Weyts countert kritiek op minimumdoelen voor secundair onderwijs die “te vaag” zouden zijn
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) blikt tevreden terug op de hertekening van de minimumdoelen voor de tweede en derde graad secundair onderwijs. Hij benadrukt dat de lat daarmee hoger gelegd wordt en weerlegt de kritiek dat de nieuwe minimumdoelen scholen en leerkrachten te veel ruimte geven.
In een interview in Knack zegt Luc De Man, onderwijsexpert en voorzitter van de valideringscommissie voor de eindtermen van de tweede en derde graad van het secundair onderwijs, dat de nieuwe eindtermen scholen en leerkrachten wel erg veel vrijheid geven. Daardoor kunnen ze de lat zo laag leggen als ze zelf willen, meent hij. Zo haalt hij als voorbeeld aan dat de Holocaust niet opgenomen is in de minimumdoelen en dat een geschiedenisleerkracht het daar niet over hoeft te hebben.
“Ik ken geen enkele leerkracht die geschiedenis en de Tweede Wereldoorlog aanhaalt zonder het te hebben over de Holocaust”, reageert Weyts. “De vraag is hoe gedetailleerd je moet opsommen wat er in elk vak moet worden gedoceerd.”
De minimumdoelen voor de tweede en derde graad secundair onderwijs hebben een lange weg afgelegd. De minister en de onderwijskoepels moesten vorig jaar opnieuw rond de tafel gaan zitten nadat het Grondwettelijk Hof in juni de nieuwe eindtermen voor de tweede en derde graad secundair vernietigd had.
Afgelopen maart bereikten de minister en de onderwijsverstrekkers uiteindelijk een consensus over de nieuwe minimumdoelen. Van de oorspronkelijke 995 eindtermen gaat het naar 596 minimumdoelen basisvorming. Daarnaast zijn er nieuwe minimumdoelen per specifieke richting.
N-VA wil departement Onderwijs niet aan Vooruit overlaten
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) ziet een tweede termijn als minister van Onderwijs wel zitten. “Onderwijs is een fantastische bevoegdheid met een ongelooflijke impact. Van de maatregelen die je nu neemt, zul je pas later de vruchten plukken. De verleiding is natuurlijk zeer groot om langer dan een termijn vast te houden aan het beleidsdomein”, zegt hij in een interview met Belga.
“Elke vakminister moet de ambitie hebben om in zijn vakdomein door te gaan. Dat is bij mij niet anders”, stelt de N-VA’er, ook al krijgt hij heel wat kritiek. “Je krijgt altijd kritiek op wat je wel of niet doet. Het is zoals bij de voetbalcoach van de nationale ploeg. Ook in het onderwijsveld is men behoorlijk kritisch over het beleid en iets minder zelfkritisch.”
Al benadrukt Weyts dat hij niet solliciteert of speculeert. “Verkiezingen zijn een goede scheidsrechter en de kiezer moet zich uitspreken. Daarna maakt ook de partij de keuze maar als partij willen we het beleidsdomein onderwijs zeker bij ons houden”, aldus de minister.
Als grootste verwezenlijkingen verwijst Weyts onder meer naar de maatregelen die genomen zijn om de dalende onderwijskwaliteit tegen te gaan en om het lerarentekort aan te pakken. Het gaat dan onder meer om de Vlaamse toetsen, die dit schooljaar ingevoerd worden, de invoering van de minimumdoelen in de tweede en derde graad secundair onderwijs en de koalatest bij kleuters. Ook haalt hij de invoering van de zij-instromers, de start van het leersteundecreet, het inschrijvingsdecreet en de zomerscholen aan.