Waarom niet alle schoolpoorten weer open gaan
Terwijl het er naar uit ziet dat binnenkort weer meer leerlingen naar de klas kunnen, zijn er ook scholen die maximaal blijven inzetten op het afstandsleren. ‘Wij bieden liever maximale ondersteuning voor wie het echt nodig heeft, dan enkele uren contactonderwijs voor een paar leerjaren.’
Vrijdag werd na overleg tussen de onderwijskoepels, de vakbonden en onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) beslist dat de kleuterscholen vanaf 2 juni opnieuw voltijds kunnen openen. In het lager onderwijs kunnen leerlingen vanaf dan de helft van de tijd les krijgen, in het secundair zou iedereen minstens één dag naar de klas kunnen.
Voor alle duidelijkheid: de Nationale Veiligheidsraad moet de beslissing nog bekrachtigen, en het gaat om een maximumscenario waarvan scholen kunnen afwijken. Een beperkt aantal scholen heeft ondertussen al beslist dat geen enkel leerjaar voor september nog naar de schoolbanken terugkeert.
Schaarse lestijd
Het Sint-Gabriëlcollege in Boechout is een ASO-school met grote klassen. ‘Sinds 18 mei mogen we de zesdejaars één dag per week naar school laten komen. Om dat volgens de coronavoorschriften te doen, zouden we iedere klas in twee moeten splitsen’, zegt Inge Van Mieghem, pedagogisch directeur voor de derde graad.
‘Als je voor al die groepen fysiek onderwijs wil organiseren met de beschikbare leerkrachten en lokalen, dan wordt de klastijd wel erg schaars. Dan moet je keuzes maken. Je kan bijvoorbeeld vakken schrappen, zoals sommige scholen doen. Wij doen dat liever niet, omdat we ook nu een brede vorming willen blijven aanbieden.’
Afstandsonderwijs
Die brede vorming biedt het college aan via het afstandsonderwijs, dat volgens Van Mieghem voor het merendeel van de scholieren goed werkt. ‘Dat is niet alleen wat de leerkrachten vinden, dat is ook wat de titularissen vernemen van de leerlingen. Vandaar onze keuze om daarop te blijven inzetten.’
‘Bij die beslissing hebben we rekening gehouden met de specifieke context van onze school. Veel van onze leerlingen worden thuis goed ondersteund, en onze school heeft veel aandacht voor zorg. Net zoals we dat voor de coronacrisis deden, bieden we ook nu extra ondersteuning aan de leerlingen die dat nodig hebben.’
‘Onze leraren houden ook nu met iedereen contact en laten niemand los. Er zijn zelfs leerkrachten die bepaalde leerlingen ’s morgens opbellen om te checken of ze wakker zijn. We zetten in op verschillende vormen van afstandsonderwijs, met ingesproken presentaties, live lessen die ook worden opgenomen, oefeningen, taken, zelftests en proefoverhoringen. De vakleerkrachten volgen de leerlingen op die nog een inhaalbeweging moeten maken voor hun vak. Wanneer dat vanop afstand niet lukt, dan nodigen ze die leerlingen uit op school voor individuele begeleiding.’
‘We differentiëren trouwens ook in de andere richting, want er zijn ook leerlingen die met afstandsonderwijs net sneller vooruit gaan. Voor hen voorzien we extra uitdaging, in de vorm van pluspakketten die we digitaal aanbieden.’
Ook de leraren zouden niets liever willen dan al hun klassen terugzien. Niemand is leerkracht geworden om achter een computer te zitten.
Inge Van Mieghem, pedagogisch directeur derde graad Sint-Gabriëlcollege
Contactmoment
Keerzijde van de medaille is dat de leerlingen die het vanop afstand goed doen, geen les meer krijgen op school, zelfs de zesdejaars niet. ‘Natuurlijk vinden wij dat jammer, zeker omdat zij ook al hun schoolbal en retoricareis in het water zagen vallen. Ook de leraren zouden trouwens niets liever willen dan al hun klassen terugzien. Niemand is leerkracht geworden om achter een computer te zitten.’
‘Wij weten ook dat jongeren het emotioneel moeilijk hebben met de sociale isolatie. Daarom houden de klastitularissen elke week een digitaal klasgesprek, en organiseerden we voor de zesdejaars onlangs een contactmoment op school. De andere leerjaren volgen van zodra de overheid daar groen licht voor geeft.’
IVV Sint-Vincentius
Ook IVV Sint-Vincentius in Gent, een secundaire school die technisch en beroepsonderwijs aanbiedt in de studiegebieden personenzorg en maatschappelijke veiligheid, blijft voor alle leerjaren zo goed als volledig op thuisonderwijs inzetten.
Pedagogisch adjunct-directeur Hilde Naessens benadrukt dat dit een positieve keuze is. ‘We doen dit niet omdat contactonderwijs praktisch moeilijker te organiseren is, wel omdat het afstandsonderwijs bij ons goed loopt. Wij investeren al een paar jaar in een interne onderwijskwaliteitscel die de verschillende teams en vakgroepen ondersteunt. Die ondersteuning heeft onze leerkrachten geholpen bij de overschakeling naar online lesgeven, en het studierendement blijkt voor de meeste leerlingen voldoende. Ook als meer leerjaren vanaf 2 juni fysieke lessen mogen krijgen, blijven wij bij ons plan om het op deze manier te doen.’
We doen dit niet omdat contactonderwijs praktisch moeilijker te organiseren is, wel omdat het afstandsonderwijs bij ons goed loopt
Hilde Naessens, pedagogisch adjunct-directeur IVV Sint-Vincentius
Voor arbeidsmarktgerichte opleidingen zoals verzorging, kinderzorg of thuis- en bejaardenzorg lijkt digitaal onderwijs nochtans minder evident. ‘Veel praktische kennis doen de leerlingen op tijdens hun stages, die in de mate van het mogelijke zijn blijven doorgaan. Voor de leerlingen die dit jaar nog niet afstuderen, schuiven we een aantal praktijklessen en mogelijk ook stages door naar volgend schooljaar. De leerlingen van het zevende jaar thuis- en bejaardenzorg, die deze zomer het werkveld instappen, halen we wel nog enkele keren naar school. Technische vaardigheden zoals bloeddruk of suikerwaarden meten kun je moeilijk online aanleren.’
Stoepbezoek
Studierendement is één zaak, welbevinden een andere, beseffen ze bij IVV Sint-Vincentius. ‘Onze leerkrachten en leerlingenbegeleiders houden het contact met hun leerlingen warm, via telefoon, chat en videocalls, zowel klassikaal als individueel. Ze doen stoepbezoeken bij wie moeilijker te bereiken is, en leerlingen die het emotioneel zwaar hebben zijn op school welkom voor een face-to-face gesprek. Ook met ouders houden we contact via telefoon of videochat.’
IVV Sint-Vincentius heeft een divers publiek, en zet daarom extra in op die leerlingen voor wie het afstandsleren moeilijker loopt. ‘Sinds 12 mei organiseren we op school huiswerkklassen, in leerbubbels van maximaal 14 leerlingen. Iedere bubbel heeft een vaste begeleider die de scholieren ondersteunt bij het afstandsleren. Leerlingen die dreigden achterop te raken hebben we hiervoor uitgenodigd, maar er zijn evengoed leerlingen die zelf het initiatief namen, of die komen op vraag van hun ouders. Van onze 800 leerlingen nemen er ongeveer 90 deel aan die huiswerkklassen.’
Het is alleen de vraag of coronaproof onderwijs, met contactbubbels, mondmaskers en social distancing, echt tegemoetkomt aan de nood aan direct contact.
Hilde Naessens, pedagogisch adjunct-directeur IVV Sint-Vincentius
Ontgoocheling
Dat betekent wel dat de grote meerderheid van de leerlingen het schooljaar thuis afwerkt. ‘Iedere keuze heeft voor- en nadelen. Maar je kan in deze uitzonderlijke situatie niet op alles tegelijk inzetten. Wij kiezen ervoor om ons personeel en onze lokalen in de eerste plaats te reserveren voor wie extra zorg en aandacht nodig heeft, liever dan onze schaarse tijd en middelen te spenderen aan enkele wekelijkse uren contactonderwijs voor bepaalde leerjaren.’
‘Uiteraard zijn wij niet doof voor de emotionele noden van jongeren. Wij weten hoe hard zij hunkeren naar direct contact met leeftijdsgenoten. Het is alleen de vraag of coronaproof onderwijs, met contactbubbels, mondmaskers en social distancing, echt tegemoetkomt aan die nood. Ik vrees dat de langverwachte terugkeer naar school voor heel wat leerlingen wel eens op een ontgoocheling zou kunnen uitdraaien.’
Kleine minderheid
Hoeveel scholen precies beslist hebben om dit schooljaar geen fysieke lessen meer te organiseren, valt moeilijk te achterhalen. Op basis van de eerste, voorlopige leerlingenregistraties sinds de heropstart van de scholen op 15 mei, gaat het volgens het Agentschap voor Onderwijsdiensten (Agodi) om een zeer beperkt aantal scholen, maar voor sluitende cijfers is het nog te vroeg.
Voor het katholieke onderwijsnet schat topman Lieven Boeve dat het om hoogstens 5% van de scholen gaat. ‘Iedere school is vrij om die keuze te maken, in functie van haar eigen mogelijkheden, infrastructuur, personeel en doelpubliek. Ik vel daar geen waardeoordeel over. Al hoop ik dat alle leerlingen toch nog eens terug naar school kunnen komen, al was het maar om samen het schooljaar af te sluiten.’
Scholen die in principe geen contactonderwijs meer organiseren, kunnen volgens Boeve gerust nog op die beslissing terugkomen. ‘Het is eigen aan deze situatie dat ze voortdurend verandert. Het is dan ook perfect verdedigbaar om een beleid te herzien in functie van nieuwe feiten of inzichten.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier