Ongelijkheid in België groter dan gedacht: ‘Voor de 10 procent rijksten neemt de belastingdruk af’

België is minder uitzonderlijk dan we dachten: ook in ons land neemt de ongelijkheid toe. © In Pictures via Getty Images
Brecht Castel
Brecht Castel Journalist en factchecker

Uit het boek De paradox van ongelijkheid in België blijkt dat de kloof tussen de hoogste en de laagste inkomens sinds 2010  groter is geworden. ‘Ook voor de economie is het belangrijk om die ongelijkheid terug te dringen.’

We hebben het gevoel dat de ongelijkheid toeneemt, maar studies tonen keer op keer aan dat de ongelijkheid in ons land daalt. Hoe kan dat? Uit een uitgebreid onderzoek van een groep economen onder leiding van André Decoster (KU Leuven) blijkt dat er heel wat blinde vlekken zaten in die oudere studies.

België is minder uitzonderlijk dan we dachten: ook in ons land neemt de ongelijkheid toe. ‘Uiteraard is het verschil tussen de hoogste en laagste inkomens niet zo groot als in de Verenigde Staten,’ verduidelijkt Decoster, ‘maar de kloof in ons land is wel degelijk groter geworden.’

De grootste blinde vlek in onderzoek naar ongelijkheid is de winst uit vermogens. Hoe komt dat?

André Decoster: Inkomen uit vermogen wordt heel gebrekkig gerapporteerd in enquêtes. En een groot stuk van het inkomen uit vermogens komt niet bij gezinnen terecht, maar blijft in vennootschappen hangen. Door dat inkomen uit vermogens van vennootschappen mee in rekening te brengen, blijkt de ongelijkheid in België groter dan verwacht. En na de financiële crisis van 2008 neemt die alleen toe.

‘Net als veel collega’s vind ik het zeer jammer dat men de erfbelasting verlaagt. Erfbelasting zorgt voor minder welvaartsverlies dan de belasting op arbeid.’

Vanwaar die stijging?

Decoster: De rentes op het spaarboekje zijn daarna ingestort, tot een paar jaar geleden. Terwijl de winsten op risicovolle beleggingen, zoals aandelen, zeer fors zijn toegenomen. Veel mensen hebben een spaarboekje en veel minder mensen hebben aandelen, dus dat heeft een grote impact op de ongelijkheid.

Dat is heel anders dan de toename van de ongelijkheid in de Verenigde Staten. Daar zorgt vooral het verschil in arbeidsinkomen voor meer ongelijkheid. De laatste dertig jaar zijn de laagste lonen er amper gestegen. Bij ons is de ongelijkheid in het arbeidsinkomen zeer stabiel. Met als nadeel dat onze arbeidsmarkt niet flexibel genoeg is.

De ongelijkheid is dus gestegen door de grotere winst op vermogen. Is de erfbelasting dan geen goede manier om de ongelijkheid te verminderen?

Decoster: Absoluut. Net als veel collega’s vind ik het zeer jammer dat men de erfbelasting verlaagt. Erfbelasting verlaagt de ongelijkheid én zorgt voor minder welvaartsverlies dan de belasting op arbeid. Ik begrijp dat ouders hun kinderen graag iets willen meegeven, maar als je de erfbelasting verlaagt dan moet je die middelen elders halen. Het is beter dat die kinderen later zelf meer verdienen als ze aan het werk zijn, doordat er ruimte is om de belasting op arbeid te verlagen, dan de erfenisbelasting te verlagen.

Herverdeling

Onze overheid heeft een forse middelen om te herverdelen: progressieve belastingen, werkloosheidsuitkeringen, gewaarborgd inkomen bij ziekte enzovoort. Werkt die motor?

Decoster: Ja, maar die motor moet steeds harder draaien door de vergrijzing, meer echtscheidingen, alleenstaande moeders, enzovoort. Hoewel we zien dat er sinds 1985 altijd herverdeling is geweest, blijkt dat de laatste jaren onvoldoende is om de stijgende ongelijkheid in te tomen.

In alle regeringen sinds 1985 werden de armere inkomensgroepen wel gespaard. Of het nu gaat om een periode waarin de belastingen werden verhoogd, zoals onder Jean-Luc Dehaene, of verlaagd, zoals onder de regering-Verhofdstadt I. Voor de lagere inkomensgroepen werden de belastingen relatief gezien steeds minder verhoogd of sterker verlaagd dan voor de hogere klassen. 

Armoede uitgelegd aan mensen met geld: ‘Alleen Groen schenkt armoedebeleid aandacht’

Alleen tijdens de regeringen-Michel (2014-2020) was dat niet het geval. Toen genoten alle inkomensposities evenveel van de belastingverlaging. Dat was dus de enige keer dat de groei van de lagere inkomens niet hoger was dan die van hogere inkomens.

Werkt de progressieve personenbelasting in ons land?

Decoster: Binnen de personenbelasting betalen rijken gemiddeld meer dan armen, die belasting is dus inderdaad progressief. Maar als je álle belastingen in rekening brengt, dan zien we dat voor de 10 procent rijksten de belastingdruk afneemt. Dat hebben we voor België nu voor het eerst empirisch kunnen illustreren.

‘Met hun vennootschap proberen mensen inkomen uit arbeid aan de fiscus te verkopen als vennootschapswinst. Dat achterpoortje moet je sluiten.’

De hoge belasting op arbeid en de lage belasting op kapitaal is daarvan de boosdoener?

Decoster: Absoluut.

Dus u bent voorstander van de meerwaardebelasting die nu op de federale onderhandelingstafel ligt?

Decoster: Ja, en niet alleen om de ongelijkheid te verminderen. Zo’n meerwaardebelasting is ook efficiënter. Als we vermogen en arbeid min of meer gelijkwaardig belasten, dan zal het belastingsysteem minder schadelijk zijn voor onze welvaart. Waarom? Zo hou je tegen dat individuen een vennootschap oprichten om puur fiscale redenen. Met hun vennootschap proberen zij inkomen uit arbeid aan de fiscus te verkopen als vennootschapswinst. Dat achterpoortje moet je sluiten. Een meerwaardebelasting is daarvoor een stap in de goede richting.

Nog suggesties voor onze politici?

Decoster: Nu worden alle beleggingsvormen anders belast. Renten op een spaarrekening zijn in grote mate vrijgesteld, pensioensparen wordt gesubsidieerd en op dividenden betaal je 30 procent roerende voorheffing. Het zou veel beter zijn om inkomen uit vermogen gelijk te belasten.  

Grote villa en SUV

De ongelijkheid is toegenomen in ons land. Wil dat ook zeggen dat er meer armoede is?

Decoster: Nee, niet per se. De onderkant van onze samenleving is in België goed beschermd door onze stevige sociale zekerheid.

Toch hebben veel mensen, ook (ver) boven de armoedegrens, het gevoel niet rond te komen.

Decoster: Dat blijkt ook uit onze cijfers. Veel mensen die niet in armoede leven, hebben het toch moeilijk aan het einde van de maand. Als je een grote villa en SUV gekocht hebt en daardoor zware afbetalingen moet doen, kun je ook met twee goedverdienende partners het gevoel hebben over weinig marge te beschikken, aangezien je veel vaste uitgaven hebt. Dat kan misschien ook het gevoel verklaren dat de ongelijkheid toeneemt.

En klopt het gevoel dat jonge mensen geen huis meer kunnen kopen?

Decoster: Die financiële inspanning kan groot zijn, maar we zien dat bij jongeren het aandeel huiseigenaars niet lager ligt dan bij vorige generaties. Toen ik een jonge dertiger was, waren er dus evenveel leeftijdsgenoten die al een huis hadden als bij de dertigers vandaag. 

De ongelijkheid in de gezondheidszorg is groter dan de inkomensongelijkheid.

Ongelijkheid in geld is één aspect, maar jullie onderzoek toont aan dat er ook ongelijkheid is in de toegang tot onderwijs en gezondheidszorg.

Decoster: Klopt, en die is zelfs groter dan de inkomensongelijkheid. Wie dus diep in West-Vlaanderen of Limburg woont, kan misschien wel goed verdienen, maar als je voor medische ingrepen naar UZ Leuven moet, dan is een Vlaams-Brabander misschien beter af. We weten niet of die ongelijkheid is toegenomen.

Tot slot, is ongelijkheid eigenlijk slecht?

Decoster: Vanuit economisch standpunt is te veel ongelijkheid schadelijk. Mensen zouden minder risico’s nemen als er geen goede sociale zekerheid zou zijn. En die ondernemende mensen doen de economie groeien. Het omgekeerde is ook waar. Een perfect gelijke samenleving is economisch ook niet wenselijk. We willen vooral corrigeren, zodat iedereen met gelijke kansen aan de start staat.

De paradox van ongelijkheid in België (336 p.) is uitgegeven bij LannooCampus.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content