Politicoloog Dave Sinardet: ‘Op twijfel wordt niet geklikt’
Waarover twijfelt professor politieke wetenschappen Dave Sinardet? ‘Over veel dingen. De beste manier om de stelligheid van antivaxers en klimaatontkenners te bestrijden is de onvermijdelijkheid van twijfel erkennen.’
In de rubriek Durf Twijfelen vraagt Knack elke week naar de twijfels van bekende mensen.
‘Ik twijfel vaker dan mij lief is’, zegt Dave Sinardet. ‘Op dit eigenste moment twijfel ik waarover ik zou twijfelen voor deze rubriek. Ik heb dan ook l’embarras du choix. Maar twijfelen over twijfels werkt dubbel zo verlammend. Vandaar wellicht dat het zo’n half jaar duurde voor ik toezegde om hieraan mee te werken. (lacht)
Mijn getwijfel hangt samen met mijn perfectionisme. Als je perfectie nastreeft, twijfel je steeds of iets wel goed genoeg is. Tot de deadline zo dichtbij is dat je wel verder moet. Perfectionisme is dus de grootste vijand van perfectie.
Het is ook beroepsmisvorming. Als wetenschapper word je aangeleerd om pas zeker te zijn als je een sluitend empirisch bewijs hebt. Dat heb je vaak hoogstens maar voor een klein deeltje van een fenomeen. Je kunt dat dan wel proberen uit te breiden, maar zoals Goethe al zei: met de kennis groeit ook de twijfel. Hoe meer je over iets weet, hoe lastiger om er opvattingen over te hebben. Je moet voorzichtig blijven. Wat een drijfveer is om nog meer te willen weten.’
Twijfelen over twijfels werkt dubbel zo verlammend.
Er bestaat toch over veel zaken een wetenschappelijke consensus?
Dave Sinardet: Dat klopt. Maar meestal kwam die er pas na een noodzakelijke fase van aarzeling. Bewijzen dat de aarde rond is, begint met twijfelen in een wereld die ervan overtuigd is dat ze plat is. Twijfelen is dus even definiërend voor wetenschap als weten. We kunnen het even goed twijfelschap noemen.
Houdt die visie geen risico’s in, in een wereld waarin veel antivaxers en klimaatontkenners rondlopen?
Sinardet: Nee, integendeel, want zij zijn precies de grootste vijanden van de twijfel. Ze bekritiseren de stelligheid van wetenschappers door daar een nog veel grotere stelligheid, die losstaat van onderzoek en feiten, voor in de plaats te stellen. De beste manier om hen te bestrijden is de onvermijdelijkheid van twijfel erkennen. Onwrikbare waarheden verkondigen die later toch niet zo onwrikbaar blijken te zijn: dát ondergraaft de geloofwaardigheid van de wetenschap. Net daarop teren haar critici.
Dat stoorde mij soms tijdens corona. Hoewel het ging om een nieuw, nog grotendeels onbekend virus deden heel wat virologen – niet allemaal – zeer zelfverzekerde uitspraken die achteraf niet altijd bleken te kloppen. Bijvoorbeeld dat mondmaskers nutteloos zijn of vaccins volledig beschermen tegen besmetting. Ergens kon ik dat begrijpen. Die stellingnames dienden maatschappelijke doelen, zoals zo veel mogelijk mensen overtuigen om zich te laten vaccineren. Maar word je dan niet meer een overheidsvoorlichter dan een wetenschapper? Om het met André Gide te zeggen: geloof hen die de waarheid zoeken, twijfel aan degenen die haar hebben gevonden.
Is er aan de universiteit veel ruimte voor twijfel?
Sinardet: Helaas niet. De continue druk om zo snel en zo veel mogelijk te produceren en publiceren staat daar haaks op. Ook in het publieke debat wordt twijfel als zwak beschouwd. Zelfverzekerdheid en arrogantie domineren er. Zeker in die context is het nochtans een teken van sterkte als je toegeeft dat je durft te twijfelen. Als ik in een interview een genuanceerd oordeel vel over een bepaalde politicus brengen media dat veel minder prominent dan wanneer ik resoluut zeg dat X of Y er niets van bakt. Op twijfel wordt niet geklikt. Daarom beweer ik hier nu zeer stellig en overtuigd: twijfel is top!