Toppers uit het tso en bso: ‘Ik droom weleens van een Michelinster. Of twee sterren, waarom niet’

De overstap naar een technische of beroepsopleiding wordt soms nog gezien als een degradatie. In de praktijk pakt het vaak anders uit. Knack sprak met vier jonge mannen en vrouwen voor wie die overstap het begin was van een succesverhaal.
Ioana Van der Cruyssen (20), zorgkundige
‘Ik ben aan de middelbare school begonnen in het tso, maar ik was er al snel mijn motivatie kwijt. Ik had moeite om de scheiding van mijn ouders te verwerken, en in dezelfde periode was een familielid gestorven aan wie ik erg gehecht was.
‘Op den duur deed ik niets meer voor school en wilde ik zelfs stoppen. Ik ben dan naar een andere school gegaan, maar dat hielp niet. Zo ben ik in het bso beland, tegen de zin van mijn moeder, die ervan overtuigd was dat ik tso wel aankon, als ik er maar mijn best voor deed.
‘Zelf heb ik van mijn overstap naar het bso nooit spijt gehad. Ik had geen zin om elke dag aan een bureau te zitten. Ik wou iets met mijn handen doen. Bovendien voelde ik me van bij het begin goed in mijn klas. Ik had ook totaal geen moeite om te volgen. Misschien was het wel té gemakkelijk, want soms begon ik me echt te vervelen.
‘Ik heb nooit het gevoel gehad dat er op ons, leerlingen van het beroepsonderwijs, werd neergekeken. Maar het was wel een aparte wereld. De leerlingen van het bso kwamen supergoed met elkaar overeen. Iedereen babbelde met iedereen. Maar met de leerlingen van het tso of aso op onze school was er ongeveer geen contact.’
‘Ik denk dat je in de ouderenzorg nog meer voor iemand kunt betekenen dan in de kinderzorg.’
Zoals iedereen die de opleiding verzorging kiest, moest Ioana tijdens de laatste jaren kiezen of ze zich in kinder- dan wel ouderenzorg zou specialiseren. Ze behoort tot de minderheid die voor ouderenzorg koos.
‘Daar heb ik niet over na hoeven te denken. Ik denk dat je in de ouderenzorg nog meer voor iemand kunt betekenen dan in de kinderzorg. In de ouderenzorg begeleid je mensen tijdens hun laatste levensjaren. Soms ben je de enige die ze in dat leven nog hebben.
‘Ik werk nu iets meer dan een jaar als zorgkundige in het woonzorgcentrum Ter Hovingen in Gentbrugge, op de beschermde afdeling. Op die afdeling wonen mensen met dementie en andere psychische aandoeningen. Dat is zowel fysiek als mentaal erg belastend, maar ik doe het graag. Je haalt er veel voldoening uit.
‘Sommige bewoners hebben al jaren geen bezoek meer gehad, bijvoorbeeld omdat hun familie zo’n bezoek te confronterend vindt. Het zijn ook vaak mensen die zich niet goed meer kunnen uitdrukken. Ze zijn soms moeilijk te begrijpen, maar ik merk ook dat het beter lukt naarmate je ze beter kent. Voor die momenten doe je het.’
Over zorgberoepen wordt vaak gezegd dat ze onderbetaald zijn. ‘Maar ik vind dat dat goed meevalt’, zegt Ioana. ‘Toen ik begon kreeg ik 2150 euro netto per maand, een goed jaar later is dat ongeveer 2300 geworden. Over twee jaar wil ik in avondschool bijstuderen voor een diploma verpleegkunde. Als verpleegkundige zou ik iets meer verdienen, maar daarvoor zou ik het niet doen. Over mijn loon mag ik echt niet klagen.’
Sacha Rosschaert (26), ploegbaas bij Electrical & Netwerk Solutions
‘Ik ben begonnen in het aso, maar dat lukte net niet. Ik moest dus uitkijken naar een technische of beroepsopleiding. Zelf had ik het liefst iets met metaal of hout gedaan, maar de leerlingenbegeleiding van de school stelde verzorging voor, een beroepsopleiding. Dat zou mij beter liggen.
‘Ik heb dat advies gevolgd en tijdens de eerste jaren ging dat goed. Tot we stages kregen en ik merkte dat het eigenlijk niks voor mij is. Ik ben er dan mee gestopt en op zoek gegaan naar een opleiding die wél aansloot bij mijn interesses. Iets met computers, bijvoorbeeld, daar was ik als kind altijd graag mee bezig geweest.
‘Zo ben ik uitgekomen bij “netwerkbeheer”, een technische opleiding aan het centrum voor volwassenenonderwijs in Hasselt. Dat was even aanpassen, want ik had al jaren niet meer echt gestudeerd. Maar het ging goed. Ik ging plots wél graag naar school, de leerstof interesseerde me, en ook mijn resultaten werden een stuk beter. Na twee jaar had ik mijn diploma tso.
‘Na mijn opleiding heb ik een jaar als magazijnier gewerkt, maar dat gaf me weinig voldoening. Ik ben dan gaan solliciteren voor een meer technische job, maar dat was niet makkelijk. Ik had geen ervaring in elektriciteit en – dat speelt bij die technische beroepen ook een rol – ik ben een vrouw.
‘Op de werven ben ik meestal de enige vrouw. Mannen kijken daar soms vreemd van op.’
‘Maar blijkbaar was dat allemaal geen bezwaar voor mijn huidige werkgever. Mijn baas heeft me alle knepen van het vak geleerd, van begin tot einde. Uiteindelijk heeft hij me ook meer verantwoordelijkheid gegeven, met ook leidinggevende opdrachten.
‘Kort samengevat trekken wij met ons bedrijf elektriciteits- en internetkabels van punt a naar punt b. Op de werven ben ik meestal de enige vrouw. Mannen kijken daar soms vreemd van op. Het gebeurt ook dat ze naar me fluiten.
‘Aanvankelijk voelde ik me daar ongemakkelijk bij, maar ik heb geleerd om dat los te laten en er geen aandacht meer aan te besteden. En ik moet ook zeggen: van de meeste mannen krijg ik veel respect.
‘Achteraf bekeken had ik natuurlijk al veel vroeger voor een technische richting moeten kiezen. Maar het heeft niet veel zin om daar vandaag nog over te piekeren. Ik heb mijn plek echt wel gevonden. Het is soms een zware job, maar ik doe het graag en ik heb een hele goeie baas.
‘Hij heeft al teambuildings georganiseerd in Estland en Roemenië. Ook over mijn loon ben ik tevreden. Ik krijg meer dan 18 euro per uur. Dat komt meestal neer op een maandloon van ongeveer 2500 euro, exclusief maaltijdcheques. Dat is geen slecht loon, toch?’
Vakmensen, waar zijn jullie? Hoe ons misprijzen voor tso en bso in ons gezicht is ontploft (video)
Menno Schapman (19), kelner in een gastronomisch restaurant
‘De eerste twee jaren van de middelbare school zat ik in het aso. Dat was een moeilijke periode. We kregen vooral theoretische vakken, en ik had moeite om me daarop te concentreren. In het derde jaar ben ik overgestapt naar het tso. Dat liep ook niet goed, maar we kregen er wel kooklessen. Dat deed ik graag.
‘De leraar vertelde me dat hij me tijdens die lessen telkens tot leven zag komen, en dat ik daar wél veel inzet en positiviteit toonde. Toen is het idee ontstaan om me in te schrijven aan een kokschool.
Een jaar later begon Menno aan het vierde jaar in De Foodbox, een restaurant-leerplek die verbonden is aan het Ensorinstituut in Oostende. ‘Ik voelde meteen dat ik me hier wel voor kon motiveren. Mijn resultaten werden beter en ik had veel minder stress. De proeven en de leerstof werden almaar ingewikkelder, maar ik begon me rustiger te voelen.
‘Ooit, misschien over een jaar of vijf, wil ik een eigen restaurant openen.’
‘Mijn ouders hebben me altijd gesteund. Ze hebben me ook niet onder druk gezet om toch maar aso of tso te blijven proberen. Wel merkte ik dat het beroepsonderwijs voor hen een onbekende wereld was. Ze zijn allebei hoger opgeleid. Eerst begrepen ze niet goed hoe dit soort onderwijs werkt, en wat in dit systeem de belangrijke momenten zijn.
‘Ondertussen heb ik een diploma als kelner en kok. Daarnaast heb ik ook nog een diploma hotelmanagement behaald. Sinds vorig jaar werk ik in restaurant Côté Préféré in Jabbeke. Ik sta er achter de bar en als het drukker wordt doe ik ook de zaal.
‘Het contact met de klanten vind ik het leukst, zeker als het trouwe klanten zijn met wie ik al een band heb opgebouwd. Voorlopig heb ik nog geen plannen om iets ander te gaan doen. Maar ooit, misschien over een jaar of vijf, wil ik een eigen restaurant openen. Het liefst een gastronomisch restaurant.
‘Ik droom weleens van een Michelinster. Of twee sterren, waarom niet. (lacht) Van geld lig ik nu nog niet wakker. Vandaag verdien ik 17,8 euro per uur. In drukkere maanden komt dan neer op een nettoloon van ongeveer 2100 euro per maand. Voor een starter die nog thuis woont, lijkt me dat best oké.’
Juul Goovaerts (23), licht- en geluidstechnicus
‘Ik was 15 toen ik als vrijwilliger begon te werken in De Casino, een concertzaal in Sint-Niklaas. Daar kon ik me verdiepen in wat me echt interesseerde: geluids- en lichttechniek. Ik heb er mijn stiel geleerd, al heb ik de basis ook wel meegekregen op school, waar ik de opleiding elektrische installatietechniek heb gevolgd.
‘In de eerste graad van het middelbaar zat ik in het aso. Tot ik een B-attest kreeg. Je zou mijn schoolcarrière kunnen zien als een typisch watervalverhaal, maar zo voel ik het zelf niet aan. Mijn vader was zelfstandig technicus, en ik was al heel jong in techniek geïnteresseerd. Voor mij was dat een vertrouwde wereld. De overstap naar het tso voelde eerder als iets vanzelfsprekend.
‘Ik denk dat veel mensen een fout beeld hebben van technische richtingen. Ik heb vrienden die industriële wetenschappen hebben gestudeerd, een tso-richting, met veel theorie en zware wiskunde. Het niveau van die opleiding ligt volgens mij hoger dan in sommige aso-richtingen.
‘In 2023 ben ik een jaar op tournee geweest met Coldplay. Een geweldige ervaring, waar ik veel uit heb geleerd.’
‘Ik was nauwelijks 18 toen ik met Matrix-Events begon, mijn eigen zaak. Ik beschouw het als een groot geluk dat ik al zo vroeg wist was ik wou. Ik heb vrienden die aan de universiteit hebben gestudeerd. Daar heb ik veel respect voor, maar ik ben zeker niet jaloers. Ik hoor ze soms zeggen dat ze nog twijfelen of ze met dat diploma iets willen doen. Voor mij is dat altijd heel duidelijk geweest.
‘In 2023 ben ik een jaar op tournee geweest met Coldplay. Dat was een geweldige ervaring, waar ik veel uit geleerd heb. Ik heb er ook een netwerk aan overgehouden van technici die stuk voor stuk top zijn in hun vak.
‘Het was fascinerend om een radertje te zijn in die gigantische, geoliede machine. In enkele dagen tijd bouwden we uit het niets een spectaculaire constructie, die na het concert werd afgebroken en ergens anders weer werd opgebouwd.
‘Tijdens dat jaar heb ik ook best goed verdiend. Al staat daartegenover dat je tijdens zo’n jaar nauwelijks thuis bent. Ik weet niet of ik dat op latere leeftijd nog zou willen. Ik heb er huwelijken aan kapot zien gaan.
‘Mijn jaar met Coldplay was qua verdiensten een uitzondering. Over het algemeen wordt er in de eventsector helemaal niet zo goed betaald. Loodgieters of elektriciens kunnen veel hogere uurlonen vragen dan podiumtechnici.
‘Gelukkig moet ik het niet alleen hebben van dat werk. Met mijn bedrijfje verhuur ik ook materiaal. Dat brengt goed op, maar het is niet zo dat ik mezelf een riant loon kan uitkeren. Ik ben nog maar een paar jaar bezig. Ik investeer het geld dat ik overhoud vooral in de groei van mijn onderneming. En ik prijs me elke dag gelukkig dat ik de kost kan verdienen met mijn passie.’
Jacht op de vakman: de lijst met knelpuntberoepen is nog langer geworden
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier