‘Op dit moment wordt druk onderhandeld tussen de overheid en VRT over een nieuwe beheersovereenkomst. Op basis van de huidige crisis kunnen we alvast een aantal lessen meegeven’, schrijven Tim Raats en Anne-Sofie Vanhaeght.
De Corona-pandemie heeft duidelijk gemaakt dat publieke omroepen overal ter wereld, ook bij ons, het belangrijkste informatiekanaal worden in tijden van crisis. Het is al vaak gezegd: de crisis die ons nu treft moeten we aangrijpen om in diverse domeinen op de reset-knop te drukken, om een aantal discussies in perspectief te plaatsen en prioriteiten te stellen. Op dit moment wordt druk onderhandeld tussen de overheid en VRT over een nieuwe beheersovereenkomst. Op basis van de huidige crisis kunnen we alvast een aantal lessen meegeven.
De VRT is nog nooit zo aanwezig geweest in onze huiskamer als de afgelopen periode. In tijden van quarantaine stemmen tot 1,5 miljoen Vlamingen af op het Journaal, en ook duidingsprogramma’s als Terzake, De Afspraak en Vandaag worden een pak drukker bekeken.
Initiatieven als ‘Ik Luister Belgisch’, waarbij Belgische artiesten meer gedraaid worden, een extra educatief aanbod voor kinderen, een virtuele Ronde Van Vlaanderen, zelfs het – toegegeven stuntelige – aanzetten om meer te bewegen in ons kot, allen tonen ze de rol van een publieke omroep op haar best. Het contrast met de berichtgeving over de malaise aan de top van de VRT vijf maand geleden kan bijna niet groter zijn.
Ook het VRT-debat verdient een reset.
Nochtans lieten verschillende Europese publieke omroepen zich de laatste jaren verleiden tot discussies waarbij het de belangrijkste taak van de publieke omroep leek om zoveel mogelijk te doen wat Netflix ook doet: dure fictie heel toegankelijk brengen. Met de crisis die ons nu treft zijn deze discussies daarom niet overbodig, ze zijn wel futiel als het hele omroepdebat ertoe wordt verengd. En Netflix heeft ons al veel geholpen tegen de verveling, het informeren over lockdown-maatregelen of het duiden van sterftecijfers doet ze niet. De absolute kerntaak van de VRT blijft haar informatieopdracht, en die moet meer centraal komen te staan in het debat.
De crisis toont eens te meer het belang van een zo toegankelijk mogelijk informatieaanbod dat zich niet beperkt tot radio of televisie. Hoezeer het businessmodel van kranten ook onder druk staat, beperkingen opleggen aan het online nieuwsaanbod van de VRT, in de vorm van het limiteren van geschreven bijdragen, opiniërende pagina’s of extra duiding in de vorm van longreads, ondergraaft haar publieke opdracht. Bovendien is er weinig tot geen onderzoek dat aantoont dat een gratis nieuwsaanbod van een publieke omroep kannibaliseert op een betalend aanbod van commerciële spelers.
Deze crisis legt ook pijnlijk bloot hoeveel mensen VRT nog niét bereikt met haar nieuwsaanbod. En dan gaat het vooral over jongeren, Vlamingen van andere herkomst of maatschappelijk kwetsbare groepen. Het multi-taskende gezin met twee kinderen dat digitaal onderwijs volgt, strak gegoten in een uitstekende planning, is niet de norm, zoals ondertussen ook is gebleken. Voor een stuk schiet VRT hier nog tekort en moet voluit en veel meer ingezet worden op mediawijsheid, op toegankelijke en kwaliteitsvolle informatie, op maat en voor een steeds meer gefragmenteerd publiek. De uitdaging is gigantisch, maar VRT kan zich hier wel beroepen op het fijnmazige netwerk van middenveldorganisaties in Vlaanderen. Ook de innovatie-opdracht van de VRT, die nu vooral vertrekt vanuit een versterking van het aanbod en de mediamarkt, kan sterker gekoppeld worden aan de maatschappelijke noden: fake news, polarisering, bereiken van jongeren, het stimuleren van publiek debat, nuance en burgerschap – en dit in samenwerking met de andere mediaspelers. Deze taken zouden niet beperkt mogen worden tot de marge, maar het DNA van de VRT moeten uitmaken.
Echter, een aanbod afgestemd op diverse doelgroepen, extra taken op het vlak van educatie, mediawijsheid en inclusie, ambitieuze samenwerking en innovatieprojecten: ze komen allemaal met een extra kost. Een kost die op dit moment steeds moeilijker te dragen is, door de opeenvolgende besparingen die de VRT moest doormaken.
In wezen komt de discussie steeds op hetzelfde neer: vul je de dotatie van de VRT in, in functie van de maatschappelijke noden, of pas je de opdracht van de VRT aan in functie van de beschikbare financiering? De laatste jaren kwam het altijd neer op dit: steeds meer taken, maar wel met beperktere financiering. Eén ding is wel duidelijk: een publieke omroep moét sterk genoeg zijn om effectief te kunnen slagen in haar publieke opdracht. Hoe minder financiële draagkracht een publieke omroep heeft, hoe groter de uitdaging om alle Vlamingen te bereiken, en dus ook: hoe minder slagkracht de VRT heeft om haar democratische taak uit te oefenen. Want er bestaat weinig discussie over dat jongeren leiden naar kwaliteitsvol nieuws prioritair is voor de toekomst van ons democratisch bestel.
Tim Raats en Anne-Sofie Vanhaeght zijn professor media- en communicatiestudies aan de VUB en onderzoeker bij imec-SMIT.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier