‘Zolang ondoordachte regelgeving een markt creëert voor de georganiseerde misdaad, blijft het dweilen met de kraan open’, schrijft Pieter Cleppe. Hij pleit ervoor om drugs te legaliseren om zo de geldstromen die de criminele circuits in stand houden, droog te leggen.
Deze zomer laaide het drugsgeweld in Antwerpen opnieuw op. Terwijl het gerecht wordt bedolven onder de drugszaken, een gevolg van de “War on Drugs” die Antwerps burgemeester Bart De Wever in 2013 lanceerde, blijven de granaataanvallen in woonwijken maar komen. Ook in Brussel lijkt het drugsgeweld te escaleren, aldus de gerechtelijke politie. Zo legde Alain De Proft recent nog aan Bruzz uit hoe drugsclans er opereren: ‘Ze hebben doorgaans dezelfde structuur: een aantal kernleden, met daaronder een kluwen van commerciële vennootschappen met stromannen en verschillende steunpunten in de wijk… Je ziet dat één clan behoorlijk wat maatschappelijke impact kan hebben in een wijk: horecazaken als verkooppunt voor drugs, immobiliën, noem maar op.’ Er zit dus een structuur achter die niet zo veel verschilt van die van een reguliere onderneming.
Peter Muyshondt, voormalig hoofdcommissaris van de lokale politie Voorkempen, is één van de pleitbezorgers voor een heel andere aanpak. ‘Drugs moeten uit de illegaliteit gehaald worden’, vindt hij, ‘omdat het huidige drugsbeleid meer schade berokkent dan de drugs zelf. (…) In plaats van drugs te criminaliseren is het als maatschappij beter ervoor te zorgen dat de schade door drugs beperkt blijft.’
Pak de drugsmaffia en de ondergrondse economie aan door legalisering en deregulering.
Hoe anti-intuïtief het ook klinkt: de man kan wel eens gelijk hebben. Hij is alvast in het gezelschap van sp.a-politica en ex-politieambtenaar Jinnih Beels, maar ook van Vicente Fox, de voormalige president van het door drugsgeweld zwaar geteisterde Mexico, die tot de volgende conclusie is gekomen: ‘Legalisering van drugs is de manier om de drugskartels aan te pakken.’
Tegenstanders zullen opwerpen dat de legalisering van de verkoop van cannabis in Nederland de drugsmaffia toch ook niet aan banden heeft gelegd. De productie was er echter nooit legaal, dus bevoorrading bleef zo een zaak van de georganiseerde misdaad. De burgemeester van Antwerpen, Bart De Wever, is een tegenstander van legalisering, maar geeft tegenover een Nederlandse onderzoeker nu toch ook voorzichtig toe dat – theoretisch gezien – legalisering “een optie [is] die men onder ogen moet durven zien”, al noemt hij ze “afschuwelijk”.
Hij merkte onlangs op dat ook in Canada, waar de productie van cannabis wel degelijk ook werd gelegaliseerd, de rol van de georganiseerde misdaad in drugs sterk bleef. In Canada lieten tal van restricties echter grote opportuniteiten voor criminelen. Zo is dat ook voor alcohol en tabak het geval, mede door de zware belastingen er op. In zekere zin verwijst De Wever daar ook naar, wanneer hij tegen de Nederlandse onderzoeker stelt over legalisering: ‘Het enige waar ik dan voor pleit is: doe het rücksichtslos, doe het niet halfwas. Want dan geef je het crimineel-kapitalistische systeem een witte voorkant.’
In Luxemburg liggen momenteel de plannen op tafel voor een volledige legalisering van cannabis. We kunnen alleen hopen dat ze het daar verstandiger zullen aanpakken.
Vanuit zijn eigen ervaring pleit Peter Muyshondt er verder voor om niet enkel cannabis, maar ook andere drugs zoals xtc en heroïne te legaliseren, weliswaar ‘met strenge controles door de overheid’.
Dit is minder extreem dan het klinkt, want sinds 2001 reeds werden het gebruik van zowel softdrugs als harddrugs gedecriminaliseerd in Portugal. Dit betekent niet dat men er handel in kan drijven. Het betekent enkel dat de overheid zich niet bezig houdt met crimineel vervolgen van gebruikers, buiten een lage boete dan. De ervaring in Portugal is zeer interessant omdat er gebleken is dat drugsverslaving niet is toegenomen. Men zag er integendeel een dramatische daling van het aantal overdosissen, HIV-besmettingen en aan criminaliteit gerelateerde drugs. Dit was een groot contrast met dertig jaar terug, toen het land geteisterd werd door een heroïneplaag. Men koos voor decriminalisering als sluitstuk van een beleid waarbij verslaafden niet als criminelen maar als slachtoffers worden gezien.
Niettemin moet men natuurlijk nog steeds misdrijven vervolgen, ook indien die door verslaafden worden gepleegd. De redenering dat men de vele problemen ten gevolge van drugsmisbruik aan de oorzaak moet aanpakken – door drugs te criminaliseren – valt uiteraard te begrijpen, maar in de praktijk kan die aanpak op zijn beurt juist tot meer criminaliteit leiden. Dit valt te vergelijken met de opportuniteiten die voor de georganiseerde misdaad ontstonden ten tijde van Al Capone en de drooglegging in de Verenigde Staten.
Ook vandaag horen we verontrustende berichten over de enorme financiële slagkracht van de drugsmaffia. In 2018 waarschuwde Stanny De Vlieger van de federale politie in een vertrouwelijk rapport voor het gevaar van corruptie en dan “niet enkel de corruptie bij de dokwerkers die ladingen cocaïne uit containers halen. Verschillende van onze dossiers tonen linken aan naar bijvoorbeeld douane en politie.” Bart De Wever waarschuwde in 2018 zelfs: “in Antwerpen staan we op de rand dat men zich ook politieke invloed aan het inkopen is.” Wie enigszins vertrouwd is met de HBO-serie “The Wire”, zal dit allemaal heel herkenbaar vinden.
Een tweede belangrijk gevolg van drugscriminalisering is dat de gezondheidsrisico’s van drugs heel wat kleiner zijn wanneer ze worden geproduceerd door legitieme ondernemingen dan door figuren zoals “Dikke Nordin van den Dam“, een Belgisch-Marokkaanse drugsbaron, die onlangs in Dubai werd gearresteerd.
Meer en meer stemmen binnen de bedrijfswereld wijzen op het economisch potentieel en de voordelen om verdovende middelen bovengronds te trekken. Chris Burggraeve, voormalig topman van de bierreus AB InBev en investeerder in de Amerikaanse cannabis-industrie, pleit er voor om cannabis opnieuw volledig legaal te maken in België vanaf 2021. Dat zou dan exact 100 jaar zijn nadat het product illegaal werd. Het zou alvast een eerste goede stap in de juiste richting zijn, en is ook mogelijk zonder wijziging van de internationale verdragen nodig voor een legalisering van harddrugs.
In landen zoals Italië verdient de georganiseerde misdaad evenveel aan drugs als autobouwer Fiat aan auto’s. Als het Portugese voorbeeld aantoont dat een legalisering de verslavingscijfers alvast niet doet stijgen, net zoals dat in de V.S. al 50 jaar het geval is, ondanks hun vermetele “war on drugs”, moeten we ons toch eens gaan afvragen of het niet anders kan. De vrees voor meer verslavingen is vaak het argument om drugs te verbieden. Een legalisering zal niet alle problemen oplossen, maar zal drugs alvast veiliger maken en een immense financiële aderlating betekenen voor criminelen.
Wat geldt voor drugshandel, is evenzeer het geval voor andere sectoren van de ondergrondse economie. Allerlei goedbedoelde regelgevende initiatieven om sigaretten, gokproducten, alcohol, prostitutie en handel in wilde dieren strikt te omkaderen hebben, kunnen ook als effect hebben dat de ondergrondse alternatieven hiervoor goedkoper, toegankelijker en dus aantrekkelijker worden. Legitieme ondernemingen zien hierdoor hun inkomen afgeroomd door criminelen, die het als een welkome aanvulling zien voor hun dagelijkse activiteiten van mensenhandel, diefstal en oplichting. Die activiteiten zouden nooit volstaan om de georganiseerde misdaad een inkomen van 1 procent van het Europese BBP te bezorgen.
Volgens een rapport van onderzoeksbureau Euromonitor zorgde de coronacrisis, die tot heel wat extra overheidsinmenging leidde, tegelijk voor nog meer opportuniteiten voor de georganiseerde misdaad, aangezien deze “baat heeft bij een ineffectief regelgevend kader, aanbodtekorten, veranderde klantvoorkeuren en prijsverschillen”. In het bijzonder de grote vraag naar medisch beschermingsmateriaal, leidde tot een veel hogere vraag naar illegaal geproduceerde producten.
Ook in de VRT Pano-reportage over het gebrek aan mondmaskers deze lente, kwam naar voren hoe mondmaskers werden afgekeurd omdat productienormen steeds maar werden verstrengd, in een goedbedoelde poging van de overheid om kwaliteitsmondmaskers te bemachtigen. Een half miljoen mondmaskers bedoeld voor de Vlaamse overheid bleek afgekeurd enkel omdat er op een aantal verpakkingen geen sticker was. Legitieme ondernemingen bleven achter met een onverkoopbare stock, wat hen weer een stuk minder competitief maakte ten opzichte van de concurrentie uit de informele sector, een patroon dat volgens de studie van Euromonitor maar al te vertrouwd is.
De les van dit alles is dat men twee keer moet nadenken voor men zaken zwaar gaat reguleren of belasten, al dan niet in de context van een crisis. Los van mogelijke voordelen zijn hier steeds ook grote nadelen aan verbonden, met als belangrijkste nadeel een versterking van de georganiseerde misdaad. De gerechtelijke diensten mogen nog zo veel hun best doen als zij willen, zolang ondoordachte regelgeving een markt creëert voor de georganiseerde misdaad, blijft het dweilen met de kraan open.
Pieter Cleppe is verbonden aan de denktank Property Rights Alliance.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier