Conner Rousseau herrijst in Amsterdam: ‘Veel wannabe’s kopiëren mij, maar ze hebben mijn plaats niet ingenomen’
In eigen land is hij zoek, maar in Amsterdam deed ex-Vooruitvoorzitter Conner Rousseau zijn politieke strategie uit de doeken voor een select kransje toehoorders.
‘Hem aankondigen is beetje een uitdaging.’ In een hip zaaltje zoekt de organisator zijn woorden. Op het Behavourial Design Fest 2024 zijn zo’n 200 mensen bijeen gekomen. Op een tiental kilometer buiten het historische centrum van Amsterdam luisteren ze naar een reeks sprekers met als centrale vraag: hoe kunnen we menselijk gedrag sturen?
‘Wij zijn gedragsveranderaars’, had de organisator eerder op de dag gezegd. Op het programma stonden onder meer een verhaal over hoe Jumbo Visma de beste wielerploeg ter wereld werd, en een militair die zou uitleggen hoe hij bermbommen onklaar maakte in het Afrikaanse Mali.
En dus ook Conner Rousseau.
Heden geen matrakken
De ex-voorzitter van Vooruit aankondigen is inderdaad ‘beetje een uitdaging’, maar dat komt vooral doordat zowat de hele zaal de Vlaming niet kent. Rousseau wordt in de markt gezet als de man die de zieltogende Vlaamse socialisten opnieuw op de kaart heeft gezet. Wat was daarvoor het geheime recept, dát willen de aanwezigen horen. Elk telden ze 300 à 400 euro neer voor een entreekaartje.
Over de reden van zijn vertrek in november wordt met geen woord gerept.
Rousseau wordt dan wel de voormalige partij voorzitter genoemd, over de reden van zijn vertrek in november wordt met geen woord gerept. Het zou ook niet passen bij de optimistische vibe van het evenement, dat werd opgezet door SUE & The Alchemists, een groep adverteerders met daarin Klaas Dijkhoff, een voormalige minister van de liberale VVD. In Amsterdam is geen plaats voor café ’t Hemelrijk of matrakken. Vooraf liet de organisatie al weten dat Rousseau onder geen beding interviews zou toestaan.
De strateeg
Hij is er dan ook als Conner Rousseau, de strateeg. Sinds hij op 1 december, twee weken na zijn ontslag, een vennootschap oprichtte stort hij zich op communicatieopdrachten, onder meer voor een Nederlandse zorggroep.
Zodra Rousseau het podium beklimt, lijkt het alsof er niets gebeurd is. Met zijn kenmerkende kledingstijl – T-shirt en sneakers – en zijn eigenzinnige manier van spreken heeft hij de zaal al snel op zijn hand. Hij laat het publiek meermaals lachen, en niet alleen om zijn Vlaamse accent.
Rousseau voelt zich als een vis in het water. En dat in de week waarin hij zijn opvolger bij Vooruit, Melissa Depraetere, een brief liet voorlezen aan de partijleden in Oost-Vlaanderen. Depraetere moest er uitleggen waarom Rousseau nog niet kon beslissen of hij op 9 juni de Oost-Vlaamse lijst zou duwen. Hij krijgt ten laatste tot april om de knoop door te hakken.
Zolang dat niet gebeurt, dreigt de partij vooral met zichzelf bezig te zijn – een trekje dat ze sinds het voorzitterschap van John Crombez angstvallig wilde vermijden. Naar buiten toe noemt Vooruit dat geweifel begrijpelijk, maar intern wordt steeds meer geknarsetand over de man die de Vlaamse sociaaldemocratie nieuw leven inblies en door politieke tegenstrevers ‘een talent dat maar om de 20 jaar de Wetstraat aandoet’ wordt genoemd.
‘Ik ben heel slecht in PowerPointpresentaties maken’, vertrouwt Rousseau de toehoorders toe. ‘Als je voorzitter bent, worden ze voor jou gemaakt. Nu moet ik dat plots zelf doen.’
In zijn uiteenzetting sijpelen hier en daar petites phrases door over het beeld dat hij van zichzelf heeft. Wanneer hij een zin begint met ‘als jonge politicus…’ herpakt hij zich met de correctie ‘als gewezen politicus’. Wanneer zijn tijd bijna op is, zegt hij: ‘Als je ooit politieker bent geweest, kun je nooit meer bondig zijn.’
Is dit de toekomstige Vooruit-lijstduwer?
Average working class people
Wat volgt, is een boeiende inkijk in de strategisch-wetenschappelijke onderbouw van enkele opmerkelijke momenten in de Belgische politiek van de afgelopen vier jaar.
‘Je moet verliefd worden op het probleem’, zegt Rousseau. En dat probleem was tot voor kort dat mensen thema’s amper linkten aan de socialisten. Nochtans is er met koopkracht, welvaart en gezondheidszorg een duidelijke link. Die koppeling versterken zodat de kiezer ook het rode bolletje zou inkleuren in het stemhokje, dat werd volgens Rousseau zijn obsessie.
‘Hoe voer je links beleid? Heel simpel: door meer stemmen te behalen.’ En dat doe je vooral door connectie te zoeken met de verloren average working class people – hij vermeldt de Engelse term meermaals – en jongeren. Wat hemzelf betreft, was het belangrijkste ‘om zichzelf te blijven, en authentiek te zijn’.
Mensen die fan van mij waren, zijn niet plots fan van de B-versie.’
Conner Rousseau
Daarin blijft hij tot nu toe ongeslagen, vindt Rousseau. ‘Ik ben enkele maanden weg uit de politiek in België. Er zijn gigantisch veel wannabe’s die mij kopiëren, maar ze hebben nog steeds mijn plaats niet ingenomen. Mensen die fan van mij waren, zijn niet plots fan van de B-versie.’
Wie die B-versie dan wel is, daar gaat hij niet op in – al was het maar omdat geen hond in de zaal de naam zou kennen.
Geen woke
Maar jezelf zijn zonder verhaal is onvoldoende, legt hij uit. Via zijn verzet tegen de uitbreiding van de lage-emissiezones, met name in Gent, beschrijft Rousseau hoe hij de verloren kiezers opnieuw bereikte. Toen een verpleegster hem in volle coronatijd mailde dat ze het ziekenhuis niet meer zou kunnen bereiken met haar ‘te vuile’ auto, begreep Rousseau dat ratio niet volstaat in de politiek.
Hij bouwt verder op de theorieën van psycholoog en Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman, die uitlegde hoe ons rationele denken wordt beïnvloed door emoties en andere shortcuts. Lage-emissiezones zullen dan wel voor minder vervuiling zorgen, maar hebben het frame van een elitaire maatregel. Wat echt resoneert bij mensen, is het verhaal van die verpleegster.
Rousseau legt uit hoe de focus naar sociaal-economische thema’s moest verschuiven. De partij mocht de eerste jaren onder zijn voorzitterschap geen betaalde advertenties lanceren zonder die link.
Maar ook discipline was nodig: afspreken waarover je niet spreekt. ‘We doen niet mee met de culture war of woke.’ Wel: pensioenen, welvaart, gezondheidszorg enzovoort.
‘Zorg dat mensen de winnende vraag stellen’, is nog zo’n oneliner. Een partij moet ervoor zorgen dat het over háár thema gaat, en dat die partij op dat thema top of mind is, de meest voor de hand liggende keuze. Daarnaast moet een partij de onderliggende drijfveer van kiezers snappen.
Deborah van de Delhaize
Enter Deborah. Rousseau legt uit hoe hij worstelde met de inflatie en de energiecrisis. Moeilijke termen die lastig te vertalen zijn in mensentaal. Hij bombardeerde ‘Deborah van de kassa in de Delhaize’ tot het symbool van de average working class people, het antwoord op de winnende vraag ‘wie zal mijn koopkracht beschermen?’
Voor Rousseau werd Deborah wat de muur met Mexico voor Donald Trump was. ‘Iedereen weet dat je geen muur kunt bouwen rond een heel land. Maar de muur werd een symbool van mensen buitenhouden.’
Voor Rousseau werd Deborah wat de muur met Mexico voor Trump was.
Wanneer Vivaldi ruziemaakt of regeringscommissaris Ihsane Haouach haar hoofddoek mag dragen, stoort Rousseau zich aan de morele tegenargumenten van links, bijvoorbeeld over religieuze vrijheid. Wat doet Vooruit? ‘Een van de bekommernissen in Vlaanderen is dat veel vrouwen van vreemde origine niet aan het werk zijn. Ons thema, onze winnende vraag. We gaan ze niet afleiden naar die hoofddoek, maar ze betrekken op werk. In plaats van te zagen over iemand die op het werk een hoofdoek draagt, zouden we er beter voor zorgen dat iedereen met een hoofddoek aan het werk kan.’
De zaak-Molenbeek
Politici moeten hun strategie altijd doortrekken, vindt Rousseau, ook bij toeval. Hij illustreert het met zijn beruchte uitspraak over Molenbeek in Humo. Naar eigen zeggen was de zin – dat hij zich niet in België voelt wanneer hij door Molenbeek rijdt – niet voorbereid. Rousseau voorspelde bij het nalezen van het artikel dat Humo van dat citaat de titel zou maken. Of dat geen probleem zou zijn? Nee, meent Rousseau.
Hij echode enkel zijn chauffeur, zegt hij, die van Marokkaanse afkomst is en tijdens een reisje door Molenbeek zei dat ‘het hier meer op Marrakesh lijkt dan Marrakesh zelf’. De enige manier om daar iets aan te doen is te investeren in onderwijs, kinderopvang of huisvesting, zei Rousseau in datzelfde interview. Bovendien ging het over een gevoel, iets heel persoonlijks.
De media stortten zich op de uitspraak. Een cameraploeg trok naar een schooltje in Molenbeek. ‘Een of andere groen-linkse op de redactie zegt: “Die sociaaldemocraat zullen we ne keer liggen hebben.” In mijn bubbel kreeg ik onder mijn voeten. Maar daarbuiten zeiden average working class people me dat ze me begrepen. Daarna hebben we de beste peiling ooit gehad.’
Nog zo’n opmerkelijke zin: ‘De anxiety van working class people is dat als ze op links stemmen, wij heel de wereld zullen binnenlaten. Als je connectie wilt maken met average working class people, moet je hun anxiety wegnemen.’
Als politicus was Rousseau altijd al een goede marketeer. Als marketeer blijft Rousseau behoorlijk politiek.
Geen vragen
Conner Rousseau verlaat de zaal meteen na het applaus, voor vragen is er geen tijd. Een cameraploeg aan de ingang wordt ontweken.
Net voordat hij afsluit, zegt Rousseau nog dat hij hoopt dat links het goed zal doen bij de komende verkiezingen.
Hoe actief hij daar zelf een rol in zal spelen, blijft voorlopig onduidelijk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier