Vlaamse leerlingen blinken uit in creatief denken: ‘Competenties die we meer dan ooit nodig zullen hebben’
Uit nieuw PISA-onderzoek blijkt dat de Vlaamse 15-jarigen bij de beste ‘creatieve denkers’ van Europa zijn. Hoe valt dat te verklaren? ‘Je ziet hier het voordeel van een evolutie die ook nadelig is geweest’, zegt onderwijsexpert Dirk Van Damme.
‘Verzin drie verschillende, originele titels voor deze illustratie’, of ‘bedenk een creatieve manier om de toegankelijkheid van de bibliotheek te verbeteren voor rolstoelgebruikers’. Het is maar een greep uit een reeks vragen die 15-jarigen uit 64 verschillende landen kregen voorgeschoteld in het kader van een nieuw PISA-onderzoek.
Doel van het onderzoek was nagaan hoe leerlingen scoren in wat ‘creativiteit met de kleine c’ wordt genoemd. Minder dan naar kunstzinnigheid werd gepeild naar het vermogen om originele ideeën te bedenken of sociale en wetenschappelijke problemen op te lossen.
Als het over dat vermogen gaat, blijken de Vlaamse leerlingen, net als hun collega’s uit de federatie Wallonië-Brussel, bij de Europese top te behoren. Zo doen buurlanden als Frankrijk, Nederland en Duitsland het bijvoorbeeld een stuk minder goed.
‘Het is een goeie zaak dat kennis en reproductie vandaag opnieuw de aandacht krijgen die ze verdienen.’
De resultaten zijn nog indrukwekkender als je gaat kijken naar het percentage ‘toppresteerders’. Bijna 35 procent van de Vlaamse leerlingen blijken uitmuntende creatieve denkers. Dat is iets minder excellent dan Finland, de Europese nummer een, maar aanzienlijk beter dan het gemiddelde van de OESO-landen, dat 27 procent bedraagt.
De Leraarskamer vs. Dirk Van Damme: ‘Het M-decreet heeft een ravage aangericht in ons onderwijs’
Gulden middenweg
Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat Vlaamse leerlingen, ondanks de dalende scores van het afgelopen decennium, nog altijd bij de besten van Europa zijn als het gaat over wiskunde. Het verband tussen sterke prestaties in ‘kerndomeinen’ als wiskunde en goede scores in ‘creatief denken’ is er inderdaad, zo stelt ook het OESO-rapport, maar het is vrij beperkt.
‘Je kunt voor 50 procent voorspellen hoe goed iemand kan lezen op basis van hoe goed iemand kan rekenen’, stelt cognitief psycholoog Wouter Duyck. ‘Maar die samenhang is er veel minder voor creativiteit, waar dat percentage maar 6 procent bedraagt.’
Wat die hoge scores dan wel verklaart? ‘Het is een beetje speculeren’, zegt Dirk Van Damme, onderwijsexpert en gewezen topman onderwijs van de OESO, ‘maar ik vermoed dat je in deze resultaten het voordeel kan aflezen van een op andere vlakken vooral nadelige evolutie. Zoals algemeen bekend zijn onze eindtermen, meer nog dan in andere Europese landen, weg geëvolueerd van reproductie en kennis. In de plaats kregen we een meer ervaringsgericht onderwijs, met meer aandacht voor creativiteit en probleemoplossend denken. Het is niet onlogisch dat je dan goed scoort in een test die naar dat soort competenties peilt, maar sterke dalingen ziet in domeinen als spelling en grammatica. Het is een goeie zaak dat kennis en reproductie vandaag opnieuw de aandacht krijgen die ze verdienen, al kan het natuurlijk ook niet de bedoeling zijn dat we geen aandacht meer besteden aan probleemoplossend en creatief denken. De kunst zal zijn hier de gulden middenweg te bewandelen.
‘Meisjes scoren in zo goed als alle landen die aan het onderzoek deelnamen significant beter in creatief denken dan jongens.’
‘Creatief denken en problemen oplossen zijn, net als kritisch denken en mediawijsheid, zogenaamde 21st century skills. Er zijn mensen die zeggen dat je die vaardigheden niet kunt meten, en dat ze daarom niet bestaan, maar daar ben ik het niet mee eens. Het zijn reële competenties, die je wel degelijk kunt aanleren en evalueren, en die we misschien meer dan ooit nodig zullen hebben. De ingenieur van morgen zal veel verbeeldingskracht nodig hebben, maar uiteraard ook nog altijd wiskundige kennis.’
Opvallend resultaat nog: meisjes scoren in zo goed als alle landen die aan het onderzoek deelnamen significant beter in creatief denken dan jongens. In geen enkel land doen jongens het beter.
‘We zien die kloof ook op andere domeinen’, zegt Van Damme. ‘Meisjes blijken zich over het algemeen meer in te zetten, tonen meer motivatie en discipline en zijn meer taakgericht. En die eigenschappen heb je uiteraard ook nodig als het gaat over creatief denken. Een volgende vraag is natuurlijk waarom meisjes over het algemeen consciëntieuzer zijn dan jongens. Ik denk dat je het antwoord daarop moet zoeken in opvoeding, rolmodellen, met andere woorden: de manier waarop we onze kinderen socialiseren.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier