Politicoloog Bram Wauters (UGent) over de CD&V-enquête: ‘Oppassen met interpretatie’

Joachim Coens (CD&V) op 9 maart 2020. © Frederic Sierakowski
Tex Van berlaer
Tex Van berlaer Journalist Knack

Nadat ze haar leden betrok via een enquête, blijft CD&V vasthouden aan een regering met Vlaamse meerderheid. Volgens Bram Wauters (UGent), expert partijdemocratie, dient de bevraging vooral om de partij te legitimeren. ‘De partijtop rekende op deze antwoorden.’

‘CD&V heeft altijd gepleit voor een federale regering met een meerderheid langs Vlaamse zijde. Wat vind je van deze koers?’ Het was slechts een van de vragen die de CD&V aan haar leden voorlegde afgelopen weekend. Tot nu toe bleef voorzitter Joachim Coens vasthouden aan de noodzaak van een Vlaamse meerderheid.

Hij krijgt gelijk van 63 procent van de 7.000 respondenten. De conclusie luidde al snel dat de CD&V de N-VA niet loslaat. Zonder de partij van Bart De Wever is er immers geen Vlaamse meerderheid mogelijk. ‘Maar je moet oppassen met de interpretatie van het antwoord’, zegt Bram Wauters (UGent). De politicoloog wijst op de precieze vraagstelling. ‘In die specifieke vraag werd er niet gepeild of de N-VA in een regering moet. Er werd gevraagd of de leden de bewandelde koers van de partijtop de juiste vinden. Dat is niet helemaal hetzelfde.’

Het valt op dat de resultaten openbaar worden gemaakt.

De vraagstelling is dus suggestief, zegt u?

Bram Wauters: Men had de vraag ook anders kunnen stellen. Bijvoorbeeld: ‘Wijze mensen durven van mening veranderen. Tot nu toe hield de partij vast aan de Vlaamse meerderheid. Moet die nu losgelaten worden?’ Dat zou natuurlijk heel sturend zijn. Maar alles wijst erop dat de partij rekende op deze antwoorden. Leden zijn niet snel geneigd om de afgelegde koers af te doen als geklungel.

Waarom dan nog een bevraging houden?

Wauters: Met de enquête wilde Joachim Coens vooral de partijtop legitimeren, denk ik. Hij is een nieuwe partijvoorzitter die de partij wil vernieuwen. De demarche moest duidelijk maken dat de vernieuwing hem menens is. De tweede reden is dat de CD&V zwaar onder druk staat. Men vraagt de partij bijna om de Vivaldi-coalitie (van socialisten, liberalen, groenen en CD&V, nvdr.) mogelijk te maken. Nu staat de partij steviger in haar schoenen om aan die druk te weerstaan.

De leden maken maar een fractie uit van het kiezerspotentieel. Is het dan wel verstandig om die groep zo’n wezenlijke beslissingen te laten nemen?

Wauters: Het is niet onlogisch dat men de leden inspraak wil geven. Het valt wel op dat de resultaten openbaar worden gemaakt. Partijen doen vaak opiniepeilingen bij kiezers, maar die blijven meestal binnenskamers. Die zichtbaarheid doet vermoeden dat de partij publiekelijk wil laten zien dat ze de zaken anders aanpakt dan vroeger en tegelijk aantoont dat de leden achter de top staan.

Gaan we nu sneller een regering krijgen? Ik denk het niet.

Joachim Coens heeft blijkbaar de intentie de leden vaker te betrekken. Is dat een goed idee?

Wauters: Voor de partij zelf misschien wel. Het is een aantrekkelijke nieuwe vorm van inspraak en het geeft de CD&V een nieuw aura.

Maar is het ook goed voor het beleid?

Wauters: Dat is een andere vraag. Gaan we nu sneller een regering krijgen? Ik denk het niet. En wat bij pijnlijke beslissingen? Soms zijn er nu eenmaal moeilijke maatregelen nodig. Denk aan de ondankbare besparingen die Vlaams minister Wouter Beke (CD&V) doorvoert binnen welzijn. Leg die voor aan de leden en ze worden stuk voor stuk weggestemd.

Hoe uniek is het eigenlijk dat een partij haar leden op deze manier betrekt?

Wauters: Bij een Vlaamse partij moeten we al teruggaan naar de SP in 1993. Toenmalig voorzitter Frank Vandenbroucke hield op dat moment een zogenaamd ledenreferendum, waarbij een aantal inhoudelijke stellingen werden voorgelegd. Maar ook toen al zag je al dat de vragen gestuurd werden. Bij gevoelige thema’s zoals de opkomstplicht werden eenzijdige argumenten toegevoegd. De Franstalige humanisten van het CDH deden het ook al tweemaal. Het meest opvallend in 2002, toen de partij nog bekendstond als de PSC. Toen vond slechts 47 procent dat de partij van naam moest veranderen. En toch voerde de partijleiding haar plannen door.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content