Van wereldtop naar grijze middelmaat: Vlaamse leerlingen presteren steeds minder goed in wiskunde en wetenschappen

Nergens daalt het wiskundeniveau sneller dan in Vlaanderen. © Getty
Jeroen de Preter
Jeroen de Preter Redacteur

Volgens de nieuwste Timms-resultaten doen leerlingen van het vierde leerjaar het almaar minder goed in wiskunde en wetenschappen. En minstens zo zorgwekkend: nergens is de terugval zo groot als in Vlaanderen. Els Vanlommel van Platform Wiskunde Vlaanderen reageert niet verrast. ‘Ik ben voor professionele autonomie van leraren, maar dat is niet hetzelfde als de vrijheid om zomaar wat te doen.’

Vlaamse leerlingen behoorden volgens internationaal onderzoek ooit tot de top in wiskunde. Die tijd lijkt voorbij. In nieuw Timms-onderzoek, dat om de vier jaar in 58 landen en/of regio’s de prestaties van lagereschoolkinderen in wiskunde en wetenschappen meet, strandt Vlaanderen op de 24e plaats. Voor wetenschap eindigen Vlaamse lagereschoolkinderen op een nog minder eervolle 35ste plaats.

Leerprestaties, zo blijkt uit het onderzoek, dalen in nog veel meer landen. Maar nergens gaat het zo hard als hier. ‘De tanker van dalende onderwijskwaliteit is gekeerd’, verklaarde de vorige onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) twee jaar geleden. Zijn opvolger Zuhal Demir kon in een eerste reactie op de Timms-resultaten niet anders dan partijgenoot Weyts tegenspreken. ‘Ondanks het werk van velen en een stijgend onderwijsbudget’, verklaarde Demir, ‘is de tanker niet gekeerd’.

Wiskundekennis keldert: ‘Veel leerlingen begrijpen niet meer wat vermenigvuldigen is’

Of we ons hierover moeten verbazen? Wiskundeleerkracht Els Vanlommel, ondervoorzitter van Platform Wiskunde Vlaanderen, vindt van niet. ‘De problemen die wij al een tijdje aankaarten zijn nog altijd niet opgelost’, zegt ze. ‘Ik denk bijvoorbeeld aan het lerarentekort. Al zeg ik er meteen bij dat dit niet het allergrootste probleem is. De prestaties daalden al nog voor dat lerarentekort zo nijpend werd. Fundamenteler lijkt mij wat ik zou noemen de onderwijscultuur. Die is in de 28 jaar dat ik lesgeef fundamenteel veranderd.’

Er is niet één grote oorzaak voor die steeds slechtere prestaties. Het gaat over een lawine aan dingen die mislopen.

Wat bedoelt u precies met ‘onderwijscultuur’?

Vanlommel: Ik heb het over een cultuur die je in de hele samenleving ziet. Er gaat veel meer aandacht naar zorg en allerhande leerstoornissen. Nog los van het feit dat dat ten koste gaat van de lestijd, zie je dat we, parallel daarmee, minder van leerlingen gingen verwachten. Een bijkomend groot probleem is de dalende taalbeheersing. Uiteraard heeft dat ook een impact op de wiskundige prestaties. Om een vraagstuk op de lossen moet je de vraagstelling goed begrijpen. Dat vergt, naast het vermogen om begrijpend te lezen, ook de nodige concentratie. Maar zowel met dat begrijpend lezen als met dat concentratievermogen is er een probleem. Er is, met andere woorden, niet één grote oorzaak voor die steeds slechtere prestaties. Het gaat over een lawine aan dingen die mislopen.

Veel van de problemen die u noemt bestaan ook in andere landen. Hoe verklaart u dat het niveau in Vlaanderen nog sneller dan elders daalt?

Vanlommel: Wat zeker in onze lagere scholen een belangrijke rol speelt, is de vaagheid van de leerplannen. Ik ben heel erg voor professionele autonomie, maar dat is niet hetzelfde als de vrijheid om zomaar wat te doen. Hier zie ik een belangrijk verschil met bijvoorbeeld Groot-Brittannië, dat in internationaal onderzoek juist erg goed presteert. Wiskundeleraren krijgen er een strikt, helder afgebakend curriculum voorgeschoteld. Dat is nodig omdat een stapsgewijze opbouw in wiskunde enorm belangrijk is. Alles vertrekt van een gefundeerde, stevige basis. Als die er niet is, bouw je op los zand en gaat het mis.

Om een voorbeeld te geven: als je de tafels van vermenigvuldiging niet kent, kom je in de problemen als je breuken moet optellen. Om breuken op te tellen moet je immers noemers gelijknamig maken en vermenigvuldigen. Leerlingen die de tafels niet voldoende geautomatiseerd hebben, zullen bij dat optellen van breuken nog te veel werkruimte in de hersens moeten aanspreken om die tafels te reproduceren, met als gevolg dat er geen plaats is voor de volgende stap. Dat lijkt misschien logisch, maar zeker beginnende leerkrachten hebben een grote behoefte aan duidelijke leidraad. Ik heb daar ook alle begrip voor.

Van leerkrachten wordt, om de eerder genoemde redenen, al heel veel gevraagd. Je kunt niet van ze verwachten dat ze die vage leerdoelen ook nog eens zelf vertalen naar een samenhangend curriculum. Dat moeten experten voor hen doen. Dat is zeker zo in tijden van lerarentekort, waarin ook minder sterke profielen in het onderwijs terechtkomen.

Je kunt van leerkrachten niet verwachten dat ze de vage leerdoelen zelf vertalen naar een samenhangend curriculum.

De zwakkere resultaten liggen ook aan het niveau van de leraren?

Vanlommel: Laat ik zeggen dat in het begin van mijn carrière alleen mensen die zelf een richting met veel wiskunde hadden gevolgd wiskundelaar werden. Zeker in het lager onderwijs zie je vandaag leerkrachten die als kind of jongere zelfs worstelden met het vak wiskunde. Voor hen, maar ook voor de vele zijinstromers, is zo’n vaag leerplan allesbehalve een zegen.

Als reactie op de Timms-resultaten kondigde Bruno Vanobbergen, topman van het katholieke onderwijsnet, aan dat het versneld met een nieuw leerplan zal komen. Voor wiskunde zou hier de nadruk liggen op ‘wat essentieel is voor een diepgaand begrip en een solide basis’.

Vanlommel: Dat lijkt mij een superbelangrijke stap. Uiteindelijk zijn het de koepels die, veel meer dan de overheid, de inhoud bepalen. Het feit dat ze nu versneld met die nieuwe leerplannen willen komen, wijst erop dat Bruno Vanobbergen zich van zijn verantwoordelijkheid bewust is. Voor de rest kan ik alleen hopen dat die plannen, anders dan die voor het secundair onderwijs, niet opnieuw uitblinken in vaagheid.

Om terug te keren naar de Timms-resultaten: de zwakkere prestaties zouden ook het gevolg zijn van toegenomen migratie. Uit de resultaten blijkt inderdaad dat kinderen met migratieroots significant minder goed scoren. Alleen: ze halen in vergelijking met vier jaar geleden ongeveer dezelfde scores. De grootste achteruitgang zit bij de kinderen zónder migratieroots.

Vanlommel:  Dat toont aan dat migratie zeker niet het enige probleem is. Het maakt hoogstens deel uit van een breder probleem. Vandaag wordt van leraren verwacht dat ze differentiëren, en elk kind individuele aandacht geven. Alle leraren zullen u bevestigen dat dit in de praktijk niet werkt. Daarom pleit ik al langer voor klassiek, klassikaal onderwijs dat de lat voldoende hoog legt. Dat heeft generaties lang gewerkt.

Vandaag verwacht men van ouders soms dat ze meehelpen met het schoolwerk van de kinderen. Dat mogen we niet zomaar van iedereen verwachten. Kinderen met een moeilijkere thuissituatie, ouders die de taal niet machtig zijn of alleenstaanden die lange werkdagen hebben… We moeten niet van hun ouders verwachten dat ze zich mee over de leerinhoud buigen. Dat is het werk van de leraren. Onze grootouders waren ook zelden hooggeschoold en konden hun kinderen ook niet helpen bij het schoolwerk, en toch zijn die kinderen van de boerderij weggeraakt.

Ik was het eens met de ambitie van Ben Weyts om primair in te zetten op taal, rekenen en basiskennis, en de focus in de eerste plaats op onderwijs te leggen.

Uw analyse is niet zo anders dan die van de vorige onderwijsminister Ben Weyts. Toch is hij er niet in geslaagd om de tanker te doen keren.

Vanlommel: Ik denk inderdaad dat hij een juiste analyse maakte. Ik was het eens met zijn ambitie om primair in te zetten op taal, rekenen en basiskennis, en de focus in de eerste plaats op onderwijs te leggen. Jarenlang is heel sterk ingezet op zorg en differentiëren op maat van de leerling. Ben Weyts liet, terecht denk ik, een andere wind waaien.

Voorlopig lijkt die andere wind niet veel op te leveren.

Vanlommel: Ik denk dat Weyts zichzelf wat overschatte toen hij zei dat de tanker was gekeerd. Om dat te laten gebeuren is een mindshift nodig binnen alle geledingen van het systeem. Veel leraren die vandaag lesgeven, hebben tijdens hun opleiding een compleet ander verhaal gehoord. En niet alleen zij. Niet alleen in de scholen, maar in de hele maatschappij is een mindshift nodig. Ik ben wat dat betreft wel hoopvol. Vandaag is het niet langer ouderwets om te zeggen dat het over kennis en inhoud moet gaan. Ik was het zeker niet altijd eens met Weyts, maar aan dat andere klimaat heeft hij zeker bijgedragen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content