Niels De Kind

‘AI in de politiek? Niet de bedoeling dat bestaande ongelijkheden versterkt worden’

Niels De Kind Digital Transformation Consultant

Niels De Kind staat stil bij het gebruik van artificiële intelligentie in politieke beleidsvorming, en wat we op dat vlak kunnen leren van een experiment in Nederland.

Het gebruik van virtuele beleidsassistenten (VB) in de beleidsvorming van overheden en de politiek is een onderwerp dat momenteel zowel enthousiasme als zorgen teweegbrengt. Hoewel overheden volop experimenteren met VB, is het van cruciaal belang om te benadrukken dat deze technologie nieuwe inzichten kan bieden, maar nooit de menselijke intelligentie en moraliteit in cruciale politieke beleidsbeslissingen kan vervangen.

Wat zijn virtuele beleidsassistenten?

In eerste instantie moeten we erkennen dat het gebruik van kunstmatige intelligentie in beleidsvorming aanzienlijke voordelen kan opleveren. De capaciteit van AI om enorme hoeveelheden gegevens te analyseren en verbanden te leggen, kan helpen bij het identificeren van problemen en nieuwe inzichtperspectieven bieden om complexe maatschappelijke vraagstukken aan te pakken.

Het Nederlandse experiment met Codi, een virtuele beleidsassistent ontwikkeld door Joinseven, is een boeiende ontwikkeling die zowel het verdiende lof als de noodzakelijke bezorgdheid verdient.

In Nederland werkt Codi als volgt: bij Tweede Kamervragen van parlementsleden interpreteert en vergelijkt de tool de gestelde vragen en hun context met alle relevante overheidsinformatie die beschikbaar is om deze vragen te beantwoorden. Codi haalt informatie uit: rapporten, kamerbrieven, moties en zelfs debatten. Codi analyseert hiervoor miljoenen documenten afkomstig van overheidsdatabanken. Zo hebben Nederlandse ambtenaren met Codi één ingang naar al hun politieke en beleidsmatige inzichten op ieder beleidsterrein. Dit ondersteunt hen bij het formuleren van politieke antwoorden en het opmaken van beleid.

Meteen roept dit tegelijk een aantal kritische vragen op over de transparantie en verantwoording van deze AI-algoritmen. Hoe worden beslissingen genomen door Codi? Welke criteria worden gehanteerd? Wat is de kwaliteit van deze miljoenen documenten? Het is van essentieel belang in een overheidscontext dat er volledige transparantie is over de gegevens waarmee deze virtuele beleidsassistenten worden gevoed. Als we hier geen zicht op hebben, bestaat het risico dat beleidsassistenten bestaande vooroordelen en ongelijkheden in de samenleving versterken en dat is iets wat we niet kunnen tolereren.

Pleidooi voor ethische toezichtscommissies

Om deze zorgen aan te pakken, pleit ik op overheidsniveau voor de oprichting van ethische commissies die strikte controle uitoefent op de kwaliteit en representativiteit van de documenten waarmee virtuele beleidsassistenten zichzelf trainen.

Bovendien merk ik op dat op het eerste gezicht een dergelijk initiatief niet lijkt te bestaan in Nederland als in België. In een tijd waarin de inzet van AI in beleidsvorming waarschijnlijk zal toenemen, is het van essentieel belang dat onze parlementen zich proactief gaan voorbereiden. Het ontwikkelen van regels omtrent welke data kan worden gebruikt om AI-systemen te trainen, vergelijkbaar met de European AI Act maar dan specifiek toegepast op data, zou een waardevolle stap zijn in het waarborgen van ethische praktijken in de context van de Belgische parlementaire besluitvorming.

(Lees verder onder de preview.)

Deze commissies dienen representatief te zijn en bestaan uit diverse actoren zoals juristen, datadeskundigen, parlementsleden, ambtenaren en andere relevante belanghebbenden. Bedoeling is dat er concrete parameters en standaarden uitgewerkt worden over de kwaliteit van de documentatie waarop VB’s zichzelf trainen.

Zonder ethische commissies bestaat het risico dat virtuele beleidsassistenten onbedoelde vooroordelen vertonen waardoor transparantie over beleidsadviezen ontbreken, wat ook een invloed kan hebben op de besluitvorming.

Het oprichten van ethische commissies biedt een essentieel kader om deze risico’s aan te pakken en concrete parameters te ontwikkelen om de kwaliteit van documentatie en training van virtuele beleidsassistenten te waarborgen.

Virtuele beleidsassistenten gebruiken bij verlenen van bouwkundige vergunningen

Een terrein waar ik geloof dat virtuele beleidsassistenten onmiddellijk kunnen bijdragen en waar dringend vraag naar is vanuit het bedrijfsleven, is helpen bij het sneller verlenen van bouwkundige vergunningen. Hoewel menselijke beslissingen uiteindelijk de doorslag bepalen, kunnen virtuele assistenten helpen bij de voorbereidingen hiervan. VB’s kunnen enorme hoeveelheden bouwkundige documenten tegelijkertijd analyseren, de echtheid van documenten nagaan, aangeven welke stukken ontbreken, waardoor ambtenaren veel kostbare tijd besparen.

(Lees verder onder de preview.)

Bovendien kunnen VB’s historische gegevens gebruiken om voorspellingen te doen over de slaagkansen van vergunningsaanvragen. Dit kan door documenten uit gelijkaardige dossiers uit het verleden te vergelijken met de ingebrachte stukken van een dossier.

Dit alles kan leiden tot aanzienlijke verkorting van de doorlooptijden waardoor aanvragen veel sneller worden behandeld en beoordeeld.

Politieke actie is nodig om hier sneller werk van te maken. Niet alleen wie hoopt op een nieuw stadion voor Club Brugge, zal deze initiatieven zeker toejuichen. Ook voor veel andere ondernemers, zou dit een positieve evolutie zijn.

Hoewel automatisering efficiëntie kan bieden en we deze volop moeten gebruiken waar kan, mag dit nooit leiden tot een gebrek aan menselijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid in de beleidsvorming. Het is van cruciaal belang dat beleidsmakers hun politieke eindverantwoordelijkheid blijven behouden en dat AI-systemen hierbij enkel als hulpmiddelen worden ingezet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content