Philippe De Backer over Antwerpen: ‘De VDAB schiet tekort in de aanpak van jeugdwerkloosheid’
De liberale Antwerpse lijsttrekker Philippe De Backer (Open VLD) bepleit een grootschalige mentaliteitswijziging, zowel bij de gewone burger als bij de burgemeester, om van Antwerpen een betere stad te maken. ‘We moeten voor een optimistische stad gaan.’
Meneer De Backer, u bent wellicht de minst bekende lijsttrekker in Antwerpen. Is dat een aangename positie?
PHILIPPE DE BACKER: Eigenlijk wel. Het stelt mensen in staat om te ontdekken wat ik heb gedaan en wil doen voor Antwerpen. Ik woon hier al lang , heb twee kinderen, de oudste gaat hier nu ook naar school. Als jongste lijsttrekker kan en durf ik duidelijke standpunten in te nemen. Ik weet wat er met de stad moet gebeuren, omdat we lang en vaak gesproken hebben met de Antwerpenaren.
Als jongste lijsttrekker kan en durf ik duidelijke standpunten in te nemen.
Wat waren dan enkele van die grootste noden die u dan te horen kreeg?
DE BACKER: Jongeren hebben vooral veel vragen over veilig fietsen. De mobiliteit in Antwerpen blijft daarom een aandachtspunt waar we meer in willen investeren en echte keuzes in moeten maken. Zo pleit ik voor een fietsplan met een aantal belangrijke stops die, bijvoorbeeld rond scholen, met elkaar verbonden zijn. Zo kun je zien waar de grote gevaren zijn. De kruisingen met gewestwegen kun je aanpakken zodat de fietsveiligheid verbeterd kan worden.
Zeven op de tien Antwerpse jongeren vindt fietsen vaak of altijd zeer onveilig, net als zelfs één op de twee voetgangers. Bent u als partij voor de zelfstandigen voorstander van minder auto’s in het stadscentrum?
DE BACKER: Het stadscentrum moet voor een stukje autoluw worden. Maar wel op een slimme manier: het moet niet onbereikbaar worden. Daarom zullen we keuzes moeten maken. Laat buurtbewoners zoveel mogelijk ondergronds parkeren, met bovengronds meer ruimte voor groen en speelpleinen. Voor bezoekers willen we parkings aan de rand van de stad. Hoe dichter bij het stadscentrum, hoe duurder parkeren wordt. Tijdens de schooluren worden vrachtwagens in de binnenstad geweerd.
Waarom heeft uw partij die keuzes de afgelopen zes jaar niet gemaakt?
DE BACKER: We hébben een fietsplan op tafel gelegd. Voorstellen zoals het vierkant groen, extra fietspaden en investeringen in fietsostrades zijn uitgevoerd. Alleen levert Open VLD vandaag de schepen van Mobiliteit niet. Mocht dat wel zo zijn, dan kunnen we nog duidelijkere prioriteiten stellen op vlak van fietsveiligheid en tegelijkertijd blijven investeren in de bereikbaarheid van de stad, met het openbaar vervoer. Daar moet slimmer geïnvesteerd worden door bijvoorbeeld met private partijen samen te werken.
Open VLD heeft nochtans de afgelopen zes jaar nauwelijks van zich laten horen.
DE BACKER: Klopt niet. Open VLD heeft met Claude Marinower de beste schepen geleverd. Zijn inspanningen voor het onderwijs zijn van onschatbare waarde. Vergeet niet dat er vijf jaar geleden nog kinderen in containerklassen zaten. Vandaag heeft elk kind een klas. Claude Marinower lanceerde bovendien het A’REA 2020-programma op het Kiel. Dat ontwikkelen we verder door sportclubs, huiswerkbegeleiding en extra lessen in de school te integreren om kinderen gelijke kansen te geven. Dat is een grote verwezenlijking, want als je in Antwerpen echt goed wil samenleven, hebben jongeren nood aan perspectief.
Volgens het Memorandum van het Antwerps Jeugdsectoroverleg vindt 42% van de Antwerpse jongeren dat ze op school haast nooit op dezelfde manier behandeld worden als hun medeleerlingen. Ze gaan ook met weinig plezier naar school en halen er nauwelijks voldoening uit.
DE BACKER: In de eerste plaats moet de kwaliteit van het onderwijs goed zijn. Jongeren moeten uitgedaagd worden. Daarnaast moet je per leerling inzetten op capaciteiten. Wat we nu zien in het onderwijs is een soortione size fits all model: leerlingen hebben alleen maar de keuze tussen ASO, TSO of BSO. Daar moet meer variatie in komen. En dat is exact wat schepen Marinower ambieert.
Jinnih Beels, de lijsttrekker van SP.A, trekt net als u naar de verkiezing met een ‘brooddozenplan’. Waarom is dat na zes jaar nog steeds nodig?
DE BACKER: Elke partij had vijf à zes jaar geleden een brooddozenplan, en de zes jaar daarvoor ook. Het probleem is dat in een stad als Antwerpen ook structurele armoede aanwezig is. Dat is deels het gevolg van het falend sociaal beleid van de afgelopen tien à vijftien jaar. We moeten vanuit het sociaal beleid veel sterker inzetten op het bestrijden van structurele armoede. Nu wordt er altijd gekeken naar onderwijs om alle problemen in de maatschappij aan te pakken. Maar onderwijs kan niet alles oplossen. Het gaat om gedeelde verantwoordelijkheid, waarin ook de ouders betrokken zijn.
Stelt u uw coalitiepartners medeverantwoordelijk voor dit falend sociaal beleid?
DE BACKER: Er is op vlak van sociaal beleid heel wat gebeurd. Maar er moet ook een tandje worden bijgestoken. De structurele armoede in Antwerpen is niet weggewerkt. Een burgemeester moet zorgen voor sociale mobiliteit. Onderwijs, sociaal beleid, mobiliteit, werkgelegenheid zijn daar de speerpunten van. Het stadsbestuur moet daarvoor samenwerken met andere organisaties en inzetten op resultaten van die organisaties. Nu gaat er te veel geld naar organisaties die geen of onvoldoende resultaten boeken op het terrein. Dat zou een voorwaarde kunnen vormen om geld te krijgen. In Brussel wordt al zo gewerkt, ik zie dat ook graag in Antwerpen gebeuren. Een organisatie als Armen Tekort zou bijvoorbeeld dichter bij het sociaal beleid betrokken moeten worden, om resultaten op lange termijn te boeken.
De VDAB schiet tekort in het wegwerken van jongerenwerkloosheid in Antwerpen.
Hoe verklaart u de kloof tussen de hoge cijfers van de jeugdwerkloosheid en het hoge aantal openstaande vacatures?
DE BACKER: Onder andere omdat de VDAB tekort schiet in het wegwerken van jongerenwerkloosheid in Antwerpen. In de haven staan zoveel vacatures open, bij De Lijn verminderen ze hun aanbod, omdat ze geen chauffeurs vinden. Dat allemaal, terwijl we te kampen hebben met zo’n hoge jongerenwerkloosheid. De VDAB biedt zoveel opleidingen, het moet toch mogelijk zijn om vandaag meer jongeren aan een job te helpen?”
“Er is natuurlijk nog meer dat speelt. Nog teveel talentvolle jongeren haken af in het onderwijs door sociale omstandigheden of door hun ouders die hen niet voldoende stimuleren. We moeten daarom ook inzetten op een mentaliteitsverandering: werken impliceert dat je op tijd op komt, dat je correct bent en je kop niet laat hangen. Via sociale tewerkstelling kunnen mensen snel doorgroeien naar het reguliere arbeidscircuit.
Een van uw andere prioriteiten is wat u noemt de ‘war on zwerfvuil’.
DE BACKER: Antwerpen is een vuile stad. En dat hangt grotendeels af van de investeringen die mensen doen in hun wijk. In sommige wijken wordt veel verhuisd en verhuurd, daar gaat men te weinig zorgzaam om met de eigen leefomgeving. Buurten waar mensen langer wonen, zijn netter. Ook op dat vlak is een mentaliteitswijziging nodig. Een leeg colablikje langs de weg gooien is onaanvaardbaar geworden. Daarom moeten we de pakkans verhogen en zwaardere boetes geven, om een afschrikeffect te creëren.
U wil hiervoor ook camera’s inzetten.
DE BACKER: Als je met mobiele camera’s werkt , kun je zien dat het fenomeen zich verplaatst. Rond glascontainers kunnen mobiele camera’s komen om mensen te identificeren en een zware straf geven. Maar omdat ik ook staatssecretaris van Privacy ben, weet ik dat je zoiets goed moet omkaderen.
Bart De Wever (N-VA) wil in een volgende legislatuur verder werken op de huidige veiligheidscultuur.
DE BACKER: Veiligheidscultuur betekent voor mij integrale veiligheid: niet alleen repressief reageren, maar ook nadenken over hoe je in buurten kan investeren en wijkcomités kan ondersteunen. Vandaag spreekt de burgemeester vaak van bovenaf. Hij benadrukt het repressieve luik, terwijl ik vaker met mensen in dialoog wil gaan. Bijvoorbeeld door de wijkpolitiekantoren te heropenen.
Merkt u problemen bij het samenleven in Antwerpen?
DE BACKER: Ik voel me overal veilig in de stad. De mensen gaan op een goede manier met elkaar om. Af en toe mis ik wat hoffelijkheid. Maar dat komt vooral door toon die gezet wordt aan de top. Als je daar bruut met elkaar omgaat, sijpelt dat ook door naar de rest van de bevolking. Ik pleit voor meer vriendelijkheid, en ik zie al veel goede initiatieven zoals buurtfeesten en wijkcomités. Maar er zijn natuurlijk wel problemen. Correcte handelaars die worden kapotgemaakt door drugstrafikanten die zwart geld witwassen in de stad, via kleine louche winkeltjes zoals telefoonwinkels of pitazaken.
Uit het Memorandum bleek toch dat zes op de tien meisjes en vier op de tien jongens zich onveilig voelen in hun buurt. Dat is toch veel?
DE BACKER: Dat gevoel moeten we ernstig nemen. Van nageroepen worden tot gaybashing: we moeten overal tegen optreden. Jongeren zijn vooral op zoek naar veilige plekken om zichzelf te kunnen zijn. Daarom is ons voorstel om op tien minuten wandelafstand groene speelpleinen te voorzien. Om het stijgend online pestgedrag aan te pakken, hebben we de afgelopen maanden samen met onder meer Child Focus geïnvesteerd om op school voorlichting te geven.
Een ander cijfer uit het Memorandum: zeven op de tien jongeren weet niet eens hoe ze hun bezorgdheden kunnen uiten aan het bestuur.
DE BACKER: Wij pleiten daarom voor een jongerenburgemeester, die in dialoog gaat met de jongeren en hun bezorgdheden overmaakt aan het bestuur. Jongeren kunnen zich op die manier een aantal keer per jaar over verschillende thema’s uitspreken.
Bestaat uw ideale schepencollege uit dezelfde partijen als nu?
DE BACKER: Het schepencollege van mijn voorkeur voert opnieuw 90 procent van mijn programma uit. Besturen met Vlaams Belang is echter geen optie. Dat een racistische, xenofobe partij die ver afstaat ver af van mijn mens- en wereldbeeld als liberaal. Hetzelfde geldt voor de PVDA.
We hebben heel wat goede dingen kunnen doen deze legislatuur, maar die worden soms overschaduwd door de brute taal van de burgemeester.
U zegt dus niet bij voorbaat nee tegen een nieuwe ambtstermijn van Bart De Wever als burgemeester?
DE BACKER: Een burgemeester moet empathisch zijn en oplossingen aanreiken. We hebben heel wat goede dingen kunnen doen deze legislatuur, maar die worden soms overschaduwd door de brute taal van de burgemeester. Als burgemeester zou ik grotendeels hetzelfde beleid voeren, maar toch met een andere stijl.
Draagt u zelf niet bij aan die brute taal als u Bart De Wever emotioneel ongeschikt noemt?
DE BACKER: Nee. Als je bepaalde groepen in de samenleving stigmatiseert ontstaat er wantrouwen tussen de mensen die op het terrein werken en de bevolking.
Tot slot, waarom moeten jongeren op 14 oktober op Open VLD stemmen?
DE BACKER: Wij zijn optimistisch over de toekomst, terwijl andere partijen vaak een schrikbeeld tonen. Het gaat nochtans goed met de wereld. Er zijn heel wat uitdagingen op vlak van schone lucht, jobs voor jongeren en woningen voor iedereen. Maar er is geen beter tijdsgewricht om in geboren te worden dan vandaag: de afgelopen vijftig werden jaar honderden miljoenen mensen uit de armoede getrokken en zijn de sterftecijfers van kinderen significant verbeterd. De kansen die mensen hebben om zich te ontwikkelen, te reizen, zich te informeren, zijn nog nooit zo groot geweest als vandaag. Het is dat optimisme dat wij uitdragen, en dat heeft de stad ook nodig.
U verwijst naar mondiale cijfers, maar spreken de Antwerpse cijfers die niet tegen?
DE BACKER: Nee. Hier gaan we er ook op vooruit. De armoedecijfers en het onderwijs in Antwerpen gaan na al onze investeringen de goede kant op. Met een liberaal beleid steken we nog een tandje bij. Jongeren moeten op ons stemmen omdat wij geloven in de kracht en capaciteit van elk individu en alle kansen willen geven aan jongeren.
© Jef Cauwenberghs, Jonathan Hendrickx / StampMedia
Verkiezingen 2018
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier