Conner Rousseau: het mysterie van een politieke verrijzenis

© Belga
Walter Pauli

Toen Conner Rousseau ontslag nam als voorzitter van Vooruit, leek hij politiek dood. Maar vandaag is Conner weer springlevend, en alomtegenwoordig.

Jazeker, officieel is Conner Rousseau ‘slechts’ lijstduwer van de Oost-Vlaamse Vooruit-lijst voor het Vlaams Parlement. Tijdens zijn eerste publieke optreden na zijn ontslag, een bezoek aan de markt van – waar anders – Sint-Niklaas, had de gevallen voorzitter van Vooruit nog gezegd dat hij zich tijdens deze campagne vooral ‘nederig’ zou opstellen. Hij zei dat tegen de horde journalisten die hem toen al volgde. Daarna duurde het geen week of hij was het ware gezicht van de Vooruit-campagne.

Rousseau is namelijk een politicus die ook een BV is – daar kicken media op, zelfs al was het maar om hem nog eens te kunnen confronteren met onze kritiek. Een perfecte illustratie van de ‘fascinatie voor wie fascineert‘ was het Kies24-debat over onderwijs op de VRT. Daarin stond Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) tegenover Conner Rousseau. Maar eerst had moderator Annelies Beck nog één kritische vraag in petto, voor Rousseau natuurlijk: waarom stond híj eigenlijk in de studio? Rousseau, na een halve seconde nadenken: ‘Omdat u mij hebt uitgenodigd. Voilà.’

Voilà. Het verhaal van de lange val en de snelle opstanding van Conner Rousseau is exemplarisch voor de politiek vandaag, in alle opzichten. Het leert welke mensen zich staande kunnen houden in de Wetstraat. Het vertelt ook wat ze politiek in hun mars moeten hebben – er zijn tientallen wannabe’s die zo graag een echte vedette willen zijn maar het toch nooit worden.

Het leert ons ook iets bij over onszelf. Onszelf, dat wil zeggen: de media en het publiek, en wat ‘wij’ willen, vragen en eisen, en welke tango vervolgens wordt gedanst.

Rood was Rousseau te groen geworden.

Allemaal show

En zeggen dat Conner Rousseau een halfjaar geleden zo goed als politiek dood was, of leek. Hij had op 17 november 2023 dus uiteindelijk toch ontslag moeten nemen, als voorzitter van Vooruit en als Vlaams Parlementslid, en hij stelde ook het lijsttrekkerschap van de Oost-Vlaamse lijst voor het Vlaams Parlement vacant. Melissa Depraetere volgde hem op als (tijdelijk) voorzitter, zijn partij en hijzelf lieten in het midden of hij nog een comeback zou maken, en wanneer.

Daar is Conner weer: ‘Zijn comeback wordt een ‘event’ – voor de socialisten, maar ook voor de hele Wetstraat’

Hoe oprecht Rousseau na dat ontslag aan zichzelf heeft getwijfeld en hoe diep hij al dan niet gezeten heeft, is voer voor psychologen. Feit is dat hij vorig jaar pas rijkelijk laat inzag dat zijn positie niet langer houdbaar was. Door te lang te doen alsof er niets écht fouts was gebeurd, op zeer foute zattemansklap na, was de Vooruit-voorzitter zelf de reden geworden dat zijn partij in een negatieve spiraal was gesukkeld, vooral in de peilingen. Toen sprongen natuurlijk alle signalen op rood, want dat bracht zijn politieke erfenis in diskrediet. KingConnah was immers de keizer van de peilingen.

Toen Rousseau in 2019 verkozen werd als nieuwe voorzitter, zat zijn partij – toen nog de SP.A – met 10,9 procent op een historisch dieptepunt. In de eerste peilingen na de verkiezingen zakte ze onder de 10 procent. Met Rousseau als voorzitter veranderde dat razendsnel. Vooruit werkte zich zelfs los uit het toenmalige ‘peloton’ van middelkleine partijen (de CD&V, toen nog de Open VLD en Groen, en stilaan ook de PVDA) en groeide warempel uit tot een ‘middenpartij’ van bijna 15 procent.

En zeggen dat Rousseau toen al zijn deel van de negatieve pers had gekregen, bijvoorbeeld omdat hij de naam Vooruit had gekaapt van het gelijknamige Gentse kunstencentrum, dat zich sindsdien dan maar ‘Viernulvier’ noemt. Branie was zijn handelsmerk.

Heeft de politiek nood aan iemand als Conner Rousseau?

Konijn

Door zijn lef telde hij al snel écht mee, een nieuwkomer tussen de gekende ‘dikke namen’ van de Wetstraat. Op zijn 28e was de nieuwe voorzitter er al in 2020 een paar keer in geslaagd om Bart De Wever (N-VA) en Paul Magnette (PS) samen aan tafel te krijgen, waarna zij er ei zo na in slaagden om samen een noodregering op de been te brengen om de dreigende covidcrisis het hoofd te bieden. Vervolgens haalde hij de gevallen prins Frank Vandenbroucke binnen als de feitelijke minister van Oorlog van de Vivaldiregering in de strijd tegen corona. ‘He’s back bitches’ was bij het beste wat Rousseau ooit op sociale media postte, niet alleen in puur politiek opzicht, maar vooral in zijn hoedanigheid van geboren marketeer. De ernst van Vandenbroucke straalde ineens ook op hem af.

Verkiezingen draaien niet om ethiek of goede manieren. Verkiezingen draaien om populariteit en het binnenrijven van zo veel mogelijk stemmen.

Zo werd Rousseau een hele ‘Conner’ – zijn merknaam. Het mechanisme was eenvoudig: wanneer hij iets zei of deed, werd dat opgepikt door de media en vervolgens genoteerd door het publiek, en dat vertaalde zich in stijgende peilingen. Dus in ‘succes’: in de virtuele wereld die de Wetstraat is, is perceptie al enige tijd de voornaamste bouwsteen van de realiteit. Die al dan niet vermeende populariteit – en alleszins die brede bekendheid – leverde Rousseau het misschien wat voorspelbare etiket van ‘populist’ op. In feite schreef hij zich in in een klassieke sociaaldemocratische strategie die voor hem Louis Tobback en Steve Stevaert al hadden gekozen.

Vooruit van Conner – merknaam – werd net als de SP van Tobback en de SP.A van Stevaert een partij die geleid werd door één echte vedette. Die great communicator hanteert een politiek discours dat zich richt op de besognes van de kleine of alleszins de gewone man: koopkracht bovenal, en een dosis argwaan voor ‘vreemde’ bedreigingen van onze welvaartsstaat. Net als Tobback en Stevaert heeft Rousseau zijn ideeën over het wereldbeeld van de progressieve intellectueel – te betweterig, te wereldvreemd want te zeer vanaf een moral high ground predikend. Rood was Rousseau te groen geworden.

Dat leidde tot een stevige correctie van de politieke koers. Vooruit, ooit samen met Groen de motor van de kernuitstap, maakte aan dat thema nog maar weinig woorden vuil, zeker niet toen bij het begin van de oorlog in Oekraïne de energieprijzen ontploften en niemand, op den duur zelfs Groen niet, nog ‘avonturen’ riskeerde met de daadwerkelijke sluiting van de kerncentrales.

Conner Rousseau: een oefening in narcisme

Dat koppelde Rousseau aan een zeer volkse communicatie. Die was zowel gericht op de wat oudere, immer tv-kijkende ‘s-avonds-samen-op-de-bank-Vlaming (hij hield het zeven afleveringen uit in De slimste mens en zorgde voor enige opschudding met zijn verschijning als ‘Konijn’ in The Masked Singer) als op Vlaamse jongeren die massaal kamperen op Instagram en TikTok. En net zoals Louis Tobback in interviews vaak verwees naar gesprekken met zijn kapper, en Steve Stevaert naar de wijsheid van ‘zijne pa’, had ook Rousseau zijn peers: de kassierster Deborah, zijn ‘maten’ in Sint-Niklaas. Dat de gewone man niet over elk thema even hooggestemde meningen heeft, sijpelde ook door in het discours van de voorzitter. Ineens was er een socialistische voorzitter die zich ‘niet thuis voelde als hij door Molenbeek reed’.

Rousseau oogstte succes en applaus, maar maakte tegelijk meer vijanden dan hij voor mogelijk had gehouden. Eerst waren er drie merkwaardige klachten over grensoverschrijdend seksueel gedrag – ze werden alle drie geseponeerd, door drie verschillende parketten (Brugge, Gent en Antwerpen). Het gefluister daarrond leidde tot een geforceerde outing over zijn eigen homoseksualiteit. Het werkte allemaal danig in op Conner Rousseau, zeker op zijn gemoedsrust en mentale stabiliteit, wellicht ook op zijn algemene beoordelingsvermogen. Zijn racistische en seksistische uitspraken na een nacht stappen waren voor hemzelf en zijn medestanders dronkenmanspraat, maar voor zijn tegenstanders en ook voor heel wat jongeren en progressieven het echte bewijs van zijn racisme en conservatisme. Ook zijn eigen partijgenoten namen collectief afstand van zijn ‘racistische uitspraken’. Een aantal jongsocialisten zei zelfs met de partij te zullen breken.

Caroline Gennez, Freya Van den Bossche, Frank Vandenbroucke, Bruno Tobback: als ze voor een specifiek debat nuttig zijn mogen ze komen, maar verder is het: Vooruit met Conner, en de rest van de partij het liefst een bank achteruit.

Maar the rank and file van de Vlaamse socialisten drongen niet aan op ontslag. De buitenwereld was veel scherper, en vooral het progressieve deel van de publieke opinie. De PS vond zijn uitspraken ‘walgelijk’. Maar vooral vanuit groene hoek werd ingezet op een paybacktime en was de kritiek bijwijlen ongenadig. Covoorzitster Nadia Naji vond dat Rousseau ‘dichter bij extreemrechts staat dan bij een progressieve partij’, en zag in het algemeen heel Vooruit naar rechts opschuiven. Unia onderzocht de zaak, net als het parket. Daar stelde men Rousseau een bemiddelingspakket voor: therapie, een bezoek aan de Dossinkazerne, gesprekken met de Roma. Op dat moment leek Rousseau morsdood, of op zijn minst een palliatieve politicus.

Kingmaker Connah

Waarop Vooruit van de weeromstuit nadrukkelijk antiracistisch en vooral anti-VB is geworden, en dat begon te onderstrepen met spectaculaire acties, alsof de kiezer herinnerd moest worden aan het feit dat de socialisten altijd antiracisten en -fascisten waren – en zijn. Vandaar de projectie van de eigen verkiezingsslogan op het VB-hoofdkwartier in Brussel. Ook in het verkiezingsprogramma van Vooruit staan uitgestoken handen naar nieuwe landgenoten. Al blijft de fond van het programma wel wat het al onder het voorzitterschap van Rousseau aan het worden was: er komen strengere of alleszins ‘betere’ afspraken rond migratie, en vooral voor asielzoekers.

Dat was al een indicatie dat Vooruit zonder Conner dezelfde partij zou blijven als Vooruit met Conner – toch met de nuchtere Conner. Dus waarom zou er geen plaats zijn voor Rousseau? Omdat hem nog een correctioneel proces wacht dat een Brusselse Roma-vzw heeft ingespannen wegens zijn racisme? Dat staat op 10 juni geagendeerd: één dag ná de verkiezingen. Dat zijn dus zorgen voor na de stembusgang.

De bekendste lijsttrekker uit de politieke geschiedenis van België zat te popelen om zijn comeback, en heel Vooruit samen met hem.

Er werd nog wat getreuzeld met de aankondiging van zijn comeback, maar intussen was wel al duidelijk dat hij in plaats van lijsttrekker op 9 juni lijstduwer wordt. De bekendste lijsttrekker uit de politieke geschiedenis van België zat te popelen om zijn comeback, en heel Vooruit samen met hem.

Al één week na zijn terugkeer verscheen de socialistische lijstduwer van Oost-Vlaanderen voor de studenten van de Universiteit van Hasselt. Niet voor een gastcollege, maar om phad thai te koken. Geen Vlaamse kost, maar hippe wereldkeuken: Conner 2.0 is een wereldburger. Het was tegelijk de start van een campagne waarin steeds duidelijker werd dat de oude pikorde ook de nieuwe is. Melissa Depraetere vervult haar functie en doet dat zelfs goed, maar het is duidelijk niet haar taak om het gezicht van de verkiezingscampagne te zijn. Dat is het prerogatief van de enige echte voorzitter, ook al draagt hij die titel (nog) niet.

Verkiezingen draaien niet om ethiek of goede manieren – al sinds de historische Zwarte Zondag uit 1991 zou het land dat mogen weten. Verkiezingen draaien om populariteit en het binnenrijven van zo veel mogelijk stemmen. In die disciplines is Conner een fenomeen, want in de eerste peiling na zijn comeback steeg Vooruit prompt tot 14 procent – bijna het percentage dat de partij haalde voor zijn ontslag. Dat komt omdat Rousseau niets wezenlijks veranderde aan zijn stijl van communiceren, noch aan de inhoud van zijn boodschap. Mogelijk werkt hij er nóg harder aan dan vroeger. En hij drinkt niet.

De comeback van Conner Rousseau: ‘Met twee journalisten praat ik nooit meer’

Met 15 procent zou Conner tevreden zijn, zo wordt gezegd. Dat cijfer zou hem straks helpen bij de verwerving van de beoogde politieke macht. Vandaar dat hij nu al kiest voor de vlucht vooruit en zich durft te profileren als een soort preformateur. Zeg maar: kingmaker Connah. Ook bij de PS zullen ze inmiddels begrepen hebben dat Rousseaus relatie met De Wever nog altijd uitstekend is – ook dat levert hem politiek kapitaal op. In het VTM-programma Het conclaaf waren Rousseau en De Wever een variant op Statler en Waldorf, de twee heren van stand uit The Muppet Show: zelfs als ze al eens van mening verschillen in de beoordeling van het theater dat ze aanschouwen, geven ze elkaar toch vooral gelijk. Later maakte Rousseau duidelijk dat Vooruit als het moet ook zonder de PS in een regering stapt. Dus als de N-VA en de PS ooit tot een vergelijk komen, zit Rousseau ongetwijfeld mee aan tafel. Als de N-VA een regering zou proberen te vormen zonder de PS, schuift Rousseau ook mee aan tafel. Niet omdat Melissa Depraetere dat wil, maar omdat Rousseau dat al woordelijk gezegd heeft.

Vandaar dat de identificatie van Vooruit met Conner Rousseau opnieuw totaal is. Caroline Gennez, Freya Van den Bossche, Frank Vandenbroucke, Bruno Tobback: in hun provincies staan er wat affiches met hun hoofd erop, als ze voor een specifiek debat nuttig zijn mogen ze komen, maar verder is het: Vooruit met Conner, en de rest van de partij het liefst een bank achteruit. Rousseau is niet alleen opnieuw de echte voorzitter, hij is ook het ware gezicht van de Vooruit-campagne: de hyperpopulaire politicus die meer media van zich moet afschudden dan dat hij er te woord kan staan.

Een partij kan niet zonder een vedette – één échte vedette.

Het is een communicatieve wetmatigheid: een partij kan niet zonder een vedette – één échte vedette. De N-VA speelt Bart De Wever opnieuw even nadrukkelijk uit als in 2012 en 2014, alsof hij overal kandidaat is en niet alleen in zijn eigen kieskring Antwerpen. Bij zogenaamde ‘voorzittersdebatten’ ziet men premier Alexander De Croo opduiken namens de Open VLD, en minister van Ambtenarenzaken Petra De Sutter namens Groen – niet het duo Naji en Jeremie Vaneeckhout. Sammy Mahdi verpersoonlijkt de CD&V – foto’s waarop ook Vlaams vicepremier Hilde Crevits staat worden collector’s items. Bij de PVDA mag Raoul Hedebouw in Franstalig België blijven, en hordes TikTokkende jonkies vallen in katzwijm voor Jos D’Haese.

Alleen Tom Van Grieken lijkt secondanten als Chris Janssens en Barbara Pas schermtijd te gunnen. Hij wil namelijk dat het niet om hemzelf draait, maar wel om zijn partij. In deze campagne moet vijf jaar leiderschap in de peilingen eindelijk renderen. Dat is mogelijk, want in de Wetstraat is het VB vandaag het enige echte ‘sterke merk’. Het moet een immense frustratie zijn: Vooruit is nog lang geen Vlaams Belang – met of zonder de genaamde Conner, voor één keer maakt dat niets uit.

Partner Content