Politicus in de raad van bestuur? Niet goed voor de onderneming
Ondernemingen met politici in de raad van bestuur of waar overheidsbedrijven een belangrijke leverancier zijn, blijken minder productief en minder winstgevend. Ze hebben wel meer schulden en meer personeel. Dat leert een studie van de UGent en de Nationale Bank.
Er is een wereldwijde trend naar deregulering en liberalisering van de economie, maar toch blijven overheden een aanzienlijke invloed uitoefenen op ondernemingen en de economie. De economen Pablo Muylle (UGent) en Emmanuel Dhyne (Nationale Bank) gingen na of die impact van de overheid positief of negatief is. Daarvoor analyseerden ze de resultaten van de bedrijven waar enerzijds politici in de raad van bestuur zitten, en anderzijds waar een overheidsbedrijf een belangrijke leverancier is. Hoe presteren die bedrijven in ons land?
De onderzoekers vergeleken voor hun studie data uit de periode 2002-2018. Toen telde ons land 2472 ondernemingen die op een bepaald moment voor minstens 10 procent in handen waren van de overheid. Voor 157 bedrijven onder hen gold dit voor de hele periode. Zo’n 1515 bedrijven waren volledig genationaliseerd, voor 1919 ondernemingen was dat gedeeltelijk het geval.
Er zijn heel wat overheidsbedrijven actief in de nutssectoren (elektriciteit, gas, water, afvalverwerking), maar de studie stipt aan dat ‘elke sector wel een aantal staatsbedrijven telt’. Bekende namen van overheidsbedrijven zijn Bpost, Proximus, de NMBS en de Lijn, maar er zijn er dus veel meer.
2518 ondernemingen hebben een linkse politicus in hun raad van bestuur, 3316 ondernemingen een rechtse politicus.
21.546 bedrijven
De aanwezigheid van een politicus in de raad van bestuur noemen de auteurs van de studie ‘een ingeburgerd kanaal van politieke invloed’ op het bedrijfsleven. ‘Bedrijven met politici in de raad van bestuur hebben misschien minder aandacht voor de winstgevendheid en meer voor de werkgelegenheid’, zo suggereren ze.
In 21.546 Belgische bedrijven van de in totaal 545.427 ondernemingen zat minstens één politicus in de raad van bestuur. Dat betekent dat in bijna 4 procent van onze ondernemingen dat het geval is. Daarbij definiëren de auteurs het begrip politicus vrij ruim, namelijk ‘iemand die kandidaat was voor het Europees, federaal of een regionaal parlement of voor een gemeenteraad, stadsdistrict, een OCMW of een provincie’.
Nog een interessant weetje: 2518 ondernemingen hebben een politicus in hun raad van bestuur die de auteurs onderbrengen bij een linkse partij (Vooruit, de PS, de PvdA, Groen of Ecolo), 3316 ondernemingen hebben iemand van een rechtse partij (Open VLD, de MR, de N-VA, het Vlaams Belang en DéFI) als bestuurder. CD&V en Les Engagés worden niet vermeld, zij worden allicht als centrumpartijen gezien.
Waals en Vlaams
De auteurs van de studie merken ook op dat de aanwezigheid van politici in de raad van bestuur en van een overheidsbedrijf als belangrijke leverancier vaak hand in hand gaan.
Meer zelfs, ‘bedrijven die banden hebben met regeringspartijen en die politieke connecties hebben op het federale niveau kopen vaker bij leveranciers die eigendom zijn van de staat’, zo schrijven ze. Waalse bedrijven zijn vaker klant van overheidsondernemingen dan Vlaamse.
En ‘als een bedrijf alleen kan inkopen op een niet-concurrerende markt die bezet wordt door één of enkele staatsbedrijven, beïnvloedt dat waarschijnlijk de kwaliteit, prijs en variëteit van wat een bedrijf kan inkopen.’
Grote effecten
Tot welk resultaat leidt die politieke impact op het bedrijfsleven? Wat leveren politici in de raden van bestuur op? En wat als overheidsbedrijven de belangrijkste leverancier zijn voor een ondernemingen? Varen die ondernemingen er dan wel bij? Muylle en Dhyne concluderen in hun studie dat ‘als ondernemingen overheidsbedrijven als leverancier hebben of politici als bestuurder dat geassocieerd wordt met een lagere winstgevendheid en lagere productiviteit, en ook met een hogere schuldenlast en meer personeel’.
‘Dat suggereert dat overheidssteun het gedrag en de financiële prestaties van bedrijven negatief beïnvloedt’, zo schrijven ze verder. Daarbij hebben ze het zelf over ‘vrij grote effecten’. Voor elke extra staatsleverancier zou de winstgevendheid gemeten naar rendement op activa van het betrokken bedrijven dalen met één procentpunt. Het zou wel zorgen voor 15 procent meer werknemers. Kortom, Belgische ondernemingen die belangrijke klanten zijn van overheidsbedrijven of met politici in de raad van bestuur, blijken minder productief en minder rendabel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier