Op deze manier wil Bart Somers ‘Aalsterse toestanden’ verhelpen
Met de invoering van een constructieve motie van wantrouwen wil de Vlaamse regering onbestuurbare gemeenten voorkomen. ‘Maar men zet de poort net open naar méér instabiliteit’, waarschuwt politicoloog Johan Ackaert (UHasselt).
Het rommelt in Aalst. Het bestuur heeft te kampen met een wankele meerderheid. Na een conflict tussen burgemeester Christoph D’Haese (N-VA) en zijn CD&V-schepen Ilse Uyttersprot werd die tweede eind vorig jaar gestript van haar bevoegdheden en medewerkers. De CD&V’ers stemden daarop tegen de meerjarenbegroting. Toch is D’Haese niet bij machte om Uyttersprot te ontslaan. Met andere woorden: een partij die de facto in de oppositie zit, levert nog steeds een schepen.
De oppositiepartijen in de Ajuinenstad schreven de Oost-Vlaamse gouverneur aan om te bemiddelen, maar die vindt dat voorlopig niet aan de orde. ‘Wat het bestuur van de stad betreft, is de kwestie-Uyttersprot een afgesloten hoofdstuk’, aldus D’Haese eind december.
Waar knelt het schoentje? In tegenstelling tot de federale regering, kan een gemeentebestuur niet vallen. Indien de meningsverschillen binnen de meerderheid onverzoenbaar zijn, zit er niet veel anders op dan de ‘structurele onbestuurbaarheid’ uit te roepen. De provinciegouverneur werpt zich dan op als bemiddelaar. Mislukt die verzoening, dan kan de gemeenteraad een nieuw college installeren.
De voorbije jaren kwamen zo onder meer Turnhout, Tienen en Haaltert in het vizier. Op dit moment staan er volgens minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD) twee gemeenten op de radar. ‘Er is daar nog geen onbestuurbaarheid, maar die gemeenten zou je eigenlijk al wat moeten monitoren op het vlak van potentiële onbestuurbaarheid’, zei hij eerder deze week in het Vlaams Parlement. Somers wil niet kwijt over welke gemeenten het gaat, maar Aalst lijkt voor de hand te liggen. Van een afgesloten hoofdstuk, zoals D’Haese zegt, is dus nog geen sprake.
De Vlaamse regering heeft zich voorgenomen om die onbestuurbaarheid te voorkomen. Dat wil ze bereiken met de invoering van een zogenaamde constructieve motie van wantrouwen. Bij onenigheid binnen het bestuur zal de gemeenteraad zo met een tweederdemeerderheid van elke indienende fractie een alternatieve coalitie kunnen voorstellen. Het principe bestaat al langer in de Waalse gemeenten.
Zelfvervullende voorspelling
Om te veel chaos te vermijden zal het onmogelijk zijn om de motie te organiseren in het eerste en het laatste jaar van de bestuursperiode. Minister Somers wil de concrete voorstellen nog voor de zomer op de tafel van de ministerraad leggen. In theorie kunnen de eerste moties van wantrouwen al worden uitgetest in deze bestuursperiode.
Ik vrees voor een zelfvervullende voorspelling die leidt tot meer onzekerheid.
Johan Ackaert (UHasselt)
Maar politicoloog Johan Ackaert (UHasselt) is lang niet zeker dat het beoogde doel van meer stabiliteit haalbaar is. ‘Eigenlijk zet men net de poort open naar méér instabiliteit’, zegt hij. ‘Het voordeel van een gemeentebestuur is dat het iedere keer voor zes jaar lang vertrekt en bijna verplicht wordt tot een soort samenhang. In het slechtste geval is het een gedwongen huwelijk.’ Het lokale bestuur als baken van stabiliteit dreigt zo te verdwijnen.
Volgens Ackaert wordt het probleem van onbestuurbare gemeenten trouwens overschat. ‘Al bij al gaat het om een beperkt aantal. Met de constructieve motie van wantrouwen zullen lokale politici sneller geneigd zijn om wankelende meerderheden te vervangen. Ik vrees voor een zelfvervullende voorspelling die leidt tot meer coalitiewissels en dus meer onzekerheid.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier