Hildegard Laporte
‘Bieden we in Brussel onze meest kwetsbaren werkelijk de ondersteuning die ze nodig hebben?’
‘De situatie in Brussel vraagt om urgente actie’, schrijft Hildegard Laporte van Vista naar aanleiding van de recente cijfers over dakloosheid in het gewest.
Door de eerste vrieskou besliste Brussel deze week 160 extra opvangplaatsen te openen voor daklozen. Op dezelfde dag bestormden Anderlechtse OCMW medewerkers het bureau van hun burgemeester. De mediastorm rond de Pano-reportage is gaan liggen maar voor de hulpverleners en vooral de hulpzoekenden is er weinig of niks veranderd.
De cijfers spreken boekdelen en tonen een schrijnend contrast tussen Vlaanderen en Brussel. In Vlaanderen stagneert het armoedecijfer op 7,8%, maar de armoedekloof is sterk gedaald van 18,2% in 2022 naar 12,2% in 2023. Dit wijst op een verbetering van de inkomens van mensen onder de armoededrempel. De Vlaamse statistieken geven echter ook een vertekend beeld, omdat de grootstad Brussel niet in die statistiek is opgenomen, terwijl het toch ook de hoofdstad van Vlaanderen is. Zoals over ter wereld is deze problematiek het meest prangend in de grootsteden.
Het beeld in Brussel is dan ook heel grimmig: 28% van de bevolking leeft onder de armoederisicogrens. De kloof tussen arm en rijk groeit, met de 10% armste Brusselaars die moeten rondkomen met minder dan €985 per maand, terwijl de 10% rijksten meer dan € 4.120 per maand verdienen. Toch slaagden de reacties op Pano er ironisch genoeg in om de Brusselse problematiek te reduceren tot een probleem van cliëntelisme en misbruik. Het verhaal van overbelasting, territoriale versnippering en een systeem dat kreunt onder zijn eigen gewicht was slechts een lastig detail. Volgens cijfers van het Brussels Platform Armoede neemt 40 tot 50% van de rechthebbenden zijn leefloon niet eens op. Vaak omdat ze de weg niet vinden in een steeds complexere bureaucratie. Een schril contrast met de geschatte 4,5% misbruiken.
Maar de problematiek is nog veel schrijnender. In november 2024 ging Bruss’Help weer op pad voor zijn tweejaarlijkse daklozentelling. In 2022 werden er 7.134 dak- en thuislozen geteld en men vreesde dit jaar de kaap van de 10 000 te overschrijden. Dit zijn mensen zonder adres die in de meeste gevallen nergens recht op hebben. Voor hen is een opvangnet voorzien van 2600 bedden waar er nu dus nog een 160 bovenop komen. Daarnaast openen ook de NMBS en de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB een deel van hun stations en metrohaltes voor overnachtingen bij nachtelijke temperaturen onder het vriespunt. Voor Brusselse pendelaars is het een vertrouwd beeld, daklozen die hun bedje spreiden in de metrostations bij gebrek aan opvang.
In een context waarbij de hulp ontoereikend is, is het logische dat de roep om een fusie van de 19 Brusselse OCMW’s steeds luider weerklinkt. Voorstanders zien hierin een kans om de efficiëntie te verhogen, gelijke behandeling te garanderen, meer hulpbehoevenden te helpen én fraude beter te bestrijden. Het zou ook een einde kunnen maken aan het ‘OCMW-shoppen’ en de absurde situatie waarbij een dakloze moet bewijzen in welke gemeente hij het vaakst slaapt (op straat!) om hulp te krijgen. Tegenstanders vrezen echter voor het verlies van lokale kennis en maatwerk.
Daarnaast heb je ook nog de briljante ideeën die de ronde doen. Leeflonen verlagen en deels uitbetalen in voedselcheques? Alsof we teruggaan naar de middeleeuwen, waar de armen kruimels toegeworpen kregen. Het doel van de huidige maatregelen is activering op de arbeidsmarkt, maar laten we eerlijk zijn: mensen die een beroep doen op een leefloon zitten vaak in de overlevingsmodus. Mensen die opgroeiden in gebroken gezinnen met financiële problemen of huiselijk geweld, doen er vaak jaren of zelfs decennia over om die problemen een plek te geven. In geval van ernstig misbruik blijft de verwerking zelfs een levenslange strijd. Een job alleen kan dat niet oplossen.
In bepaalde gemeenten is het voorgestelde leefloon bovendien niet eens genoeg om de huur van een studio te betalen. De renovatieverplichting in Vlaanderen jaagt bovendien niet alleen de huurprijzen de hoogte in, maar geeft nieuwe eigenaars ook een stok achter de deur om slecht betalende huurders buiten te zetten. Bijgevolg surfen heel wat noodlijdende jongeren van sofa naar sofa, zonder enige stabiele basis of geldig domicilie. Geen sinecure om vanuit zo´n precaire situatie een werkgever te overtuigen van je kwaliteiten.
Misschien moeten we ons licht opsteken in Finland, waar een radicaal andere aanpak indrukwekkende resultaten heeft geleverd. Met hun ‘Housing First’ beleid is de langdurige dakloosheid er met 68% gedaald tussen 2008 en 2022. Het principe is eenvoudig: bied daklozen eerst een stabiele woonst, zonder voorwaarden, en bied dan ondersteuning. Dit heeft niet alleen geleid tot een drastische daling van het aantal daklozen, maar blijkt ook veel kosteneffectiever dan de traditionele aanpak.
Het is cruciaal dat we een systeem ontwikkelen dat openstaat voor wie écht in nood verkeert. We moeten streven naar een aanpak die niet alleen onderdak biedt, maar ook kansen op een beter leven via intensieve, persoonlijke begeleiding. Dit vereist een fundamentele herziening van ons sociaal beleid, met als doel een samenleving waarin niemand in de kou blijft staan.
De situatie in Brussel vraagt om urgente actie. We moeten ons afvragen of we onze meest kwetsbaren werkelijk de ondersteuning bieden die ze nodig hebben, of dat we ze slechts minimale, ontoereikende hulp bieden. Het is tijd voor een radicale hervorming van ons sociaal systeem, gericht op echte inclusie en kansen voor iedereen, vooral voor de meest kwetsbaren onder ons.
Hildegard Laporte is kernlid van Vista, een politieke beweging die een Vlaams, sociaal en progressief alternatief voorstaat, dat de particratie doorbreekt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier