Magda De Meyer
‘Opvang van vrouwelijke slachtoffers van (seksueel) geweld blijft in België zwaar in gebreke’
De Belgische overheid doet veel te weinig om (seksueel) geweld tegen vrouwen te voorkomen en om slachtoffers van zulk geweld de juiste opvang te bieden, zegt Magda De Meyer, voorzitter van de Vrouwenraad. ‘Er gebeuren acht aangiftes van verkrachting per dag. Dat is het topje van de ijsberg.’
In 2011 werd het zogenaamde Verdrag van Istanbul goedgekeurd, inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld. Het verdrag regelt dat er maatregelen worden genomen om dit geweld te doen ophouden door in te zetten op vier grote domeinen: de preventie van geweld, de bescherming van slachtoffers, de vervolging van daders en de ontwikkeling van geïntegreerde, globale en gecoördineerde beleidsmaatregelen.
De opvang van vrouwelijke slachtoffers van (seksueel) geweld blijft in België zwaar in gebreke.
Dit verdrag werd in 2016 geratificeerd door België. Hiermee verbond België zich ertoe om een heel gamma aan diensten in te voeren die van vitaal belang zijn voor vrouwen die het slachtoffer zijn van geweld, zoals opvanghuizen, dag en nacht beschikbare telefonische hulplijnen, medische en juridische bijstand, enzovoort. Dit jaar komt er een officiële expertengroep op bezoek naar Belgie om de implementatie van het verdrag te beoordelen. Om het bezoek voor te bereiden vroegen de experten een officieel rapport aan België over de stand van zaken. De experten vroegen ook aan het middenveld om hun visie te geven en zo een genuanceerd beeld te krijgen van de implementatie van het verdrag.
Dit laatste schaduwrapport werd opgemaakt door de coalitie ‘Samen tegen geweld’, waar naast de vrouwenbeweging ook Amnesty International , Plan International, GAMS en anderen deel van uitmaken.
Het schaduwrapport legt de vinger op de wonde
In België worden er geen statistieken bijgehouden over het aantal vrouwen vermoord door hun (ex-)man of (ex-)vriend. Nochtans was er vorig jaar nog een oproep van de speciale VN-rapporteur over geweld op vrouwen om hierover cijfers bij te houden.
Bij gebrek aan officiële cijfers houdt de vrouwenbeweging de gevallen bij die de pers haalden. In 2018 ging het om 33 vrouwen. Dit cijfer is al relatief méér dan in Frankrijk of Spanje. Het ging onder andere om.Laura uit Etterbeek, Collete uit Bergen, Inge uit Lanaken, Negeen uit Hasselt, Youlia uit Kortrijk en zovele anderen. Een op de drie van deze vrouwen was naar de autoriteiten gestapt om het geweld in hun relatie aan te klagen, maar ze werden niet ernstig genomen
Ja, er worden vormingen georganiseerd voor politie, magistraten en dokters om geweld te (h)erkennen en er gepast op te reageren, maar die vormingen zijn niet verplicht en onvoldoende.
Nog altijd wordt 65 procent van de dossiers over intrafamiliaal geweld zonder gevolg geklasseerd. Het bestaande wettelijk instrumentarium wordt onvoldoende toegepast. Dit is bijvoorbeeld het geval met de wet van 2012 die rechters de mogelijkheid geeft om de geweldplegers een tijdelijk verbod tot de gezinswoning op te leggen. We telden slechts 197 dossiers tussen 2013 en 2016. Al in 2006 lanceerde het college van procureurs-generaal een omzendbrief over een nultolerantiebeleid voor intrafamiliaal geweld. In 2016 kwam er een officiële evaluatie die stelt dat het beleid symbolisch blijft en is dat de recidive er niet op is verminderd.
Tegenover de duizenden slachtoffers staat er maar één opvangcentrum. En dit terwijl er in ons land een op de zeven vrouwen slachtoffer wordt van seksueel geweld.
Er zijn wel hoopgevende dingen, zoals de Family Justice Centers, waar multidisciplinair wordt gewerkt en hulpverlening, politie en justitie samen zitten. Maar die centra zijn nog altijd niet gebiedsdekkend: Oost- en West-Vlaanderen blijven blinde vlekken. Idem voor de zorgcentra na seksueel geweld: een prachtig initiatief waar zowel medische als psychische zorg wordt geboden aan de slachtoffers, waar een forensisch onderzoek gebeurt om bewijsmateriaal te verzamelen en waar je ook klacht kunt neerleggen. Momenteel is er echter zo maar een in Vlaanderen (Gent ) waarvan de structurele financiering bovendien nog niet gegarandeerd is. Tegenover de duizenden slachtoffers staat er maar één opvangcentrum. En dit terwijl er in ons land een op de zeven vrouwen slachtoffer wordt van seksueel geweld. Er gebeuren acht aangiftes van verkrachting per dag. Dat is het topje van de ijsberg. Te veel vrouwen en meisjes stappen niet naar de politie, precies omdat ze niet gehoord worden en omdat hun verhalen niet au sérieux genomen worden.
Op het vlak van preventie zien we absolute chaos: elke minister lanceert zijn of haar eigen campagne, zonder onderling overleg , zonder degelijke evaluatie van voorgaande campagnes en nooit langdurig, zoals de BOB-campagne.
Hulplijn 1712 is enkel toegankelijk tijdens kantooruren
Als we kijken naar de opvang van vrouwelijke slachtoffers blijft België zwaar in gebreke. Vrouwen op de vlucht voor geweld kunnen niet allemaal terecht in een vluchthuis, het aantal bedden is onvoldoende. Bovendien zijn vluchthuizen en crisisopvang betalend, waardoor alweer vrouwen uit de boot vallen.Vrouwen die illegaal in ons land verblijven kunnen er helemaal niet terecht.
We nemen dit niet meer. We nemen dit niet meer in naam van Laura, in naam van Colette, in naam van Inge, in naam van Negeen, in naam van Youlia en in naam van de zovele andere vrouwen die het schuldig verzuim van de Belgische staat met hun leven hebben bekocht.
We willen bovendien méér preventie, we willen dat onze jongens en meisjes in het onderwijs leren wat respectvolle relaties zijn, dat ze beseffen dat er in onze maatschappij een ongelooflijk machtsonevenwicht is tussen mannen en vrouwen, dat seksisme in onze maatschappij welig tiert, dat dit leidt tot geweld en onderdrukking en dat we dit niet langer kunnen aanvaarden. Wij willen een nieuwe generatie van jongens en meisjes die opgroeien in een gendergelijke samenleving waar geweld tot het verleden behoort.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier