Waarom seksuele opvoeding belangrijk is: ‘We moeten kinderen ook leren om já te zeggen’
Degelijke seksuele opvoeding kan heel wat grensoverschrijdend gedrag voorkomen. ‘Om te weten wat niet oké is, moet je eerst leren hoe je wél van seks kunt genieten.’
De sleutel ligt in de opvoeding. Bij elk nieuw geval van seksueel grensoverschrijdend gedrag dat in de kranten en op sociale media wordt becommentarieerd, gaat het binnen de kortste keren over het belang van educatie. Aangezien sommige ouders hun kinderen – uit gêne of overtuiging – amper voorlichten, worden scholen geacht daar een dragende rol in te spelen. Geen sinecure anno 2022. Moesten scholieren vroeger vooral uitgelegd krijgen hoe kinderen worden gemaakt, dan moet relationele en seksuele vorming (RSV) vandaag onder meer ook over genderidentiteit, seksuele beleving en grensoverschrijdend gedrag gaan. Zo staat het toch in de nieuwe eindtermen voor het secundair onderwijs.
Vandaag is er in het kleuteronderwijs een zekere schroom om in te grijpen als kinderen een grens overschrijden.
Stefan Grielens (Vrij CLB Netwerk)
In werkelijkheid is seksuele vorming vaak nog erg technisch en ligt de nadruk vooral op de gevaren. Heel wat scholen proppen alles wat met seksualiteit te maken heeft ook in een paar lessen biologie of natuurwetenschappen, of ze organiseren er halfweg de schoolloopbaan van hun leerlingen één projectdag over. ‘Toch beweegt er de laatste tijd iets’, zegt Sarah Van Laerhoven van Pimento, een organisatie die in scholen onder meer seksuele vorming geeft. ‘Nu er de hele tijd verhalen over sexting en seksueel grensoverschrijdend gedrag in de media komen, willen steeds meer scholen iets ondernemen om hun leerlingen weerbaar te maken. Alleen weten ze vaak niet goed hoe.’ Er zijn ondertussen wel genoeg lessenpakketten, workshops en vormingswerkers die jongeren in een halve dag diets kunnen maken hoe grensoverschrijdend gedrag werkt en wat je ertegen kunt doen. Maar om kinderen en jongeren écht een degelijke seksuele vorming te geven, moet er veel meer gebeuren.
1. Maak jongetjes niet wijs dat ze jagers zijn
Kinderen moeten zo vroeg mogelijk leren om hun eigen grenzen te bewaken en die van anderen te respecteren. Liefst al in de kleuterklas. Doordat de onderwijsdoelen over relaties en seksualiteit voor het basisonderwijs eerder vaag zijn, hangt veel van de leerkracht af. ‘Het is belangrijk dat leerkrachten in de klas tegen de klassieke rollenpatronen ingaan, maar in de praktijk bevestigen sommigen die net’, zegt seksuoloog Wim Slabbinck. ‘Jongetjes moeten nog altijd sterk zijn en worden aangemoedigd om cowboy en indiaantje of andere stoere spelletjes te spelen. Onbewust geven we hun zo de hele tijd het signaal dat ze jagers zijn. Dan mag het natuurlijk niet verbazen dat zij later vaker seksueel geweld plegen dan vrouwen. Daarom moeten ouders en leerkrachten die stereotypen zo vroeg mogelijk weerleggen. Tegen het eind van de lagere school, als kinderen hun eigen identiteit gaan ontdekken, is het vaak al te laat. Onder druk van hun leeftijdgenoten vervallen veel jongens en meisjes dan vanzelf in die traditionele rollenpatronen.’
Ook de manier waarop een leerkracht reageert als kleuters grenzen overschrijden, heeft grote impact. Wordt een jongetje terechtgewezen omdat het telkens weer zijn broek uittrekt of wordt dat gedrag vergoelijkt? Wat gebeurt er als een meisje de hele tijd de hand wil vasthouden van een vriendinnetje dat daar duidelijk geen zin in heeft? ‘Vandaag is er in het kleuteronderwijs een zekere schroom om in te grijpen als kinderen een grens overschrijden’, zegt Stefan Grielens van het Vrij CLB Netwerk. ‘Tegen het eind van de lagere school zijn sommige leerlingen daardoor al niet meer in te tomen. Willen we dat er in de samenleving iets verandert, dan zullen we kinderen er weer meer op moeten aanspreken als ze over grens een gaan.’
2. Leer tieners genieten van seks
Bij seksuele vorming op school worden de gevaren van seks, zoals soa’s en ongewenste zwangerschappen, nog altijd sterk benadrukt. ‘Dat werkt contraproductief’, stelt Slabbinck. ‘In regio’s in de Verenigde Staten waar geen seksuele voorlichting wordt gegeven of onthouding wordt gepromoot, zijn er net meer tienerzwangerschappen. Ook het aantal gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag dreigt dan toe te nemen. Om te weten wat niet oké is, moet je eerst leren wat goed seksueel gedrag is.’ Wie jongeren een degelijke seksuele opvoeding wil geven, moet dus ook uitleggen hoe ze van seks kunnen genieten. ‘Vandaag leren we hen vooral dat ze nee moeten zeggen als ze iets niet willen’, zegt Van Laerhoven. ‘Dat is ook nodig, maar het is minstens even belangrijk om hen te leren aangeven wat ze wél willen en fijn vinden. Een echt weerbaar mens moet ook ja kunnen zeggen.’
3. Een clitoris is meer dan een knopje
De informatie die kinderen en jongeren op school krijgen, moet natuurlijk wel kloppen. Vandaag is dat niet altijd het geval. Om te beginnen zijn nogal wat handboeken en ander lesmateriaal niet bijdetijds. Een clitoris wordt op tekeningen bijvoorbeeld zelden correct afgebeeld. Doorgaans is er alleen een knopje boven aan de vulva te zien en is er geen spoor van het grotere, inwendige deel. Veel leerkrachten blijven die achterhaalde informatie gebruiken omdat ze niet beter weten. ‘Zo noemen velen hiv nog altijd een dodelijke ziekte en weten ze niet dat een patiënt tegenwoordig niet meer besmettelijk is wanneer hij medicatie neemt’, zegt Wannes Magits van Sensoa. Vaak kunnen leerkrachten ook niet antwoorden op vragen van leerlingen. Maak je je als minderjarige schuldig aan het verspreiden van kinderporno als je een naaktfoto van jezelf doorstuurt? Hoe moet je flirten en wanneer ga je daar te ver in? ‘Elke leerkracht zou moeten weten hoe hij moet reageren als hij zo’n vraag krijgt en naar waar hij leerlingen eventueel kan doorsturen’, vindt Magits. ‘Daarom pleiten wij voor structurele aandacht voor relationele en seksuele vorming in alle lerarenopleidingen.’
4. Práát over porno
In tijden dat kinderen van jongs af het internet afschuimen, hebben velen van hen al een glimp van porno opgevangen tegen de tijd dat ze naar de middelbare school gaan. Doorgaans weten ze dus wel hoe seks in zijn werk gaat, maar dat wil niet zeggen dat ze geen seksuele vorming meer hoeven te krijgen. ‘Integendeel’, zegt Wannes Magits. ‘Als we seksuele voorlichting voortaan aan porno overlaten, krijgen we binnen de kortste keren grote problemen. Op zulke beelden zie je allemaal hetzelfde soort lichamen, er worden geen condooms gebruikt en er is amper intimiteit of communicatie.’
In tijden dat kinderen van jongs af het internet afschuimen, hebben velen van hen al een glimp van porno opgevangen tegen de tijd dat ze naar de middelbare school gaan.
Eigenlijk zou daar al over moeten worden gepraat vóór kinderen met porno in contact komen, maar dat is voor veel ouders en scholen een brug te ver. ‘Toch mogen we niet te lang wachten om jongeren uit te leggen wat het verschil is tussen pornobeelden en hoe seksualiteit in werkelijkheid wordt beleefd’, zegt Slabbinck. ‘De meeste jongens en meisjes kunnen dat onderscheid zelf wel maken. Maar kijkt een jongen die al weinig respect heeft voor vrouwen ook nog eens naar vrouwonvriendelijke porno, dan wordt de kans groter dat hij op een dag seksueel grensoverschrijdend gedrag zal stellen.’
5. Voorlichting zet niet aan tot sexting
Scholen (en ouders) zijn soms bang om jongeren op ideeën te brengen. Zal een uiteenzetting over de onrealistische seks in porno hen niet prikkelen om een kijkje te nemen op Pornhub? En brengen we hen met een les over de gevaren van sexting niet net op het idee om zelf eens een naaktfoto te maken? ‘Het is best mogelijk dat de nieuwsgierigheid van sommige jongeren zo wordt aangewakkerd, maar daar is niets mis mee’, zegt Van Laerhoven. ‘Ze zullen echt niet allemaal naaktfoto’s van zichzelf beginnen rond te sturen, maar ze zullen wel bewuster met hun seksualiteit omgaan. Hoe meer ze ertoe worden aangezet om op voorhand na te denken over wat ze fijn vinden en wat niet, hoe doordachter hun keuze zal zijn als het zover is. Dat zal ook helpen om situaties die niet oké zijn te herkennen.’
6. Over respect wordt niet onderhandeld
Weten ouders op voorhand wanneer er een projectdag over seksualiteit wordt georganiseerd, dan is de kans groot dat sommigen hun kinderen ziek zullen melden. Vaak zijn dat moslimgezinnen die praten over seksualiteit haram vinden, maar ook vaders en moeders die vrezen dat hun kind na zo’n uiteenzetting aan het experimenteren zal slaan. Daarnaast vragen sommige leerlingen zelf om niet naar school te hoeven omdat ze seksuele vorming te gênant vinden. Dat is een probleem, want vaak zijn dat net de jongeren die het meest behoefte hebben aan zulke informatie omdat ze die thuis niet krijgen. Vandaar dat sommige scholen vooraf niet meer aankondigen dat ze seksuele vormingen organiseren of toch geen exacte datum geven.
‘Een school mag ook best een aantal principes naar voren schuiven die niet onderhandelbaar zijn en waarover met álle leerlingen wordt gecommuniceerd’, zegt An Victoir van het Vrij CLB Netwerk. ‘Ze kan haar leerlingen bijvoorbeeld niet dwingen om transpersonen leuk te vinden maar wel om hen met respect te behandelen.’ In de praktijk gaan veel leerkrachten zulke delicate gesprekken toch liever uit de weg. Wat als leerlingen kwetsende uitspraken doen over homoseksualiteit terwijl er in de klas jongeren zitten die queer zijn? ‘Dat kan gebeuren als je bijvoorbeeld vraagt hoe ze zouden reageren mocht hun zoon of dochter homoseksueel zijn’, legt Van Laerhoven uit. ‘Maar je kunt dat ook subtieler aanpakken. Je geeft impliciet het signaal dat homoseksualiteit normaal is door het niet alleen over penis-in-vaginaseks te hebben maar bijvoorbeeld ook over anale seks. Of door bij een uitleg over soa’s te vertellen dat die ook kunnen worden doorgegeven bij seks tussen twee meisjes. In de meeste gevallen nemen jongeren daar veel minder aanstoot aan.’
7. Steek de hand in eigen boezem
Een leerling knijpt een klasgenote in de borst. De pikante selfie die een meisje naar haar lief stuurde, hangt plots aan het prikbord. Leerlingen nemen aanstoot aan een vrouwonvriendelijke uitspraak van een leerkracht. Een groep meisjes vindt het niet kunnen dat de turnleraar zomaar hun kleedkamer binnenkomt. Ook in Vlaamse scholen komt grensoverschrijdend gedrag voor en het is van het grootste belang dat daar adequaat op wordt gereageerd. Leerlingen en leerkrachten zouden precies moeten weten waar ze zulke incidenten moeten melden, maar dat is vandaag nog niet overal het geval. Wordt er wel expliciet een vertrouwenspersoon aangeduid, dan is dat vaak een leerkracht. Dat kan een drempel vormen voor een leerling die een klacht heeft over een andere leerkracht. ‘Daarom hebben wij als CLB ook een belangrijke rol te spelen’, zegt Stefan Grielens. ‘Onze medewerkers zijn wel in de scholen aanwezig, maar ze blijven toch buitenstaanders die met een zekere afstand naar de zaak kunnen kijken.’ Hoe dan ook is het cruciaal dat leerlingen die op school met grensoverschrijdend gedrag te maken krijgen, ernstig worden genomen. Hebben ze het gevoel dat ze niet echt worden gehoord, dan zullen ze als volwassene minder geneigd zijn om seksueel grensoverschrijdend gedrag te melden.
Knack verzamelde aangrijpende getuigenissen van vrouwen over grensoverschijdend gedrag. U leest er alles over op knack/be/genoeg
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier