Conner Rousseau: de Vooruit-voorzitter stapte op om terug te kunnen komen

© photonews
Peter Casteels

Conner Rousseau is weggegaan om terug te kunnen komen. Dit jaar zagen we de spectaculaire val van een wondervoorzitter, maar in 2024 zien we misschien alweer de herrijzenis.

Vrijdagochtend, 17 november. Conner Rousseau zal op het einde van de dag ontslag nemen als voorzitter van Vooruit, maar voorlopig weet niemand dat. In Het Laatste Nieuws staat een aankondiging voor een interview met Vlaams Parlementslid Freya Van den Bossche in de weekendkrant. Daarin neemt ze voluit de verdediging van ‘haar’ voorzitter op. ‘Je zet niet iemand bij het huisvuil na één fout’, is de kop. Drie dagen eerder zijn in Het Nieuwsblad de letterlijke citaten uitgelekt van wat Rousseau in september tegen de politie van Sint-Niklaas had uitgekraamd: zijn ‘zattemansklap’ is veel grover en rauwer dan eerst gedacht.

Vooruit steunt zijn voorzitter zoals de partij dat al maanden doet. Senator Bert Anciaux stuurt diezelfde vrijdagochtend wel een harde mail naar Rousseau om te vragen dat hij opstapt. Rousseau verwijst ernaar op het partijbestuur dat hij in de vooravond zelf bij elkaar roept. Ook de Brusselse fractie dringt aan op een ontslag, maar de meeste leden en politici van Vooruit doen getrouw alsof er niets aan de hand is. Ondertussen maakt Rousseau zelf de afweging dat hij niet kan aanblijven. Het interview met Van den Bossche zal zaterdag niet verschijnen. ‘What a hell of a ride, zou ik zeggen’, zo begint Rousseau de persconferentie voor de journaals van zeven uur. Vier jaar en negen dagen was hij in Vlaanderen de meest opmerkelijke partijvoorzitter sinds Bart De Wever (N-VA).

Kindsoldaat

Toen de 28-jarige Tom Van Grieken na een desastreuze verkiezingsnederlaag van het Vlaams Belang in 2014 voorzitter werd, werd hij in zijn eigen partij omschreven als een kindsoldaat. En net als bij Van Grieken waren er binnen en buiten de SP.A maar heel weinig mensen die in Conner Rousseau geloofden – of hem zelfs maar ernstig namen – toen hij in 2019 met 72 procent van de stemmen verkozen werd als voorzitter. Het leek de laatste, rare stuiptrekking van een partij waarvan het einde al vijftien jaar werd voorspeld. Maar zelfs wie niet in peilingen geloofde, was na enkele jaren onder de indruk van wat Rousseau klaarspeelde. ‘We hebben hem allemaal onderschat’, zegt een voorzitter die met hem onderhandelde na de verkiezingen van 2019.

Niemand noemde Rousseau een kindsoldaat. Hij had van in het begin iets betoverends, het zou flauw zijn om er een objectiever woord voor te verzinnen. Hij was jong – 26 jaar, nog jonger dan Van Grieken – en ongewoon knap voor een politicus. Hij leek toegang te hebben tot een wereld van jongeren waar weinig andere politici en journalisten raken. Rousseau diende zich aan als een politicus van een echt nieuwe generatie. De Vooruitvoorzitter werd in geen tijd een BV, een A-lister, maar in de Wetstraat opereerde hij altijd als een traditionele politicus. Zijn eerste en nog altijd meest geroemde beslissing was Frank Vandenbroucke aanwijzen als minister voor Volksgezondheid in de regering-De Croo.

Rousseau beantwoordt dagelijks misschien wel twee uur berichten op Instagram, maar de meeste kiezers zullen hem toch kennen van uitspraken die hij in kranteninterviews en televisieprogramma’s deed. Uiteindelijk werd @kingconnah op Instagram ook maar @connerrousseau. Hij beloofde dat hij van de partij Vooruit een brede, open beweging zou maken, terwijl er vandaag geen enkele voorzitter is die zo’n greep heeft op zijn partij als hij kreeg. Omschrijvingen als ‘autoritaire leider’, ‘zonnekoning’ en ‘dictator’ werden vaak gebruikt in de gesprekken voor dit artikel – en lang niet alleen door politieke concurrenten.

Conner luistert alleen naar Conner. Enige bescheidenheid is hem vreemd.

Een Vooruit-kopstuk

Zoals Erdogan

Dat is de belangrijkste metamorfose van de partij onder Rousseau: Vooruit is geen Spaanse herberg meer, het cliché dat vaak werd gebruikt in de tijd van zijn voorganger John Crombez. ‘Vooruit wordt vandaag even strak geleid als een grote multinational’, observeert een topper van een andere partij. ‘De mandatarissen gebruiken ook vaak dezelfde bewoordingen in debatten. Ze verwijzen heel vaak naar Conner, en soms zelfs naar De Barkentijn (verblijf in Nieuwpoort, waar Rousseau leider van jeugdkampen was, nvdr) alsof ze daar zelf hadden gewerkt. Dat was raar om te horen.’

In de partij zelf wordt daar veel minder negatief naar gekeken. Iedereen besefte dat het niet verder kon zoals onder Crombez. Kiezers houden niet van onduidelijkheid, laat staan van ruziënde partijleden. De professionalisering die de partij in twee jaar doormaakte is ongezien. Parlementsleden moesten hun medewerkers afgeven, die vandaag allemaal door de centrale leiding worden aangestuurd. Daardoor konden de communicatiedienst én de studiedienst danig worden uitgebreid. Rousseau sloot met zijn mandatarissen van in het begin een pact of uniformity: iedereen houdt zich strak aan de partijlijn.

Omschrijvingen als ‘zonnekoning’, ‘dictator’ of ‘autoritaire leider’ worden gebruikt – en niet alleen door politieke concurrenten.

Heksenjacht

Vooruitmandatarissen bleven het dan ook tegen journalisten herhalen: naar buiten toe sprak de partij met één stem, namelijk die van Rousseau. Maar intern werd er wél gedebatteerd en de voorzitter haalde niet altijd zijn gelijk. In interviews pleitte Rousseau al vaker voor verplichte kinderopvang – zijn stokpaardje – maar dat zal uiteindelijk niet zo strikt als hij wilde in het verkiezingsprogramma staan. Zo zijn er nog wel voorbeelden.

Het was ook niet heel moeilijk om Vooruitleden te vinden met twijfels bij de debatcultuur. ‘Mensen keken altijd met heel veel dankbaarheid en ontzag naar Conner’, zegt een prominent lid. ‘Hij had mensen rond zich verzameld die allemaal afhankelijk van hem zijn, en die probeerden bij hem in de gunst te komen. Hij werd maar zelden tegengesproken.’ In de woorden van een boegbeeld: ‘Het probleem met Conner was vaak dat hij uiteindelijk alleen maar naar Conner luistert. Enige bescheidenheid is hem vreemd.’

In een partij waar het slecht gaat, heeft iedereen een hoogstpersoonlijke mening over wat er anders moet en voelt iedereen zich ook geroepen om die met journalisten te delen. De uitstekende peilingen voor Vooruit waren, zeker tot voor het ontslag, dan ook hét bindmiddel. De eensgezindheid bij de partij kreeg voor buitenstaanders bij momenten zelfs iets akeligs, zeker toen Rousseau met persoonlijke zaken in de problemen begon te komen. Het gerecht had nog geen onderzoek kunnen beginnen naar de meldingen en klacht over grensoverschrijdend gedrag of partijleden hadden het al over een ‘heksenjacht’. Toen Het Nieuwsblad berichtte over een dading die de partij had gesloten met een ex-medewerkster die door een collega was aangerand, kwamen 45 partijmedewerkers met een gênante brief (‘Hier trekken wij de grens’) om de partij te verdedigen. Die steunactie deed denken aan de brief die medewerkers van Plopsaland vorig jaar publiceerden over hun later tot ontslag gedwongen ceo.

Het incident dat de voorzitter uiteindelijk ten val bracht, is daarvan nog de meest pijnlijke illustratie. Als Rousseau in september voor het eerst in het nieuws komt met aangebrande uitspraken in café ’t Hemelrijk in Sint-Niklaas, blijft het stil in de partij. Leden laten zich pas horen wanneer de voorzitter in een mail schrijft dat zijzelf ook kritiek mogen hebben. Rousseau weigert zowel op de persconferentie die hij op 5 oktober geeft als op het inderhaast bijeengeroepen partijbestuur dat daaraan voorafging de letterlijke citaten te geven waarvoor hij word beschuldigd. ‘Zijn we in ons diepste binnenste niet allemaal een beetje racist’, is de ondertussen bekende platitude waarmee Louis Tobback, ooit de grootste pain in the ass van elke SP.A-voorzitter die niet zijn eigen achternaam droeg, Rousseau droogjes in Het Laatste Nieuws verdedigt.

Tussen collega-partijvoorzitters Raoul Hedebouw, Bart De Wever en Tom Van Grieken: ‘We hebben hem allemaal onderschat.’
Tussen collega-partijvoorzitters Raoul Hedebouw, Bart De Wever en Tom Van Grieken: ‘We hebben hem allemaal onderschat.’ © belgaimage

Tweestromenland

In de buik van de partij is in het najaar ook al wel ergernis te horen over de manier waarop Rousseau zijn problemen aanpakt. Moest hij echt na het verschijnen van zijn coming-outvideo naar Milaan vertrekken en partijgenoten op alle kritiek laten reageren? Moest hij echt naar de rechter trekken om de publicatie van een krantenartikel over zijn dronken nacht in Sint-Niklaas tegen te houden? En riep de ophef over die dading geen herinneringen op aan de slechte manier waarop hij het toxische klimaat op het kabinet van federaal minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir had aangepakt? Er waren al veel langer klachten over de manier waarop zij met haar cabinetards omging voor er werd ingegrepen. ‘Rousseau leert nooit van zijn fouten’, zegt een belangrijk lid. ‘Dictators of autoritaire leiders zoals Recep Tayyip Erdogan in Turkije doen in het begin vaak ook goede dingen voor de bevolking. Maar later worden ze verblind door hun eigen macht en ego. Tot het te laat is.’

Het moet ook heel moeilijk zijn om niet verblind te raken door wat Vooruit de voorbije vier jaar overkomen is. In De Stemming, een jaarlijks onderzoek van de Universiteit Antwerpen waar ook een peiling aan verbonden is, behaalde Vooruit in de lente van dit jaar 16,9 procent. Dat wordt gemakshalve een verdubbeling genoemd van de vorige verkiezingsresultaten. Politoloog Stefaan Walgrave (UA) doet het kiezersonderzoek voor De Stemming, en ook hij was onder de indruk van wat Rousseau had klaargespeeld. ‘Vooruit won van overal nieuwe kiezers, behalve op links bij de PVDA. We begonnen in Vlaanderen een tweestromenland te zien, als we het Vlaams Belang even buiten beschouwing laten’, zegt hij. ‘Met de N-VA hebben we een sterke rechtse partij en met Vooruit van Conner Rousseau een sterke linkse concurrent. Groen, de CD&V en vooral de Open VLD komen alleen maar meer in de problemen.’

Walgrave zag een partij die zich weer helemaal toelegt op haar sociaaleconomische corebusiness. In de regering-De Croo vond Vooruit met de PS een bondgenoot om die standpunten ook door te duwen: de pensioenen en uitkeringen gingen omhoog, en tijdens de energiecrisis kreeg werkelijk iedereen geld om de koopkracht te beschermen. De partij kan thema’s als sociale zekerheid, pensioenen en gezondheidszorg dankzij Frank Vandenbroucke sinds 2019 ook veel sterker claimen dan in de jaren daarvoor. ‘Het was slim van Rousseau om daarop te focussen’, zegt Walgrave. ‘Over het klimaat zullen we hem weinig horen en ook andere socioculturele thema’s zoals migratie laat hij liever aan zich voorbij- gaan. De partij heeft niets te winnen op die domeinen.’

Melissa Depraetere is géén BV. Vlamingen denken nog eerder dat ze de dochter van Guido Depraetere is.

Stefaan Walgrave, UA

Molenbeek

‘Thema’s zoals migratie liet Rousseau liever aan zich voorbij gaan’: nogal wat mensen zullen het daarmee oneens zijn. Je kunt een aardig corpus samenstellen met uitspraken waarmee hij zich toch minstens graag even liet horen in migratie- en integratiedebatten. Het begon een eerste keer voorzichtigjes in vraagvorm (‘Als je alcohol kunt verbieden tot zestien jaar, waarom dan niet ook de hoofddoek op school?’) maar het werd steeds steviger. ‘Als je geen Nederlands wilt leren, kun je hier weinig komen doen’, ‘Nederlands leren is in het belang van het kind. Sancties voor ouders die dat niet willen zijn bespreekbaar’ en natuurlijk ‘Als ik door Molenbeek rijd, voel ik me ook niet in België’. Het interview in Humo waaruit die laatste quote komt, noemde hij later in hetzelfde blad zijn ‘beste interview ooit’. ‘Conner weet natuurlijk perfect dat hij zich met zulke citaten scherper profileert dan de partij’, zegt een Vooruitpoliticus. ‘Dat komt hem goed uit, want het maakt hem alleen maar populairder.’

Aan de andere kant is Vooruit, en daarvoor SP.A en SP, in die debatten altijd al een tik rechtser geweest dan progressief Vlaanderen. Louis Tobback, Patrick Janssens en Monica De Coninck zijn maar een paar politici die Rousseau daarin voorgingen. Na de aanslag in Brussel door Abdesalem Lassoued, die illegaal in ons land verbleef, sloot Rousseau zich al snel aan in de rij van politici die voor een strenger migratiebeleid pleiten. Hij noemde daarbij zelfs woonstbetredingen en het opsluiten van gezinnen met kinderen voor ze worden uitgezet – twee taboes in de regering-De Croo.

‘Maar we zijn daar altijd voor geweest’, zegt Ben Segers, migratiespecialist van Vooruit. ‘Op voorwaarde natuurlijk dat het op een correcte manier gebeurt. Zeker het opsluiten van gezinnen kan alleen in aangepaste, uitzonderlijke omstandigheden. Maar ik deel helemaal niet de analyse dat er een breuk met ons verleden is. Jullie hebben ons de jaren voordien misschien minder over deze thema’s gehoord, maar wij hebben altijd al met het hart en het hoofd naar die kwesties gekeken. De kiezer moet weten dat hij ons daarmee kan vertrouwen.’

Rechts van Vooruit vielen zulke uithaaltjes van Rousseau altijd in de smaak. N-VA’ster Zuhal Demir nam zelfs vaak de verdediging van Conner Rousseau op zich. Maar links van Vooruit ontstond al heel vroeg een groep mensen die Rousseau fundamenteel niet vertrouwden. Zij zagen in zijn racistische uitbarsting in ’t Hemelrijk slechts de bevestiging van wat ze al lang dachten te weten. In grote steden, waar de linkse achterban klassiek hoger opgeleid en progressiever is en waar veel mensen met een migratieachtergrond wonen, vielen zulke uitspraken het slechtst. Net zoals het Vlaams Belang het minder goed doet in de grootsteden, dreigde ook Vooruit daar stilaan in de problemen te komen. De peilingen die Het Nieuwsblad één jaar voor de gemeenteraadsverkiezingen organiseerde, waren alvast niet best.

De dochter van

In de laatste nationale peiling van Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg staat Vooruit ondertussen op 13,2 procent, zo’n 4 procentpunten lager dan in het voorjaar. Het is een stevig klopje, maar Rousseau is niet uitgespeeld. Op de persconferentie van zijn ontslag klonk hij hoegenaamd niet als iemand die nooit meer in de Wetstraat gezien wil worden. Hij verdedigde zijn palmares met brio, bedankte zelfs uitgebreid – zij het ietwat ironisch – de media en alludeerde zelf al op een tweede kans. Je hoefde niet van heel kwade wil te zijn om de indruk te krijgen dat Rousseau is weggegaan om terug te kunnen komen. ‘We willen ook allemaal dat hij terugkomt’, zegt iemand in de partij. Alleen weet niemand precies wanneer de tijd daar rijp voor zal zijn. Vorige week kondigde Rousseau ook nog zijn vertrek als Vlaams Parlementslid aan.

Ondertussen moet Melissa Depraetere de partij klaarmaken voor de historische verkiezingen van 2024. Ze was altijd al heel erg close met Rousseau, en ze is graag gezien in de partij. Zelfs de grootste critici van Rousseau hopen dat zij slaagt in haar opdracht. Maar niemand twijfelt eraan dat ze voor een helse opdracht staat. ‘Haar naamsbekendheid is zo goed als onbestaande’, zegt Walgrave. ‘Ze is absoluut geen BV zoals Conner. Vraag aan Vlamingen op straat wie Melissa Depraetere is en de meeste mensen zullen antwoorden dat ze de dochter is van Guido Depraetere (medeoprichter van VTM, nvdr).’

Het is vandaag nog altijd onvoorstelbaar dat Vooruit de winst die de partij de voorbije jaren boekte in de peilingen op 9 juni helemaal kwijt zal raken. De partij vond onder Rousseau een nieuw zelfvertrouwen, en dat is ze met de voorzittersexit niet kwijtgeraakt. De procenten die Vooruit in de volgende verkiezingen wint, heeft het nog altijd maar aan één iemand te danken.

Knack sprak voor dit verhaal met vijftien mensen binnen en buiten Vooruit. Conner Rousseau was daar, zoals gebruikelijk bij zulke portretten door derden, niet bij.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content