Jan-Peter Sandler

‘Vlaams onderwijsbeleid moet inzetten op competenties voor de 21e eeuw’

Jan-Peter Sandler Doctoraatsstudent aan de KU Leuven

‘Nu ik als stagiair aan de andere kant van de klas sta, blijkt dat we nog steeds leerkrachten opleiden om de hoofden van leerlingen met kennis te vullen, ongeacht het praktische nut’, schrijft Jan-Peter Sandler. ‘Als onze kinderen het Vlaams kapitaal van de toekomst zijn, hoe maken we daar dan een schatkist vol aantrekkelijke parels van.’

Als leerling had ik voortdurend het gevoel dat ik iets van buiten moest leren om later opnieuw te vergeten. Nu sta ik als stagiair aan de andere kant van de klas en blijkt het dat we nog steeds leerkrachten opleiden om de hoofden van leerlingen met kennis te vullen, ongeacht het praktische nut. Voor de leerling is er niet veel veranderd. Hij komt nog steeds naar school om materie in zich op te nemen. Deze wordt dan op een toets of examenmoment gereproduceerd en daarna heeft hij het niet meer nodig. De leerkracht stelt zich tevreden met het aantonen dat de leerling op dat moment de overgedragen kennis bezit.

In de visietekst van de beleidsnota Onderwijs (2019) benadrukt Ben Weyts, Vlaams minister van Onderwijs dat kinderen het Vlaamse kapitaal van de toekomst zijn. Als een kapitalist wil de minister in leerlingen investeren om het kapitaal “te laten groeien en bloeien”. Die investeringen moeten het mogelijk maken dat leerkrachten “zich volop kunnen toeleggen op hun kerntaak: kennisoverdracht”. Maar strookt deze pedagogische visie over de leraar als een medium van kennis met wat de leerling in Vlaanderen nodig heeft?

Het Vlaams kapitaal

De visietekst is duidelijk doorprikt met economisch jargon, laat ons dan ook met de economie beginnen. Wat verwacht de werkgever van ons Vlaams kapitaal?

Volgens onderzoek van het Wereldeconomisch forum (WEF) zal er steeds meer ingezet worden op innovatieve technologie zoals digitale platformen en AI. Gepaard met technologische groei zal er meer vraag zijn naar cognitieve en analytische vaardigheden zoals creativiteit, probleem-oplossend denken en technologische geletterdheid. Dit betekent volgens de studie dat 44% van de werknemers tegen 2027 zich zal moeten laten bijscholen om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen.

In het jaarlijks onderzoek naar het talententekort in België door ManpowerGroup blijkt dat we met een talententekort zitten. Meer dan drie op vier werkgevers geeft aan het moeilijk te vinden om iemand aan te stellen. Bijna 60% overweegt om in het buitenland op zoek te gaan naar de zeldzame parel, een persoon met de gezochte vaardigheden. In het buitenland doet men het trouwens niet veel beter. Wereldwijd ondervinden werkgevers moeilijkheden om de juiste werknemers te vinden. Dit toont aan dat de transformatie die het WEF voorspelt, volop aan de gang is.

Bedrijven worden verwacht te beantwoorden aan toenemende ethische verwachtingen en zich aan te passen aan de ecologische transitie. Dat vereist meer creativiteit en samenwerking. Waar men vroeger op zoek was naar werknemers met diepgaande kennis, verlegt men nu de focus in de richting van andere competenties. Wereldwijd zullen de komende 5 jaar gezochte cognitieve vaardigheden met inbegrip van analytisch – en creatief denken het meest gezocht worden. In de top 10 basisvaardigheden voor de toekomst komt er slechts één vaardigheid voor waarin ook kennis een rol speelt, nl. technologische geletterdheid.

De Belgische werkgevers geven aan dat ze op zoek zijn naar soft skills. Ook het onderzoek van het WEF benadrukte dat er steeds meer aandacht voor vaardigheden is op de arbeidsmarkt. Als we met ons Vlaams kapitaal de noden van de arbeidsmarkt tegemoet willen komen, dan moet er ruimte worden gemaakt voor jong en oud om vaardigheden te ontwikkelen.

De kerntaak van de leerkracht

Door de stijgende nood aan vaardigheden stelt de vraag zich of ‘kennisoverdracht’ dan nog de kerntaak van de leerkracht is. Als ik als leerling 15 jaar geleden vroeg waarom ik iets vanbuiten moest leren, dan antwoordde de leerkracht dat ik toch niet afhankelijk zou willen zijn van een computer. Ik zou voortdurend dingen moeten opzoeken en dat duurt toch langer dan het nu te leren en voor eens en altijd te onthouden. Misschien was het een voorbode dat ik na elke zomervakantie me niets herinnerde, maar we kunnen tegenwoordig informatie in een oogopslag opzoeken op het internet en smartphones laten ons toe om dat overal te doen.

Doordat leerlingen en werknemers steeds meer gebruik kunnen maken van technologische ondersteuning zoals artificiële intelligentie om informatie terug te vinden, zijn we minder belang gaan hechten aan wat iemand kent. We achten het belangrijker in een werkcontext dat een persoon in groep kan werken, initiatief kan nemen, creatief kan omgaan met data, … Om ons kapitaal te laten bloeien, moet er veel meer ruimte worden gemaakt om te werken aan de competenties waar werknemers naar op zoek zijn. De kerntaak van de leerkracht zoals beschreven hierboven moet dus minstens worden uitgebreid tot het inzetten op de ontwikkeling van competenties voor de 21e eeuw.

Inzetten op competentie ontwikkeling op school betekent ook dat we als samenleving de school, de rol van de leerkracht en de relatie ervan tot de leerlingen moeten bespreken. Er moet zeker ruimte blijven voor het overbrengen van basiskennis, maar die overdracht kunnen we versterken door de leerling de kennis te laten toepassen in nieuwe contexten en situaties. Een Amerikaanse studie door Bitter en Loney in 2015 naar deeper learning vond dat wanneer leerlingen samenwerken om in real-world contexten hun kennis toe te passen zij hun eigen kennis verdiepen en samenwerkings- en communicatievaardigheden versterken. De leerkracht bood in deze studie regelmatig persoonlijk advies aan de leerlingen, maar de kennis verwierven ze zelf.

De kern van mijn visie voor een competent 21e-eeuws onderwijs is dus een bredere en gestructureerde leerervaring waarin leerlingen zelf het initiatief moeten nemen om hun kennis uit te diepen, beslissingen te nemen en nieuwe situaties te leren kennen. De leerkracht staat hier niet alleen vóór de klas, maar ook in de klas als een mentor en gesprekspartner om advies te geven en samen te reflecteren over successen en mislukkingen. Deze pedagogische visie laat toe om leerlingen een brede waaier aan vaardigheden te laten oefenen. Als we ons Vlaams kapitaal werkelijk willen laten bloeien, laten we er dan samen naar streven een competent onderwijs op te zetten dat van ons Vlaams kapitaal een schatkist vol aantrekkelijke parels maakt.

Jan-Peter volgt de opleiding Educatieve Master Wijsbegeerte aan de KU Leuven. Hij is dit jaar stagiair Filosofie in het Sancta Maria Leuven en begint aan een doctoraatsonderzoek aan het Institute for the Future naar competentie ontwikkeling in transdisciplinaire onderwijsvormen.

Partner Content