‘900 Brusselaars per jaar sterven vroegtijdig door luchtvervuiling’

Waarom wil de PS de volgende fase van de Brusselse lage-emissiezone met twee jaar uitstellen?

Na opeenvolgende slechte peilingen staan de zenuwen bij de Brusselse PS strak gespannen. De partij dreigt op 9 juni in Brussel het marktleiderschap te verliezen aan de MR en daarmee ook het Brusselse minister-presidentschap.

Elke stem telt nu. Daarom probeert de PS in de laatste rechte lijn richting de verkiezingen in verschillende gevoelige regeringsdossiers op de rem te gaan staan. Of het nu gaat over de nieuwe wet op het dierenwelzijn (uit angst dat er opnieuw over een verbod op onverdoofd slachten moet worden gesproken), of over de strijd tegen luchtvervuiling en de verdere uitrol van de lage-emissiezone (LEZ) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Alle retoriek over ecosocialisme van PS-voorzitter Paul Magnette ten spijt vroeg de Brusselse PS vorige week, in navolging van mobiliteitsorganisatie Touring, om de volgende fase van de Brusselse lage-emissiezone met twee jaar uit te stellen: van die ban op Euro-5 dieselwagens en Euro-2 benzinewagens die moet ingaan vanaf januari 2025 zouden te veel arme Brusselaars de dupe worden.

De kwalificatie paniekvoetbal lijkt hier op zijn plaats, want het gaat om een kalender die de Brusselse PS nog in de vorige regeerperiode heeft goedgekeurd. Brussel is, als het gaat om de uitstoot van stikstofdioxide, een van de meeste vervuilde steden van Europa. De geleidelijke invoering van de LEZ sinds 2018 heeft echter wel gezorgd voor een bewezen verbetering van de luchtkwaliteit.

Slachtoffers

Burgerorganisaties die ijveren voor schonere lucht zijn dan ook stomverbaasd door de plotselinge volte-face van de PS. ‘De LEZ is het doeltreffendste middel in de strijd tegen luchtvervuiling’, zegt Pierre Dornier, directeur bij de Brusselse actiegroep ‘Les chercheurs d’air’.

Hij uit ook zijn reserves bij de socialistische argumentatie. ‘Het aantal Brusselaars dat zich geen nieuwe auto kan veroorloven en tegelijkertijd absoluut een nieuwe auto nodig heeft, is een superkleine minderheid. Een veel groter deel van de Brusselse armere bevolking heeft sowieso geen auto, een ander deel kan heel goed zonder. Omdat er in Brussel uitstekend en goedkoop openbaar vervoer is, omdat er huur- en leasefietsen en prima systemen van autodelen bestaan. Voor de minderheid van de bevolking die geen geld heeft en absoluut die auto nodig heeft, zijn wij voorstander van extra financiële steun.’

Maar niets rechtvaardigt twee jaar uitstel, vindt Dornier. ‘Juist de meest achtergestelde bevolkingsgroepen, die wonen in wijken zonder groen en slecht geventileerde woningen, zijn de grootste slachtoffers. Elk jaar overlijden in Brussel 900 mensen vroegtijdig door luchtvervuiling. In twee jaar tijd gaat het dus om 1800 mensen die sterven aan kanker of hart- en vaatziekten als gevolg van luchtvervuiling. Daarom is pleiten voor uitstel volstrekt inacceptabel.’