Bart Maddens (KU Leuven)
‘Ben Weyts vergemakkelijkt de verengelsing van het hoger onderwijs’
‘We zitten op een hellend vlak naar een steeds verdere verengelsing’, schrijft Bart Maddens (KU Leuven). ‘Het is schrijnend dat zelfs een Vlaams-nationale minister van Onderwijs daar amper weerwerk tegen kan bieden.’
“Hoe meertaliger onze samenleving wordt, hoe eentaliger het onderwijs moet zijn.” Dat is een van de stellingen waarmee onderwijsminister Ben Weyts uitpakte tijdens zijn recente tournee ‘Ben bij de les’.
Maar voor de minister is dat blijkbaar niet van toepassing op het hoger onderwijs. Want hij faciliteert de verengelsing. Weliswaar niet met woorden, maar wel met daden.
Deze week begint in het Vlaams Parlement de bespreking van het ontwerp van Onderwijsdecreet XXXIV. In een amendement op het eigen ontwerp stelt de Vlaamse regering een belangrijke versoepeling voor van de taalregeling aan de universiteiten.
Tot nog toe konden die enkel een Engelstalige master of bachelor organiseren op voorwaarde dat diezelfde opleiding volledig in het Nederlands gevolgd kon worden. De Vlaamse regering wil die vereiste nu laten vallen. De equivalente opleiding moet voortaan niet meer volledig in het Nederlands gevolgd kunnen worden. De equivalente ‘Nederlandstalige’ master mag voortaan voor de helft uit Engelstalige vakken bestaan, en de bachelor voor 18,33%.
In de teksten van de Vlaamse regering wordt dit op een misleidende wijze voorgesteld als een louter technische wijziging, een ‘verduidelijking’, die de ‘verwarring’ over het bestaande decreet uit de wereld moet helpen.
Dat klopt echter niet. Het bestaande decreet is volstrekt duidelijk. Volledig betekent volledig. Alleen hebben de universiteiten zich daar nooit bij willen neerleggen. Ze hebben die regel altijd handig proberen te omzeilen, bijvoorbeeld door spookopleidingen te organiseren. Dat zijn Nederlandstalige equivalente opleidingen die enkel op papier bestaan.
De equivalentieregel vormt nochtans een essentieel onderdeel in de vroeger afgesproken evenwichten betreffende de taalregeling aan de universiteiten. De bedoeling was net om een rem te zetten op het organiseren van Engelstalige opleidingen. De decreetgever zegt hier eigenlijk aan de universiteiten: “Willen jullie een Engelstalige master organiseren? Fijn. Maar zorg er dan ook voor dat ergens in Vlaanderen diezelfde opleiding helemaal in het Nederlands gevolgd kan worden.” Het is die rem die Weyts nu wegneemt.
Op die manier wordt de equivalentieregel helemaal uitgehold. Zeker als je er rekening mee houdt dat de masterproef vaak in het Engels wordt geschreven, zelfs al is dat op papier een Nederlandstalig vak. Aan de UGent wordt nu al bijna de helft van alle masterproeven in het Engels geschreven. De masterproef neemt een grote hap uit de opleiding. Als de helft van de vakken Engelstalig is, en de masterproef is ook Engelstalig, dan blijft er van het Nederlandstalige karakter van de equivalente opleiding niet veel meer over. Dan gaat het soms maar over een paar vakken.
Als dit een louter technische aanpassing is, zoals de Vlaamse regering laat uitschijnen, dan is het toch vreemd dat de rectoren zo dolgelukkig zijn daarmee. “We verwelkomen dat.”, zei VUB-rector Jan Danckaert over deze decreetswijziging, want : “De soepelere interpretatie van de regels maakt het ons stukken gemakkelijker.” Gemakkelijker om zoveel mogelijk te verengelsen, wel te verstaan.
De druk vanuit de universiteiten op de politici is inderdaad zeer groot. Voornamelijk omwille van mercantiele redenen willen zij zoveel mogelijk opleidingen verengelsen. Het is schrijnend dat zelfs een Vlaams-nationale minister van Onderwijs daar amper weerwerk tegen kan bieden.
De waarheid is dat we op een hellend vlak zitten naar een steeds verdere verengelsing. Dat gebeurt met kleine incrementele stapjes, die elk op zich onbetekenend lijken. Aan het begin van de legislatuur besliste de Vlaamse regering al om het aantal Engelstalige bacheloropleidingen op te trekken van 6% naar 9%. Ach, het zijn enkel de flamingantische extremisten die moeilijk zullen doen over die schamele stijging, zei men. Kan zijn, maar ondertussen gleden we alweer wat verder naar beneden op de glijbaan van de verengelsing.
Als compensatie daarvoor beloofde de Vlaamse regering nauwer toe te zien op het ontstaan van de eerder genoemde spookopleidingen. Het klopt dat minister Weyts strenger geworden is wat betreft de toepassing van de equivalentieregel. Dit culmineerde recent in de weigering om in te gaan op een vraag van de universiteiten om tien masteropleidingen in de ingenieurswetenschappen enkel nog in het Engels aan te bieden, zonder Nederlandstalige equivalent.
Weyts klopt zich daarvoor op de borst. Hij zal dit wellicht opnieuw doen als het nieuwe decreet wordt besproken in het Vlaams Parlement. De rectoren reageerden verontwaardigd op de beslissing van Weyts. Toch kan men zich niet van de indruk ontdoen dat hier een doortrapt stukje toneel wordt opgevoerd.
Achter de schermen wrijven de rectoren zich in de handen. Want de decreetswijziging is voor hen veel belangrijker dan de kwestie van de ingenieursmasters. Die nieuwe versoepeling is immers structureel en geldt voor alle opleidingen.
En Ben Weyts, die slaat hier maar een mal figuur. ‘Bij de les’ was hij alles behalve. Hij wilde strenger toezien op de toepassing van de equivalentieregel. Maar waar is dat uiteindelijk op uitgedraaid? Op de volledige uitholling ervan.
De rectoren mogen de champagne alvast ontkurken. Want als dit al kan met een Vlaams-nationale minister, hoeveel meer zal er niet mogelijk worden met een andersgezinde minister van Onderwijs in de volgende legislatuur?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier