Amir Bachrouri
‘Veel universiteitsstudenten willen meer dan louter kennis reproduceren’
Amir Bachrouri is voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad. Zijn column verschijnt tweewekelijks.
“859. In het Marokkaanse Fez wordt de Karueein-universiteit opgericht, de eerste ter wereld. Het zal de voorbode zijn van veel wetenschappelijk onderzoek dat onze samenleving veel zou opleveren: van innovatieve geneesmiddelen tot kennis over het ontstaan van de mens.
Vandaag studeer ik aan de Universiteit Antwerpen, een baken van ratio, onderzoek en wetenschap. Omdat ik als zeventienjarige niet goed wist welke studierichting te kiezen, besloot ik rechten te volgen. Een keuze waar ik later weinig spijt van zou hebben, denk ik ook nu nog. Toch had ik er soms meer van verwacht.
De universiteit biedt een mooie kans om de wereld te verkennen. Door kennis. Want kennis is macht, zo werd me altijd ingefluisterd. Of zoals Nelson Mandela het zei: ‘Education is the most powerful weapon we can use to change the world.’
Het Hannah Arendt-instituut – een interuniversitaire samenwerking – bewijst hoe academische kennis wel degelijk het maatschappelijke debat kan voeden.
Het is een filosofie waar veel universiteiten zich bewust van zijn. Je komt er in aanraking met academische stukken die je in je vrije tijd niet snel zou opzoeken, en dat is maar goed ook. Alleen stel ik vast dat mijn rechtenstudie vooralsnog in de eerste plaats een studie wetgeving blijkt.
Op examens wordt vaak gepeild naar je vermogen om kennis te reproduceren. Je moet bijvoorbeeld vooral kunnen toelichten hoe wetgeving tot stand komt. Maar de vraag waarom die wetgeving op dat specifieke moment tot stand komt, wordt niet gesteld. Ander voorbeeld: recht draagt waarden in zich, althans dat is wat Karl Marx dacht. Waarom Marx er zo over dacht, wordt nauwelijks aangeraakt. Veel belangrijker is het te weten wat Marx er precies over zei, zonder dat je zelf een kritisch waardeoordeel over zijn theorie velt. Uit een beperkte rondvraag bij studenten blijkt dat ook in hun oren bekend te klinken.
Ook zij ervaren in hun opleidingen de arbeidsmarkt als eindstation, veeleer dan het kritische denken om die arbeidsmarkten zélf te sturen. Het is logisch dat je op een job wordt voorbereid, maar dat houdt ook een beperking in. Een arbeidsmarkt is per definitie flexibel. De farmaceutische sector van vandaag is niet die van de vorige eeuw. En dus zouden de jaren aan de universiteit een bron van tijdloze kennis moeten zijn.
De universiteit wordt vaak weggezet als te abstract. Maar bijvoorbeeld het Hannah Arendt-instituut – een interuniversitaire samenwerking – bewijst hoe academische kennis wel degelijk het maatschappelijke debat kan voeden. Al beken ik dat ik er als student nog nooit mee in aanraking kwam, wel als voorzitter van de Vlaamse Jeugdraad. Misschien kan ik daar eerder mijn gading vinden?”