Jan Wostyn

‘Belgische machtsgreep van de N-VA heeft de Europese verbeelding gedood’

Jan Wostyn Co-voorzitter van Vista

‘De  N-VA dreigt snel te vervellen van een dynamische Vlaams-nationalistische ideeënpartij naar een vastgeroeste Belgicistische machtspartij’, vreest Jan Wostyn (Vista) na de eerste maanden van de regering-De Wever en de discussies over een meerwaardebelasting en extra investeringen in defensie.

Tijdens de wittebroodsweken van de regering De Wever I werd de nieuwe coalitie voornamelijk geplaagd door twee issues. Ten eerste was er de onduidelijkheid over de meerwaardebelasting, waaruit bleek dat er weinig eensgezindheid was tussen de coalitiepartners en het voorstel nauwelijks is uitgewerkt. Ten tweede kwam de noodzaak tot hogere defensie-uitgaven in Europa snel op de voorgrond door het aantreden van de onbetrouwbare Trump in de VS.

In beide gevallen stelt zich echter het probleem dat een puur nationaal beleid nooit doeltreffend kan zijn. De Wever is zelf altijd pleitbezorger geweest van de “verdampingstheorie” waarbij de Belgische restbevoegdheden zouden opgaan in Europa.

Vandaag lijkt de N-VA echter meer dan ooit verknocht aan de Belgische macht binnen Europa. De Belgische machtsgreep van de N-VA heeft de Europese verbeelding gedood.

Laat ons eerst even kijken naar de meerwaardebelasting. De bedoeling hiervan is altijd geweest om de sterkste schouders meer te laten bijdragen. Alleen stelt zich de vraag of dit hiervoor wel het beste instrument is. De berekening kan best complex worden en de kans dat deze nieuwe “solidariteitsbijdrage” vooral van gegoede beleggers zal komen, maar niet van de echte toplaag, lijkt reëel. Het lijkt een soort effectentaks bis, maar dan een stuk complexer.

De achterliggende idee om de échte grote vermogens meer te laten bijdragen is niettemin een meer dan verdedigbaar idee. Wanneer we spreken over het Europese vredesdividend, kwam dit zeker ook ten goede aan ondernemers en kapitaalbezitters die sinds het einde van de koude oorlog en dankzij de creatie van de Europese eenheidsmarkt hun winsten fors zagen toenemen.

Maar dan spreken we dus niet over een huishouden dat goed geboerd heeft en een miljoen euro kapitaal heeft opgespaard bij pensionering. Dan spreken we over mensen met een vermogen van 10 miljoen euro of meer. Indien je echter specifiek die groep op Belgisch niveau probeert te belasten, is het risico op kapitaalvlucht best wel groot, dus gebeurt het niet.

Daarom is een Europees initiatief veel zinvoller. Eerder dan dit meteen met 27 lidstaten tegelijk proberen uit te rollen, lijkt het dan eenvoudiger om eerst met een aantal kernlanden (Benelux, Frankrijk en Duitsland) te kijken hoe je specifiek een solidariteitsbijdrage van de écht grote vermogens kan vragen. Dat zou kunnen door een uniforme maar nog nationale vermogensbelasting in elk van die landen.

Stel bijvoorbeeld een jaarlijkse heffing van 1% op vermogens boven de 10 miljoen euro die bovendien wordt afgetopt op 110 miljoen euro. Dat laatste is belangrijk om ook een maximum op de gewenste solidariteitsbijdrage te plaatsen en zo kapitaalvlucht te vermijden. Wie over een nettovermogen van 110 miljoen euro of meer beschikt, zal dus netto maximum een miljoen euro per jaar afdragen als solidariteitsbijdrage.

Dit kan bovendien gebeuren via een eenvoudige zelfaangifte. Deze groep is namelijk vrij klein en best wel goed gedocumenteerd. Wie manifest vermogen verzwijgt, kan retroactief een straftarief van het dubbele worden opgelegd.

Hoeveel individuen effectief onder deze verplichting zullen vallen, is niettemin heel moeilijk in te schatten. Volgens het Nederlandse Bureau voor Statistiek waren er in 2021 in Nederland zo´n 9300 huishoudens met een vermogen boven de 10 miljoen euro, wat neerkomt op zo´n 0,05% van de bevolking. Als we deze ratio extrapoleren op de bevolking van de 5 genoemde kernlanden (182 miljoen inwoners), komen we op een schatting van zo´n 91.000 huishoudens.

Wanneer het vermogen echter verdeeld wordt onder echtgenoten en kinderen, wordt de groep belastingplichtigen opnieuw veel kleiner. Dit maakt het extreem moeilijk een schatting van de opbrengst te simuleren, maar zou wel eindelijk een manier zijn om effectief een solidariteitsbijdrage van een toplaag te vragen, zonder dat de gegoede middenklasse opnieuw wordt geviseerd.

Later kunnen dan andere Europese landen vrij aansluiten bij dit systeem en kan ook overwogen worden de opbrengsten ervan gewoon in mindering te brengen van de EU-bijdrage van elke deelnemende lidstaat. Op die manier kan de EU ook aan “de gewone man” tonen dat het geen wereldvreemde bureaucratie is in Brussel maar effectief iets kan doen wat individuele landen niet kunnen: een extra bijdrage vragen van de rijke bovenlaag.

Die rijke bovenlaag heeft bovendien vaak heel veel te danken aan de EU. Het is net dankzij de interne markt dat vele familiale KMO’s konden uitgroeien tot succesvolle ondernemingen in een veel grotere markt dan hun eigen thuismarkt. Bovendien zorgde de EU ook voor 8 decennia van vrede op het Europese continent.

De opbrengst van zo´n solidariteitsbijdrage zou ook kunnen besteed worden aan Europese militaire investeringen, want die vrede is vandaag effectief bedreigd. Het huidige opbod waarbij 27 nationale lidstaten apart allemaal hun defensie-uitgaven verhogen voor eigen nationale legers is vooral waanzinnig inefficiënt.

Wat we nodig hebben is een Europese afschrikkingsmacht die naast de nationale legers bestaat en specifiek kan worden ingezet aan de grens met Rusland. Deze afschrikkingsmacht kan bestaan uit Europese soldaten, die uit de hele EU-bevolking gerekruteerd worden, centraal opgeleid worden en Engels gebruiken als lingua franca.

Het is vreemd dat er vandaag geen pleidooien in die richting komen van een partij als N-VA, want defensie werd altijd gezien als een Belgische restbevoegdheid die vroeg of laat zou verdampen in de EU. Vandaag lijkt Theo Francken echter de grootste pleitbezorger van een versterking van het eigen, Belgische, nationale leger.

Maar wat hebben we aan een puur lineaire verdubbeling van de eigen, Belgische defensie-uitgaven? De N-VA pleit toch ook altijd voor een efficiënte besteding van overheidsgeld? Blijkbaar kan dit principe nu volledig ter zijde worden geschoven om De Wever een goed figuur in Europa en in de NAVO te laten slaan.

Zowel het knoeien met de meerwaardebelasting als het totale gebrek aan verbeeldingskracht wanneer het aankomt op Europese defensie, dreigt het kabinet De Wever I zuur op te breken. Een puur Belgische meerwaardebelasting zal hoofdzakelijk door de Vlaamse hogere middenklasse betaald worden en de opbrengst zal naar goede Belgische gewoonte zeer onoordeelkundig uitgegeven worden. De Europese alternatieven liggen voor de hand, maar blijkbaar smaakt de Belgische machtsgreep in die mate zoet dat ze niet meer in overweging worden genomen.

Zo dreigt met name de N-VA heel snel te vervellen van een dynamische Vlaams-nationalistische ideeënpartij naar een vastgeroeste Belgicistische machtspartij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content