Bert Bultinck
‘Onze wens? Het goede blijven zien, ook als het wat minder gaat’
Eind december kijkt de redactie terug, begin januari kijkt ze vooruit: het is de usance, bij kranten en magazines, om dat vaste schema te volgen. Opvallend is dat daarmee ook de klankkleur van de nummers vastligt, als was dat een logisch gevolg. Jaaroverzichten zijn overwegend tragisch, dat was dit jaar niet anders – een indrukwekkend optreden van Stromae of een zilveren medaille op het WK kunstschaatsen niet te na gesproken.
Vooruitzichten baden in de gloed van een nieuw begin, en zijn daarom een stuk positiever van toon. Zijn we onverbeterlijke optimisten bij het begin, en vermoeide zwartkijkers op het einde? Denken we elk jaar opnieuw dat het beter zal gaan, om dan uiteindelijk te beseffen dat het toch weer niks is geworden? En klopt dat wel?
Natuurlijk zal lang niet alles in 2023 geweldig zijn.
Dit jaar volgt Knack netjes het klassieke schema, en dus treft u in het coververhaal van ons eerste nummer vier beloftevolle ontwikkelingen aan. De minst bekende van de vier is wellicht de zogenaamde reshoring, een evolutie in het hart van onze economie. Wijzer geworden door de aanvoerproblemen in de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne haalt een groeiend aantal bedrijven productiecapaciteit terug naar het binnenland. De lonen in de voormalige lagelonenlanden, denk aan China, zijn ondertussen flink gestegen, net als de transportkosten, waardoor het verschil met de lonen hier minder voordelig wordt.
Reshoring is zeker niet alleen maar positief: de tijd van de spotgoedkope Chinese spullen, bijvoorbeeld, deemstert stilaan weg. Maar de voordelen zijn duidelijk. De dumpingprijzen voor cd-spelers in de jaren 2000 waren er alleen maar omdat we honderdduizenden mensen een aalmoes betaalden. Het is goed dat de loonslaven nu toch een béétje meer krijgen voor het werk dat wij niet wilden doen. En voor wie de voordelen liever beperkt tot de eigen landsgrenzen is er nog goed nieuws: door reshoring wordt onze economie autonomer en komen er jobs bij. Onze maatwerkbedrijven doen bijvoorbeeld goede zaken.
Het meest in het oog springende goede nieuws gaat over de arbeidsmarkt: er is een tekort aan werknemers en dat geeft hen meer macht. De war for talent, waarbij bedrijven elkaar overtroeven met geld en voordelen voor toppers, is ondertussen een war for people geworden: of ze nu hypergetalenteerd zijn of iets minder, werknemers zijn gewild, punt. En dat zal, zeggen onze experts, zeker nog een paar maanden het geval zijn. Aangezien er veel meer werknemers zijn dan werkgevers is dat voor de meeste Belgen goed nieuws.
Toch is ook dat een genuanceerd verhaal, want in een economie is alles met alles verbonden. Meer macht voor werknemers betekent minder macht voor werkgevers. Sommige ondernemers – andere nadrukkelijk níét – hebben het al best zwaar door de naweeën van de pandemie en het wegvallen van allerhande overheidssteun. Uiteindelijk zal de war for people eindigen in hogere lonen, waardoor de prijzen zullen stijgen, wat de markt zal doen afkoelen, wat finaal ook de arbeidsmarkt weer wat ademruimte zal geven. Maar zeker in het begin van 2023 dus nog niet.
Het goede nieuws dat media, van Der Spiegel tot The Economist, dezer dagen brengen is even genuanceerd als het slechte nieuws van veel andere weken. Maar de timing van de positieve toon is niet toevallig. De plotse opstoot van optimisme, bij elk nieuw jaar, loopt gelijk met de blijdschap van oudejaarsavond. Natuurlijk zal lang niet alles in 2023 geweldig zijn. Het is een wens, en een engagement van onze kant: om toch het goede te blijven zien, en erover te berichten, ook als het wat minder gaat.
Iedereen weet maar al te goed dat onze wensen sterk kunnen verschillen van wat er echt gebeurt. Toch prevelen we nog een paar weken lang hardnekkig enkele obligate formules, aan iedereen die het wil horen – een goede gezondheid, en alles wat je maar wilt. Het helpt de mens én de lezer vooruit die altijd weer de draad oppakt, hoeveel rampspoed er ook moge zijn, van de wreedheden in Oekraïne tot de schrikbarende 15,2 graden op die eerste januari. Noem het een vorm van ‘ja’ zeggen tegen het leven, maar dan niet gratuit, niet zonder inspanning. En misschien zien we over twaalf maanden dat het hier en daar nog wel meeviel met 2023.