Vrijdaggroep
‘Brussel is de sleutel tot de communautaire doos van Pandora. Willen we die werkelijk openen?’
De Brusselse formatie zit muurvast. MR-formateur David Leisterh slaagt er niet in PS of Ecolo te overtuigen om in een regering met de N-VA te stappen. In Franstalig België blijft het Vlaamse perspectief op dit dossier fel onderbelicht. Thibault Viaene, covoorzitter van de Vrijdaggroep en Vlaamse Brusselaar, licht toe.
Brussel als hoofdstad van ons land zou een toonbeeld van bestuurlijke efficiëntie en politieke stabiliteit moeten zijn. De realiteit is een stuk minder rooskleurig. Eerder deze week de zevende schietpartij in twee weken tijd. Vandaag een financiële put die met de dag groter wordt. Morgen misschien het faillissement.
Als er ooit een moment was voor Brusselse politieke leiders om op te staan, dan is het nu.
257 dagen na de verkiezingen heeft Brussel echter nog steeds geen regering. Nederlandstalige en Franstalige media schetsen elk een ietwat ander beeld van de Brusselse formatiecrisis. In Vlaanderen overheerst het gevoel dat PS en Ecolo de formatie gijzelen door de N-VA uit te sluiten. Aan Franstalige zijde klinkt een ander verhaal. Daar wordt de impasse vooral voorgesteld als een strijd tegen extreemrechts. Zo ontstaat een karikatuur: in Vlaanderen zijn PS en Ecolo de saboteurs, in Franstalig België is de blokkering de schuld van een ‘ondemocratische partij’ aan Vlaamse zijde.
Maar achter die polarisatie gaan twee vergeten dimensies schuil: enerzijds de institutionele afspraken tussen Franstalige en Nederlandstaligen die de kern vormen van het Brusselse bestuursmodel, anderzijds de manier waarop Vlaamse partijen in Brussel de formatiecrisis ervaren.
Op institutioneel vlak laat de Bijzondere Brusselwet geen ruimte voor interpretatie: Franstaligen en Nederlandstaligen vormen elk hun eigen meerderheid en sluiten daarna een gezamenlijk akkoord. Dat is al 35 jaar de praktijk en werd nooit in vraag gesteld, zelfs niet toen partijen als de FDF en de VU – voorlopers van respectievelijk DéFi en N-VA – deel uitmaakten van de Brusselse regering.
De Bijzondere Brusselwet is gestoeld op het idee dat Franstalige partijen en Nederlandstalige partijen elkaars meerderheid respecteren. Dit pacificerend principe loslaten zou een ongezien precedent scheppen. Vandaag een veto tegen N-VA, over een paar jaar tegen elke andere Vlaamse partij die PS of Ecolo niet lusten. Afgelopen woensdag zette de PS de toon zelfs nóg scherper: op Radio 1 klonk onomwonden de eis dat cd&v de plek van N-VA moest innemen.
Zo verdwijnt de facto de autonomie van de Nederlandstaligen in Brussel. Niet meer dan een speelbal die enkel mag meepraten als de Franstaligen dat toelaten.
Verder mag men niet vergeten dat Brussel niet alleen de hoofdstad van België is, maar ook die van Vlaanderen. Dat statuut is geen holle titel, maar een grondwettelijke realiteit. Vlaanderen investeert miljarden in de stad, financiert tal van culturele en onderwijsinstellingen en blijft het economische hinterland van Brussel. Daarom zijn Nederlandstaligen als numerieke minderheid via wettelijke garanties beschermd. Die bescherming is geen gunst, maar een essentieel onderdeel van het Belgische institutionele evenwicht.
De Franstalige socialisten en groenen zetten door hun veto tegen N-VA de delicate communautaire afspraken in ons land op de helling. Door de Nederlandstalige democratie in Brussel terzijde te schuiven, leggen ze een communautaire atoombom onder ons land. Brussel is immers geen eiland: de Brusselse grendels zijn het spiegelbeeld van de federale grendels die de Franstalige minderheid in België moeten beschermen.
Als Franstaligen in Brussel de communautaire evenwichten zonder pardon negeren, waarom zou Vlaanderen dan nog de Franstalige heilige huisjes respecteren? Waarom zou dan niet geraakt mogen worden aan Franstalige bescherming op federaal niveau, zoals de pariteit in de federale ministerraad, dubbele meerderheden, belangenconflicten en alarmbellen? Brussel is de sleutel tot de communautaire doos van Pandora. Willen we die werkelijk openen?
Brussel balanceert op de rand van een existentiële crisis. Ofwel respecteren alle partijen de institutionele afspraken, ofwel dreigt Brussel zichzelf op te blazen—met desastreuze gevolgen voor zowel de Brusselaars als de rest van het land. De communautaire stabiliteit in dit land mag niet gegijzeld worden door cynische politieke spelletjes en strategisch opgeworpen blokkades. De keuze is simpel: ofwel nemen Brusselse politici hun verantwoordelijkheid, ofwel worden de beslissingen elders genomen.
De welvaart van ons land en van onze hoofdstad staat op het spel. Hoe langer deze impasse aansleept, hoe groter de schade zal zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier