Brusselse regeringsvorming gaat gebukt onder budgettaire ellende

Elke Van den Brandt (Groen), Brussels formateur aan Nederlandstalige kant. © Belga
Ewald Pironet
Ewald Pironet Senior writer

De Brusselse regeringsvorming zit in een impasse. Het lijkt te gaan over partijen en postjes, maar het grootste probleem is de rampzalige financiële toestand.

De Brusselse regeringsvorming schiet niet op. De formatie verloopt er op een bijzondere manier: een Franstalige formateur en een Nederlandstalige zoeken beiden een meerderheid in hun taalgroep, waarna de onderhandelingen gevoerd worden met alle potentiële coalitiepartners voor een regeerakkoord.

Aan Franstalige kant slaagde formateur David Leisterh (MR) erin om de MR, Les Engagés en PS rond de tafel te krijgen. Aan Nederlandstalige kant lukte het formateur Elke Van den Brandt (Groen) nog niet om een coalitie te vormen. Groen, Open VLD en Vooruit willen wel samenwerken, maar ze hebben samen maar 8 zetels terwijl er 9 nodig zijn voor een meerderheid. Dus is een vierde partij nodig.

Die vierde partij zou CD&V kunnen zijn, maar Brussels kopstuk Benjamin Dalle heeft al weten dat zijn partij ‘de zittende paars-groene Vlaamse coalitie niet gaat depanneren’. Resten nog Team Fouad Ahidar en N-VA. Ahidar wil wel, maar dat zien de liberalen niet zitten. En hij plukte ondertussen kandidaten weg bij de andere partijen, zodat hij ook daar slecht ligt. En bij N-VA hebben ze niet veel zin om nu in de coalitie te stappen.

Dat alles gebeurt in de wetenschap dat er dus vier Vlaams partijen nodig zijn om een meerderheid te vormen, terwijl er maar twee ministersposten en een staatssecretarisschap te verdelen zijn onder die vier partijen. Eén partij dreigt dus met lege handen achter te blijven.

Onhoudbaar

Maar het gaat in Brussel om veel meer dan om partijen en postjes, het gaat vooral over geld. Beter gezegd, het tekort aan geld. De Brusselse begroting is er van alle regio’s het slechtst aan toe. Dit jaar gaat Brussel voor ruim 1,2 miljard in het rood – investeringen in de derde metrolijn inbegrepen – op een begroting van amper 6 miljard euro. De uitgaven liggen dus 20 procent hoger dan de inkomsten.

Het Planbureau ziet geen beterschap, over vijf jaar overschrijden de Brusselse uitgaven de inkomsten nog altijd met 19 procent. De schuld bedroeg eind vorig jaar 13,1 miljard euro en bij ongewijzigd beleid zal die stijgen naar 19,5 miljard in 2028, of 286 procent van de inkomsten. De financiële situatie van Brussel is dus rampzalig en onhoudbaar.

Dat hebben ook de ratingbureaus in de gaten. Standard & Poor’s verlaagde in maart de rating van het Brussels Gewest. Dat betekent dat de kredietwaardigheid lager wordt ingeschat, met als gevolg dat Brussel in de toekomst meer rente zal moeten betalen als het gaat lenen.

‘Nu de kredietwaardigheid van Brussel in het gedrang komt, rijst de vraag: wanneer volgt België?’

Puinhoop

Je hoort dan vaak dat Brussel een bijzonder geval is: het is een grootstad, en daarom heeft het ook te kampen met grootstedelijke problemen die extra veel geld kosten. Maar is dat ook zo? Patrick Bisciari en Sarah El Joueidi van de Nationale Bank van België hebben dat onderzocht. Zij vergeleken Brussel met 35 andere Europese metropolen waaronder Amsterdam, Parijs, Milaan en Warschau. En dan blijkt Brussel op tal van vlakken ondermaats te presteren.

‘Ook in vergelijking met andere Europese grootsteden slaat Brussel een slecht figuur’

Dat geldt zeker voor de manier waarop in Brussel met centen wordt omgegaan. Al jaren negeren de Brusselse regeringen de financiële problemen en wordt er geen ernstig begrotingsbeleid gevoerd. De rekeningen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn ook al jaren een puinhoop. Voor het derde jaar op rij formuleerde het Rekenhof geen oordeel over die rekeningen ‘door onzekerheden over de fiscale ontvangsten en vorderingen’. Een nieuwe Brusselse regering zal geconfronteerd worden met de onhoudbare financiële situatie. Dat is geen prettig vooruitzicht om deel te nemen aan het bestuur.

Staatshervorming

Brusselse politici klagen al lang dat ze te weinig geld krijgen voor hun hoofdstedelijke functies, voor de vele pendelaars die er komen werken maar er geen belastingen betalen enzoverder. Die vraag naar meer financiële middelen zal de Brusselse regering straks ongetwijfeld herhalen. Ze zal wel met een of ander besparingsplan komen, want dat kan nog moeilijk anders, maar dat zal onvoldoende zijn om uit het financiële drijfzand te raken. Men zal aandringen op nieuwe federale financiering, vers geld voor Brussel.

Naar verwachting zullen de Vlaamse partijen dan om te beginnen eisen dat er eerst werk gemaakt wordt van een interne Brusselse reorganisatie, zoals de samenvoeging van de 19 gemeenten en het Gewest en een fusie van de politiezones. Dat ligt moeilijk ligt bij de Franstalige partijen MR, de PS en Les Engagés en zal de nodige discussies opleveren.

Sommigen zien de aankomende Brusselse bede om meer geld ook als een hefboom om besprekingen te beginnen over een volgende staatshervorming. Want niemand heeft geld te veel: ook in Wallonië, Vlaanderen en op federaal niveau komen er serieuze saneringsoperaties. Maar Brussel staat er het slechtst voor, de budgettaire situatie is er zo goed als uitzichtloos. Daarover gaat het vandaag nog niet, maar het weegt wel zwaar op de regeringsvorming.

Partner Content