Miette Plessers

‘Vaste benoeming werkt positieve verandering in het onderwijs tegen’

Miette Plessers Zij-instromer en lerarenopleider

‘De vaste benoeming is old school‘, schrijft lerarenopleider Miette Plessers. Ze pleit voor een alternatief systeem.

Het is herfst. Thuis betekent dit dat een blokken vol Lego de woonkamer weer inneemt. Hele dagen liggen de kinderen op de grond te werken aan hun bouwsels. Op school betekent dit dat het tijd is om te leren over het nieuwe seizoen. Maar ook: leraren kunnen zich kandidaat stellen voor een vaste benoeming. Eens het gouden ticket in handen, is dit voor velen een moment om te vieren. Terecht! Het is een blijk van vertrouwen en biedt zekerheid. Bij mij rijst vooral de vraag: is een vaste benoeming kost wat kost  iets om na te streven? Is het nog wel van deze tijd?

Het concept gaat al jarenlang mee en bood een antwoord op de willekeur waaraan de leraar ten prooi lag. Toch werd vorig jaar een streep getrokken door de vaste benoeming van ambtenaren bij de Vlaamse Overheid. Een alternatief systeem dat ‘the best of both worlds’ (benoemingen versus contractuelen) verenigt, is dan misschien toch niet onmogelijk?

Elke school streeft de hoogst mogelijke onderwijskwaliteit na. Daarvoor gebruiken ze een kader met vastgelegde kwaliteitsverwachtingen dat hen helpt om dat doel te bereiken. Gelukkig. Zonder kader en duidelijk doel zouden we blind varen. Maar het systeem van de vaste benoeming zorgt ervoor dat ook de weg naar dat doel te veel bepaald wordt door bovenaf.

Het is alsof je een school een blokkendoos geeft: “dit zijn de mensen waarmee je het moet doen. Dit zijn de mensen die recht hebben op een plek in jouw school. Jullie selecteren op basis van competenties, op basis van de match tussen leraar en school? Jullie hadden al iemand aangenomen?  Sorry, maar zij moeten wijken want hebben geen recht op een plekje in jouw school.”

Het zou kunnen werken, en vroeger heeft het dat vast gedaan, maar toen maakten een sterke visie, gedragen beleid en lerende organisatiecultuur geen deel uit van de kwaliteitsverwachtingen. Als men wil dat scholen hieraan werken, moet men ook verdragen dat scholen wat kleur hebben én die kleur zelf bepalen.

Op die manier krijg je een diversiteit aan scholen: de één die zich toelegt op hoogbegaafde kinderen, de ander die focust op duurzaamheid en nog een ander die ondernemerschap hoog in het vaandel draagt. Scholen die erin slagen een dergelijke visie om te bouwen tot krachtig beleid waar een heel team aan samenwerkt, hebben echt wel nood aan zelfbestuur inzake personeelsbeleid. Onderwijs is niet ‘one size fits all’, niet voor leraren, niet voor leerlingen.

Het systeem van de vaste benoeming betekent dus voor scholen dat ze op 1 september – of in het midden van het schooljaar – verplicht een nieuwe collega moeten verwelkomen. Een andere, geselecteerde en gewaardeerde collega moet plaats maken. Het kan niet anders of er ontstaan hiaten, leraren zijn niet meer complementair aan elkaar en werken op een school omwille van hun benoeming in plaats van hun overtuiging van de schoolvisie. Als men wil dat scholen bouwen aan een eigen identiteit, moeten ze dus echt wel de inhoud van hun blokkendoos zelf kunnen bepalen.

Ook als lerarenopleider voel ik dat het systeem ‘pikt’. Lerarenopleiders leiden studenten op om kleur te hebben. Ze leren hun eigen onderwijsvisie vormgeven zodat ze weten waar ze voor staan, in welke school ze zouden passen. Maar de praktijk is anders, zo heb ik ook zelf ervaren. In grote scholengemeenschappen is het moeilijk om te solliciteren voor 1 welbepaalde school met een specifieke visie. Je stapt in de scholengemeenschap in en wordt toegewezen aan een vrij plekje op één van de vele scholen. Ook al ben jij niet dat ene juiste blokje uit die blokkendoos.

Daarbij komt dat het begin van een lerarencarrière bijzonder onzeker en veranderlijk is. Net op een moment dat je wel een stabiele omgeving kan gebruiken om je te vervolmaken in dit complexe beroep, moet je telkens opnieuw plaats ruimen voor iemand met meer opgebouwde rechten die uit het niets zijn plaats komt opeisen. Telkens weer zegt men: ‘Ga terug naar start. (Maar je ontvangt geen 200 euro.)’ En er zijn er velen die daar na enige tijd voor bedanken en andere oorden dan het onderwijs opzoeken.

Wanneer een leraar de vaste benoeming dan wel in handen heeft, is het omgekeerde waar: het is moeilijk om zelf een positieve keuze te maken om aan de slag te gaan in een andere school. Alles om hem heen schreeuwt om dat wat opgebouwd is, niet weg te gooien. Starten als beginner, zonder rechten of zekerheid om je plekje te behouden, is maar weinig ervaren, competente leraren gegeven. Voor de onderwijskwaliteit zou het nochtans niet mis zijn: de boekenjuf uit school x die haar ervaring deelt in school y, de leraar uit een methodeschool die in een nieuw team terecht komt dat ervaringsgerichter wil werken, de ICT-leraar die in een andere school de digisprong mee begeleidt, … Dat diversiteit niet gestimuleerd wordt in onderwijs, is een gemiste kans voor de kwaliteit.

Alles verandert. En ook het – soms gedwongen – huwelijk tussen leraren en scholen hoeft niet eeuwig te blijven duren. Scholen veranderen, passen hun visie aan, krijgen een andere leerlingenpopulatie en staan voor nieuwe uitdagingen. Leraren veranderen, als mens, maar ook professioneel.

Het systeem van de vaste benoeming is wat mij betreft teveel een harnas dat positieve verandering tegenwerkt. Laat de leraar en school terug aan zet door uren op te bouwen binnen 1 school in plaats van een scholengemeenschap: laat hen kiézen voor elkaar omwille van een klinkende match zonder sturing van bovenaf. Laat ze samen die school bouwen, maar dan wel met zelfgekozen blokken.

Miette Plessers, werkt sinds 2020 als zij-instromer – na haar studie pedagogische wetenschappen en leraar ‘lager onderwijs’ – als leraar in een 3de graad van een kleine methodeschool (De Wonder-wijzer). Daarnaast is ze als lerarenopleider verbonden aan PXL Hogeschool.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content