Ann Peuteman

’Beste CD&V, geef eindelijk eens de welzijnssector terug’

‘Na twintig jaar is het hoog tijd dat er zich een Vlaamse minister met een andere politieke kleur over welzijn ontfermt’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman in haar column De Zoetzure Dinsdag.

Een paar maanden geleden ontmoette ik Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) in een residentie met assistententieflats in de buurt van Gent. Hoewel ze er al een hele dag met dat soort bezoeken op had zitten, leek ze oprecht geïnteresseerd. Ze stelde gevatte vragen, gaf complimenten en negeerde de aanmaningen van haar medewerkers om voort te maken. ‘De minister luisterde écht naar ons’, klonk het achteraf.

Dat hoorde ik de voorbije paar jaar ook geregeld in andere welzijnsdomeinen, van instellingen voor personen met een handicap tot crèches en woonzorgcentra. In tegenstelling tot sommige collega’s (en voorgangers) uit de Vlaamse regering verschool Crevits zich blijkbaar niet de hele tijd achter haar eigen Grote Gelijk.

Toch gingen steeds meer partij- en zuilgenoten ervanuit dat ze in alle stilte afscheid aan het nemen was van de Vlaamse politiek. Het meest plausibele scenario was volgens hen dat ze Lieven Boeve zou opvolgen als directeur-generaal van Katholiek Onderwijs Vlaanderen. Maar die functie ging – naar verluidt tot Crevits’ eigen verbazing – naar Bruno Vanobbergen, die ze zelf had aangesteld als hoofd van het agentschap Opgroeien. Hoe dan ook gaf ze tegen het eind van de campagne duidelijk aan dat ze nóg wel een keertje minister wilde worden. Ondertussen is gebleken dat niet al haar kiezers dat nog zo’n goed idee vinden. Crevits behaalde zondag een slordige 53.000 voorkeurstemmen minder dan in 2019. In West-Vlaanderen, waar ze de Vlaamse lijst aanvoerde, moet haar partij een zetel in het Vlaams Parlement inleveren.

Dat Hilde Crevits het de voorbije jaren niet onder de markt had, staat buiten kijf. Halfweg de regeerperiode moest ze de bevoegdheden economie en landbouw inruilen voor welzijn en volksgezondheid. Dat deed ze overduidelijk met tegenzin. Een halfjaar later moest ze het werk wekenlang neerleggen doordat ze fysiek en mentaal totaal uitgeput was. Ondertussen slaagde ze er wel in om de nodige rust te laten terugkeren in het departement welzijn – wat niet evident was na de covid-periode en de passage van Wouter Beke. Maar dat deed ze wel op haar eigen typische manier: met voorzichtige stapjes en zonder al te veel stampei te maken. In een sector als het onderwijs is dat vaak een pluspunt, maar niet in de welzijnssector die net snakt naar lef en politieke slagkracht.

Het zou best eens kunnen dat de kiezer niet zozeer Hilde Crevits zelf een signaal heeft willen geven, maar wel het belegen welzijnsbeleid van haar partij heeft afgestraft.

Toch zou het best eens kunnen dat de kiezer niet zozeer Crevits zelf een signaal heeft willen geven, maar eerder het belegen welzijnsbeleid van haar partij heeft afgestraft. Die bevoegdheid is al in handen van de Vlaamse christendemocraten sinds Inge Vervotte twintig jaar geleden Vlaams minister van Welzijn werd. Na een korte doortocht van Steven Vanackere en een flitsbezoek van Veerle Heeren trad de alom opgehemelde Jo Vandeurzen aan. Hij deed veel goeds, maar hij zette ook lijnen uit die de sector tot op vandaag parten spelen. Zo vloeide heel veel geld naar proefprojecten, die hun bestaansrecht bewezen maar uiteindelijk toch weer werden afgevoerd. Ondertussen bleek de vermaatschappelijking van de zorg steeds vaker een schaamlapje voor pijnlijke besparingen.

Wouter Beke erfde vijf jaar geleden dan ook een departement dat dringend aan vernieuwing toe was, maar door een pandemie en een gebrek aan visie kwam daar niets van in huis. Tegen de tijd dat Crevits het roer overnam, waren de uitdagingen al niet meer te overzien. Overal ellenlange wachtlijsten, kinderopvang die totaal niet voldeed, personen met een handicap die het budget waar ze recht op hadden niet kregen, en ga zo maar door.

Crevits deed de voorbije twee jaar wat ze kon om het bloeden te stelpen terwijl er eigenlijk heel vergaande ingrepen nodig waren. Of zoals de directeur van een zorginstelling het onlangs formuleerde: ‘Onze sector heeft nu dringend een daadkrachtige minister nodig die zijn of haar topambtenaren echt wakker schudt en voorbij de cijfers naar de mensen kijkt. We snakken naar frisse ideeën en maatregelen, maar na twintig jaar zullen die echt niet meer van CD&V komen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content