen met de lokale afdeling. Dat was nodig, maar ook niet zonder gevaar. Eerder had Rousseau zich in een mail op de vlakte gehouden: ‘Ik ga jullie niet zeggen hoe je moet stemmen’. Maar een Vooruit-lid hoefde niet eens een goede verstaander te zijn om te weten dat Rousseau eigenlijk pro was. Over de onderhandelingen met de N-VA schreef hij: ‘Zoals velen onder jullie ben ik positief verrast over de onderhandelingen.’
Wie de inhoud van het ontwerpakkoord met de N-VA leest, kan moeilijk anders dan tot de conclusie komen dat de N-VA inderdaad veel water bij de wijn heeft gedaan om tot het bestuur te kunnen toetreden. Nu dat feest niet doorgaat, moet Rousseau bemiddelen, al mag hij ook niet de schijn van te veel ‘inmenging’ wekken. De machtspoliticus Rousseau zal moeten schipperen in Gent. Het machtswoord zal niet volstaan.
Afgelopen zondag staken de nadelen van de entente tussen Conner Rousseau en Bart De Wever de kop op.
Dat heeft bitter weinig te maken met het ‘wezen van Gent’, mocht zoiets al bestaan. Vorige week maakten veel niet-Gentenaars zich vrolijk over het essentialisme waarmee links Gent zich verzette tegen een coalitie met de N-VA, en terecht. Terwijl links anders gruwt van N-VA-kreten als ‘de grondstroom’, gingen de progressieven nu plots zelf overstag. Anders dan Antwerpen zou Gent in essentie links zijn, progressief zijn, of erger nog: liefde zijn. Dat soort metafysisch gebazel, van rechts én van links, gaat er tegenwoordig in als zoete koek. Maar het blijft onzin.
Het probleem is niet de folkloristische strijd tussen twee steden van al bij al bescheiden omvang, maar wel de aloude tweespalt binnen de sociaaldemocraten. Net als zijn voorgangers kan Rousseau slechts met de grootste moeite de twee stromingen in zijn partij bijeenhouden. De eerste stroming is de groep van kiezers die niet alleen economisch maar ook cultureel-identitair links zijn. Die kiezers stellen zich tolerant op ten aanzien van migranten, strijden tegen de klimaatopwarming, en leunen aan bij Groen-kiezers. De tweede stroming wil net als de eerste ook een sterke sociale zekerheid, maar is veel kritischer ten aanzien van migratie. Klimaat is een zorg, maar niet de grootste. Voor die tweede groep is een coalitie met de N-VA best oké.
Wat zondagavond is gebeurd, laat zich makkelijk samenvatten. Rousseau heeft zijn partij de laatste jaren een remonte bezorgd door de tweede stroming aan te spreken. Maar in Gent woog zondagavond de stem van de eerste groep door. Kan hij de eerste groep blijven verzoenen met de tweede? Hoe Rousseau in gesprek gaat met de lokale afdeling zal niet alleen gevolgen hebben voor Gent, maar ook voor hemzelf.