Pastoor Felix Van Meerbergen: ‘De brede solidariteit na de brand van de Notre-Dame is een signaal’

© Hatim Kaghat
Walter Pauli

Daags na de brand van de Notre-Dame luidden in Diest de klokken van de Sint-Sulpitiuskerk. Uit solidariteit met de Franse katholieken. En omdat pastoor-deken Felix Van Meerbergen vindt dat de kerk zich moet laten horen: ‘Het ergste wat de kerk kan overkomen, is dat ze zich in zichzelf keert.’

Als pastoor-deken draagt Felix Van Meerbergen op eigenzinnige wijze bij aan de verkondiging van een doorgaans blijde boodschap. Zijn Facebookpagina lijkt een hedendaagse variant van Georges Bernanos’ Journal d’un curé de campagne, met een bijna dagelijkse aanvoer van teksten en foto’s over het leven van een priester in een provinciestad en de landelijke parochies daaromheen. Van Meerbergen schrijft over de eindelijk goedgekeurde plannen voor de heropbouw van de muur rond de Allerheiligenkapel, twaalf jaar (!) na de instorting. Over de werken van organisaties als Broederlijk Delen: ‘Dit jaar staat het Midden-Amerikaanse Guatemala centraal. Geef boeren een eigen grond om voedsel te telen. Holy Guacamole!‘ En over de vele reizen naar Senegal en Kenia, om daar mensen te gaan helpen. Soms geeft hij ook uiting aan zijn wanhoop: ‘Ik zoek naar inspiratie voor de afscheidsviering van een kindje van een maand oud. Ik sta er sprakeloos bij. Kan iemand mij helpen?’

De opwarming van de aarde is een groot probleem. De verkilling van de geesten en de verharding van de taal zijn dat ook.

We spreken met Felix Van Meerbergen in het Beverbeekhuis, een buurtrestaurant in het ontmoetingscentrum van de voormalige Sint-Jan Berchmansparochie. In oktober 2018 hield die parochie op te bestaan. De kerk, een eenvoudig bakstenen gebouw uit 1963, is klaar voor de sloop. De pastoor-deken die daags na de brand van de Notre-Dame in Parijs de klokken van Diest liet luiden, moest vorig jaar de overblijvende gelovigen van Sint-Jan Berchmans overtuigen dat het geen zin meer had om met zo weinig mensen nog langer een aparte parochie te vormen.

Felix Van Meerbergen: ‘In 1963 werd de parochie uit de grond gestampt door de legendarische pastoor Jozef Poels. In het begin was het de meest vitale parochie van heel Diest. Maar de tijden veranderden en “Poelske” werd oud en stierf. De oorspronkelijke parochianen trokken weg uit een wijk die door een latere priester wat stout “Diestambul” werd genoemd. Het kerkgebouw raakte in verval. De laatste eucharistieviering in die kerk is een van de moeilijkste missen uit mijn leven geweest. Je zag het verdriet van die oude mensen die zich met volle overtuiging voor hun parochie hadden ingezet. Op het einde werden alle kaarsen gedoofd, alleen de paaskaars bleef branden: een broos licht in een zoekende stad. Ik heb toen vergiffenis gevraagd aan alle mensen die ik droef of boos had gemaakt met de beslissing om hun kerk te sluiten. Ik neem er de volle verantwoordelijkheid voor. Ik heb het gedaan omdat we verder willen werken aan een kleinere, hartverwarmende kerk in de stad. Onze gelovige gemeenschap hergroeperen in minder kerken werpt trouwens zijn vruchten af: dit jaar zijn er in Diest 145 vormelingen.’

Het is een thema dat ook de zakenwereld interesseert, want oude kerken zijn vaak centraal gelegen en dus veel geld waard.

Felix Van Meerbergen: Je probeert voor elke kerk een goede oplossing te zoeken, maar dat is niet makkelijk. Je kunt toch niet van ieder leegstaand kerkgebouw in dit land een museum of cultuurhuis maken? Daarom hebben we beslist om deze kerk af te breken. In de plaats komt nieuwbouw: het ‘Huis Poels’. Met op de benedenverdieping een dagverblijf voor jonge volwassenen met een mentale beperking en daarboven zeven sociale appartementen. Dit buurtrestaurant blijft gewoon bestaan. We hadden de site ook kunnen verkopen aan een projectontwikkelaar. We ontvingen een lucratief aanbod, maar daar zijn we niet op ingegaan. Het was een bewuste keuze.

In Vlaanderen en in bijna heel West-Europa is de kerk verschrompeld. De priesters én de gelovigen worden almaar ouder.

Van Meerbergen: Dat is zo. Na mijn priesterwijding in 1977 ben ik begonnen als onderpastoor in Zoutleeuw, een provinciestadje in het zuiden van Vlaams-Brabant. In de centrumparochie alleen al waren we met drie priesters. In alle veertien andere parochies van het dekenaat was er een pastoor. Af en toe hielpen ook de twee priesters van het college nog een handje. Vandaag zijn we in Groot-Diest (bijna 24.000 inwoners, nvdr) met nog drie fulltime priesters. Daarom ook dring ik er al enige tijd op aan om het priesterschap open te stellen voor gehuwde mannen, en om het debat te openen over de plaats van de vrouw in de kerk en in het ambt.

Pastoor Felix Van Meerbergen: 'De brede solidariteit na de brand van de Notre-Dame is een signaal'
© HATIM KAGHAT

Met uw 70 jaar bent u in uw Diestse gezelschap zelfs een youngster: de andere priesters zijn allebei 75 jaar oud. ‘We maken ons geen illusie dat er nieuwe priesters bij komen’, zei u in een interview.

Van Meerbergen: Vandaar dat er grote ingrepen nodig zijn. Toen ik in maart 1988 benoemd werd tot deken van Zoutleeuw, was ik een van de veertig dekens van die tijd. Toen ik in 2001 deken werd in Diest, bleven er nog vijftien dekenaten over. Vanaf 1 september worden die gegroepeerd in vier pastorale regio’s, en blijven er nog vier dekens over. Dat betekent dat de eeuwenoude dekenaten van Diest, Tienen en Zoutleeuw ophouden te bestaan als afzonderlijke entiteiten. Het zij zo: structuren zijn er niet voor de eeuwigheid.

Bij de dood van Paul Severs postte u een YouTube-filmpje waarin hij met jongeren van ‘Eigentijdse Jeugd’ Ieder Mens zingt. Dat kerkelijk liedje bracht hem in 1971 een gouden plaat op, maar is nu hopeloos verouderd. Het filmpje is een flashback naar een katholiek land dat niet meer bestaat.

Van Meerbergen: Mijn generatie groeide in de jaren zestig en zeventig op met kleinkunst: liedjes met zinvolle teksten, denk aan Hugo Raspoet, de Elegasten en natuurlijk Herman Van Veen. Ook ‘Eigentijdse Jeugd’ was heel enthousiasmerend. Ik heb ze een keer of zes uitgenodigd in Zoutleeuw. Ze brachten samen met vijftig jongeren van onze eigen parochie een muzikaal totaalspektakel, met liedjes van de jonge Michael Jackson, die toen voor het eerst in het Nederlands zijn vertaald. Het was aanstekelijk, optimistisch, vanuit een geëngageerd, gelovig perspectief. Ook dat is evangelisatie: mensen samenbrengen, ze het gevoel geven dat ze ook in de kerk een taal vinden die kan ontroeren.

Tot in de jaren tachtig kon je jongeren warm maken voor katholieke manifestaties. Weet u dat ik in 1984, bij het pausbezoek van Johannes-Paulus II aan Vlaanderen, met zeven volle bussen naar Ieper ben afgereisd? Daar stond een ontmoeting van de paus met de Vlaamse jeugd op het programma. Ik kreeg zonder veel moeite bijna driehonderd jongeren mee, alleen uit Zoutleeuw. Maar tegenwoordig is het bijzonder moeilijk geworden om de jeugd te bereiken, hoe hard we ons best ook doen.

Er is geen toekomst voor een kerk die bang is voor verandering, of van de samenleving. De kerk is naar mijn smaak veel te weinig aanwezig op sociale media. Kerk en Leven heeft veel minder abonnees dan vroeger, dus moet je mensen op een andere manier proberen te bereiken. Ik heb in de paasweek drie keer een hele bladzijde gehuurd in het lokale reclameblad en daarin mijn programma voor de Goede Week afgedrukt.

En heeft het wat opgebracht?

Van Meerbergen: Op Palmzondag zat mijn kerk toch bomvol. Mensen hebben dat nog altijd nodig: klokkengelui, kaarslicht, doopwater, en een gewijd palmtakje dat ze naar huis kunnen meenemen. Ik blijf veel belang hechten aan het volksgeloof. Mensen hebben iets tastbaars nodig om uit te drukken dat ze geloven dat er méér zinvolle zaken zijn in het leven dan alleen wat we in de winkels kunnen kopen. Dat zie ik ook op Aswoensdag aan de blijvende populariteit van het askruisje. Ook dat is een eenvoudig symbool waar veel mensen nog altijd aan gehecht zijn. Als we dat volksgeloof opgeven, dreigen we het contact met het gewone volk helemaal te verliezen.

Ik erger me blauw aan die monseigneurs in Rome die weinig omhanden hebben en het bestaan om een verbod uit te vaardigen op glutenvrije hosties.

Tegelijk vind ik ook de diaconie belangrijk , de maatschappelijke dienstverlening van de kerk. Die sociale bekommernis vind je ook terug bij veel niet-katholieke organisaties. De kerk kan het zich niet meer veroorloven om zich in zichzelf te keren. Ik ga naar de recepties van het Huis van de Mens of de Unie van Vrijzinnige Verenigingen, bezoek er voordrachten die me interesseren, ik woon voorstellingen bij van de socialistische fanfare of van het liberale toneel. Als deken heb ik altijd goed samengewerkt met de lokale politici en vooral de burgemeesters. Dat waren afwisselend christendemocraten, socialisten en liberalen. De meesten onder ons zijn toch bekommerd om hetzelfde goed: een rechtvaardige, warme samenleving. Dat moet ook de eerste zorg zijn van de kerk: we moeten in gesprek blijven met de samenleving. We mogen toch niet bang zijn van de mensen? Ik vind dat de kerk veel duidelijker aanwezig moet zijn in het maatschappelijk debat.

In februari liet u de klokken luiden voor de jonge klimaatbetogers. Veel oudere parochianen hadden er vragen bij.

Van Meerbergen: Mijn sympathie gaat naar die jonge klimaatbetogers die hun nek uitsteken. Toen in maart ook in Diest de scholieren met een eigen klimaatmars door de straten trokken, heb ik op de Sint-Sulpitiuskerk de ‘stormklok’ geluid. (lacht) Als die jonge generatie het echt meent, is er eindelijk hoop voor moeder aarde. ‘Save the planet, we are on your side’, schreef ik op Facebook . Ik weet wel dat niet al mijn parochianen me daarin volgen. Op de sociale media zie ik zo veel verzuurde reacties van mensen van mijn leeftijd. Onze generatie heeft niets aan het probleem gedaan en nu geeft ze kritiek op die jongeren. Als leerling van het college in Diest heb ik in de jaren zestig betoogd voor ‘Leuven Vlaams’. Ook toen deden we dat binnen de schooluren, en ook toen waren er leerkrachten die dat oogluikend toestonden. Waarom vandaag dan zo verkrampt reageren op de jeugd? Ik zou de klimaatstrijd van die jongeren zelfs opentrekken naar een ruimere bezorgdheid over ons maatschappelijk klimaat. De opwarming van de aarde is een groot probleem: de verkilling van de geesten en de verharding van de taal zijn dat ook.

De kerk moet in haar boodschap de klemtoon leggen op haar mildheid. Volgens een oude legende had de duivel zich vermomd als Christus toen hij Sint-Martinus opzocht. Sint Martinus twijfelde: ‘Ik geloof u niet, tenzij u mij uw wonden laat zien.’ De duivel was meteen ontmaskerd. Dat is zo essentieel: de kerk móét wonden hebben. Ze moet er zijn voor de gekwetste mens, en ze moet zichzelf kwetsbaar durven op te stellen. Een kerk die niet kwetsbaar is, heeft geen toekomst. Durft de kerk nog te zeggen, naar het woord van Jezus: ‘Pak uw bed op en loop’ – versta: neem uw eigen toekomst in handen? In deze tijd zou dat een bijzonder dappere boodschap zijn.

De katholieke kerk staat vandaag niet meteen bekend om haar mildheid, eerder om haar strikte leer.

Van Meerbergen: Paus Franciscus wil een aantal regels veranderen, maar de oppositie tegen zijn vernieuwingsplannen is binnen zijn eigen kerk bijzonder taai. (zucht) Franciscus heeft het zelf al gezegd: er zitten in Rome veel te veel monseigneurs die zich vastklampen aan een voorbije tijd. Ik erger me blauw aan die heren die blijkbaar weinig omhanden hebben en het bestaan om een verbod uit te vaardigen op glutenvrije hosties.

Een kerk die niet kwetsbaar is, heeft geen toekomst.

Tegelijk zie ik in mijn reizen in Afrika dat veel priesters en gelovigen daar absoluut niet begrijpen waarom wij in Europa ijveren voor de verbetering van de positie van vrouwen en homo’s in de kerk. De invloedrijke kardinaal Robert Sarah uit Guinee vindt zelfs dat het homohuwelijk ‘de complementariteit tussen man en vrouw loochent, en dat seksualiteit een gave is van God.’ Dat is een grote bron van zorg voor mij: bij elke pausverkiezing houd ik mijn hart vast.

Waarom zou er op zijn minst niet gepraat mogen worden over de mogelijkheid om het kerkelijk ambt verder open te stellen voor vrouwen? Waarom is het gesprek over gehuwde priesters nog altijd taboe? Waarom houdt Rome vast aan die strenge regels waardoor priesters sacramenten – bijvoorbeeld de hostie – moeten ontzeggen aan gelovigen wegens hun seksuele geaardheid, of omdat ze na hun scheiding opnieuw getrouwd zijn? Ik kan me niet indenken dat ik iemand in mijn kerk een sacrament zou ontzeggen. De sacramenten symboliseren de aanwezigheid van Christus. Wie zijn wij eigenlijk om zelf te oordelen dat we Christus bewust weg mogen houden van mensen die Hem zoeken? Wie ben ik om iemand Gods zegen te weigeren? Dat is een theologie die ik niet begrijp. Maar het zal wel aan mij liggen, ik ben een eenvoudige priester.

Sommige gelovigen vinden dat het katholicisme vooral authentieker moet worden. De toekomst is aan kleine, hechte gemeenschappen die het geloof intens beleven, zoals de charismatische beweging.

Van Meerbergen: Ik respecteer dergelijke initiatieven, maar ze hebben me nooit geïnspireerd. Ik heb behoefte aan spiritualiteit, maar ik ben geen voorstander van een spiritualistisch christendom. Het zal mijn oude Kajotters-inborst zijn: handen uit de mouwen, vanuit je katholieke geloof je inzetten voor de lotsverbetering van de mensen en het goede in de samenleving. Vandaar mijn grote bewondering voor sociaal geïnspireerde priesters als kardinaal Jozef Cardijn, Adolf Daens of Oscar Romero, de in 1980 vermoorde aartsbisschop van El Salvador. De moord op Romero, zo kort na zijn eredoctoraat in Leuven, heeft me erg aangegrepen. Ik heb toen aan kardinaal Danneels gevraagd of ik niet als missionaris naar El Salvador mocht gaan. Danneels antwoordde: ‘Dat mag, als je na drie jaar die vraag opnieuw stelt.’ Ik heb ze nooit herhaald. Ik heb mijn werk en engagement in eigen land gevonden, en ik kan niet zeggen dat ik er spijt van heb. Al vraag ik me soms af: wat als…

Romero was een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de bevrijdingstheologie.

Van Meerbergen: Ik blijf de afwijzing van de bevrijdingstheologie een gemiste kans vinden. Wij hebben nog altijd een bevrijdingstheologie voor Europa nodig. Het boekje van Leonardo Boff over de sacramenten, Los sacramentos de la vida, is een van de mooiste boekjes die ik ooit heb gelezen. Boff beschrijft daarin hoe hij in een doosje een sigarettenpeukje bewaart. Dat werd hem door zijn zus vanuit Brazilië opgestuurd toen hij in Duitsland studeerde. Het was het allerlaatste sigaretje dat zijn vader had gerookt voor hij stierf aan longkanker. Hij had zich als mijnwerker doodgewerkt om de studies van zijn zonen te kunnen betalen. Boff noemde het een ‘sacrament’: het symbool van de onvoorwaardelijke liefde van een vader voor zijn kinderen. Dat is zo’n herkenbare taal voor een arbeiderszoon als ik. Wat een mooie theologie had daaruit niet kunnen voortkomen, als Boff had mogen voortwerken.

Voor die pausverkiezing had ik gezegd: ‘Als het Ratzinger wordt, weiger ik in Diest de klokken te luiden.’

Helaas heeft Rome de protagonisten van die bevrijdingstheologie het leven lastig gemaakt. Dat heeft zijn sporen nagelaten. Veel mensen die zich dankzij de bevrijdingstheologie in de kerk engageerden, keerden zich ontgoocheld af van het geloof. Zo heeft de kerk een aantal van haar beste mensen zien vertrekken. Ik was zo gelukkig toen paus Franciscus besloot om Romero heilig te verklaren. Het was een eerherstel voor al die gelovige mensen die zich zo hard hebben ingezet en daarvoor werden veroordeeld door hun eigen kerk.

De Duitse kardinaal Joseph Ratzinger, later paus Benedictus XVI, zag in de bevrijdingstheologie zelfs de voorbode van het communisme.

Van Meerbergen:Voor die pausverkiezing had ik gezegd: ‘Als het Ratzinger wordt, weiger ik in Diest de klokken te luiden.’ ’s Avonds zie ik op CNN dat er witte rook komt uit de schouw van de Sixtijnse Kapel. Ik hoor de nieuwe paus aankondigen: ‘Iosephus’ – Jozef dus. Ik wist meteen hoe laat het was. Na een uur of zo heb ik toch maar de klokken laten luiden: het blijft natuurlijk de paus, als priester kun je niet anders dan loyaal zijn.

De uitgebrande Notre-Dame zou symbool kunnen staan voor de hele katholieke kerk in West-Europa: blijft er van het almachtige instituut dat dit continent ooit zijn identiteit gaf niet stilaan alleen nog een ruïne over?

Van Meerbergen: Zo zie ik het niet, ik blijf optimistisch over de toekomst van de kerk. Ik blijf de waarde erkennen van onze evangelische boodschap voor de samenleving. De brede solidariteit na de brand van de Notre-Dame is een signaal dat de kerk nog altijd haar plaats heeft in Europa. Of ze geloven of niet, voor veel Europeanen was het een aanleiding om uit te drukken hoe belangrijk zo’n kerk is voor onze gezamenlijke cultuur. Parijs is het hart van Frankrijk, en de Notre-Dame op het Île de la Cité is nog eens het hart van Parijs. De verwoesting daarvan raakt ons allemaal, niet alleen de katholieke gemeenschap. Het gaat nu dus om veel meer dan het opnieuw opbouwen van een hoop stenen. De heropbouw van de Notre-Dame kan misschien aanleiding zijn voor Europa om zichzelf, naar het woord van Mark Eyskens, in de wereld te herontdekken als ‘het schiereiland van de hoop’. Dat is toch de echte zending van Europa, en van de kerk?

Felix Van Meerbergen

– 1949: geboren in Schoonderbuken

– 1969-1970: twee jaar noviciaat bij norbertijnen, abdij van Averbode

– 1970-1977: priesterstudies (filosofie en theologie)

– 1973: licentiaat moderne geschiedenis

– 1977: priester gewijd door kardinaal Suenens

– 1977-1988: onderpastoor en decanale jeugdpastor in Zoutleeuw

– 1988-2001: deken in Zoutleeuw

– 2001- 1 september 2019: deken in Diest

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content