Ann Peuteman

‘Caroline Gennez heeft de kans om een historische minister te worden (maar dan moet ze die wel grijpen)’

Voor welzijn is het marsorder van de nieuwe Vlaamse regering: meer, beter en vooral sneller. Dat is ook nodig, want de voorbije jaren dreigde het beleidsdomein aan continuïteit ten onder te gaan.

‘Ik heb alles gedaan wat ik kon om genoeg middelen los te krijgen, maar dat is gewoon niet gelukt.’ Het is een citaat dat – telkens in andere bewoordingen – geregeld terugkwam in interviews met de vorige Vlaamse ministers van Welzijn. Het was alsof ze voortdurend tegen een muur van geldgebrek aanliepen, waardoor structurele oplossingen zo goed als onmogelijk waren.

Daar kan Caroline Gennez (Vooruit), de nieuwe minister van Welzijn, zich alvast niet achter verbergen. De Vlaamse regering trekt liefst een miljard euro extra uit voor haar even complexe als diverse departement. Wat niet wil zeggen dat ze niet al haar creativiteit uit de kast zal moeten halen om de gigantische noden te lenigen. Het beleidsdomein dat geacht wordt om kwetsbare burgers van de wieg tot het graf de nodige hulp en zorg te bieden, is de voorbije jaren verworden tot een knooppunt van ellenlange wachtlijsten. Van de kinderopvang en de jeugdzorg tot de ondersteuning van personen met een handicap en de ouderenzorg.

Dat komt om te beginnen doordat de vraag naar hulpverlening en zorg de voorbije decennia almaar is toegenomen terwijl de opeenvolgende Vlaamse regeringen de buikriem moesten aanhalen. Maar wat zeker ook niet heeft geholpen, is dat welzijn twintig jaar lang in handen was van dezelfde partij: CD&V. Dat heeft uiteindelijk voor meer continuïteit gezorgd dan de welzijnssector aankon. Tegen de tijd dat Hilde Crevits het roer overnam, waren de uitdagingen al niet meer te overzien.

Wegwerken van wachtlijsten

Daarom is het een goede zaak dat er nu een minister van een andere partij aantreedt. Als zij ten minste bereid is om haar beleidsdomein écht te doorgronden en vooral heel goed naar het werkveld te luisteren voor ze de noodzakelijke koerswijzigingen doorvoert. Het Vlaamse regeerakkoord biedt Caroline Gennez in elk geval genoeg vrijheid om nieuwe paden te verkennen. Daarbij is het uitgangspunt overduidelijk: alles moet meer, beter en vooral sneller.

Caroline Gennez begint met een werkbaar regeerakoord, behoorlijk wat krediet en (een deel van) het nodige geld aan haar ambtstermijn.

De wachtlijsten die – helemaal terecht – voor het luidste protest en de grootste verontwaardiging zorgen, zijn die in de sector van personen met een handicap. Zo moeten sommigen jarenlang wachten op het persoonsvolgend budget (PVB) waarmee ze een plaats in een voorziening of hulp in huis kunnen bekostigen. Het wegwerken van die wachtlijsten was een prioritiet van de vorige Vlaamse regering en is dat nu weer. Het verschil is wel dat er nu dus veel meer geld is. Dat is ook nodig, want volgens het Agentschap voor Personen met een Handicap is er 1,4 miljard euro nodig om de wachtlijsten helemaal weg te werken. Ter vergelijking: toen de regering-Jambon vijf jaar geleden aantrad, was dat 1,6 miljard.

Daarnaast zullen in de kinderopvang, waar Crevits al voor een bescheiden ommekeer heeft gezorgd, zoveel mogelijk nieuwe en betaalbare plaatsen worden gecreëerd. Maar zolang er te weinig capaciteit is, wordt wel nog altijd voorrang gegeven aan ouders die werken of een arbeidsmarktgerichte opleiding volgen. Het luik kinderopvang legt ook een spanningsveld tussen kwaliteit en kwantiteit bloot: wanneer het aantal kinderen per begeleider wordt verlaagd, kan dat een negatieve impact hebben op de capaciteit.

Zo kon het niet verder

Ook in de jeugdhulp streeft de Vlaamse regering – terecht – naar meer plaatsen en een snellere respons. Vandaag moeten kinderen en jongeren die bijvoorbeeld verslaafd zijn, psychologische problemen hebben of het thuis heel moeilijk hebben vaak lang wachten op geschikte hulp. Ondertussen escaleren hun moeilijkheden vaak waardoor er uiteindelijk veel radicaler moet worden ingegrepen. Daarom wil de nieuwe Vlaamse regering de capaciteit optrekken in zo ongeveer alle takken van de jeugdhulp.

Verder moet de sector van de geestelijke gezondheidszorg overzichtelijker worden zodat iedereen er sneller zijn of haar weg in kan vinden. In het luik over ouderen gaat dan weer speciale aandacht naar de zorg voor mensen met dementie, die een prioriteit wordt genoemd. Het aanbod moet – alweer – overzichtelijker en mensen met (jong)dementie moeten sneller de nodige ondersteuning krijgen.

In het algemeen wil de regering ook ‘de barrières en overlap tussen de zorgverleners en beleidsniveaus’ wegnemen. Als ze dat hard kan maken zonder dat het op een verdoken besparingsoperatie uitdraait, zou dat er weleens voor kunnen zorgen dat veel minder mensen uit de boot vallen of als een hete aardappel van de ene hulpverlening naar de andere worden doorgeschoven.

Als de injectie van meer dan een miljard euro in welzijn één ding bewijst, is het dus wel dat de coalitiepartners hebben begrepen dat het zo écht niet verder kan. Caroline Gennez begint in elk geval met een werkbaar regeerakoord, behoorlijk wat krediet en (een deel van) het nodige geld aan haar ambtstermijn. Dat is alvast meer dan haar twee voorgangers konden zeggen.

Partner Content