Tips van de boekenjuf: ‘Beste ouders, koop nooit zomaar een prachtig boek voor je kind’
Hoe kies je een kinderboek waar je zoon of dochter gegarandeerd wild van is? ‘Dat kun je helemaal niet’, zegt boekenjuf Jesse Van de Kerckhove. ‘Zoek samen met je kind een boek uit, lees voor en bovenal: praat erover.’
‘Het volstaat niet om je kind een mooi boek cadeau te doen’, zegt Jesse Van de Kerckhove, een van de leden van de Leraarskamer van Vlaams-Brabant en Brussel. ‘Als je wilt dat het zin krijgt om te lezen, moet je er sámen induiken.’
Als boekenjuf doet ze er in Vrije Basisschool De Plein in Holsbeek alles aan om de leerlingen boekenliefde bij te brengen. ‘Ik zie mezelf als de lijm in het leesbeleid van onze school, maar het zijn mijn collega’s die het in de klas moeten waarmaken’, zegt ze.
‘Het advies dat ik hun geef, geldt ook voor ouders: lees veel voor, ga samen naar de bibliotheek en vooral: práát met je kinderen over de boeken die ze lezen.’
Waarom is dat voorlezen zo belangrijk?
Jesse Van de Kerckhove: Omdat je dan samen op weg gaat. Daarom mag je er ook niet mee stoppen zodra je kind zelf kan lezen. Sommige kinderen zetten automatisch de stap van technisch lezen naar het lezen van fictieboeken, maar anderen hebben een paar tussenstappen nodig.
Lezen vraagt nu eenmaal veel van een mens. Je moet er tijd voor maken, op een rustige plaats gaan zitten en moeite doen. Door voor te lezen, maak je dat wat gemakkelijker. Zo help je een kind om het verhaal, de personages en de woordenschat te begrijpen. Het kan je onderbreken en vragen: ‘Maar mama, waarom doet hij dat nu? Dat begrijp ik niet.’
Gaandeweg leert het zo ook leesstrategieën aan. Wat doe je bijvoorbeeld als je een woord niet begrijpt? Zoek je het op, ga je even terug in de tekst of lees je voort? Door samen te lezen, leert je kind ook verbanden leggen in een verhaal: ‘Wacht eens even: een paar bladzijden geleden was die hond er toch ook? Zou die iets met de gebeurtenissen te maken hebben?’
Dat lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het voor veel kinderen niet. Vorig jaar nog bleek uit het internationale PIRLS-onderzoek dat veel Vlaamse leerlingen niet over de nodige leesstrategieën beschikken.
‘Lezen vraagt nu eenmaal veel van een mens.’
Hoe kies je een boek dat je zoon of dochter met plezier zal lezen?
Van de Kerckhove: Om te beginnen moet je dat – alweer – samen met je kind doen. Zo ontdekken jullie gaandeweg wat het fijn vindt.
Een goed hulpmiddel is Boekenzoeker.be. Daar kun je samen met je kind heel gericht boeken zoeken die bij zijn leeftijd en interesses passen. Willen jullie een prentenboek, een stripverhaal, een fictieboek of een informatief boek? En moet dat dik of dun zijn? Je kunt ook meteen nagaan of het te vinden is in een bibliotheek in de buurt.
Cruciaal is wel dat je een boek kiest dat op helemaal op maat van je kind is. Een leerling met een leesprobleem krijgt bijvoorbeeld vaak boeken aangeboden die voor jongere kinderen bedoeld zijn. Die sluiten dan wel bij zijn leesniveau aan, maar de kans is groot dat het verhaal hem niet zal boeien.
Leerlingen van het zesde leerjaar lezen het liefst miserieboeken, zoals ik die noem: verhalen over andere pubers in wie ze zich herkennen. Als je ze boeken geeft voor kinderen van het derde leerjaar – omdat die met hun leesniveau overeenkomen – zijn dat meestal fantasyverhalen of boeken met dierenpersonages. Die spreken hen totaal niet aan.
Wat doen jullie op school concreet om leerlingen aan het lezen te krijgen?
Van de Kerckhove: Wij doen onder meer aan kwartierlezen. Dat wil zeggen dat onze leerlingen én hun leerkrachten haast elke dag vijftien minuten lezen. Daarna gaan we met hen in gesprek over dat boek.
Een pedagogisch begeleider vergeleek het met een tekst die je op de vooravond van een studiedag doorgestuurd krijgt, en die je tegen de volgende dag moet lezen. Stel je voor dat daar tijdens die studiedag met geen woord over gerept zou worden. Dan vraag je je toch af waarom je die tekst moest lezen? Bij kinderen is dat niet anders.
‘Een kind moet voelen dat het door te lezen met anderen in verbinding kan komen.’
En dus werken wij altijd met een leesvraag. Stel dat de leerkracht een fragment voorleest uit een boek waar muziek in voorkomt. Dan vraagt die aan de leerlingen: ‘Zit er in het boek dat jullie aan het lezen zijn ook muziek?’
Op die manier kom je vaak tot literaire gesprekken met die kinderen én begrijpen ze ook beter waarom ze een boek moeten lezen.
Is dat ook een goed idee voor ouders?
Van de Kerckhove: Natuurlijk! Een kind moet voelen dat het door te lezen met anderen in verbinding kan komen. Als je allebei hetzelfde boek leest, kun je daar samen over praten. Hoe voelde je je erbij? Hoe denk je over wat dat ene personage heeft gedaan? Zo reik je hun de hand om samen op pad te gaan en onderweg leren ze de leesstrategieën die ze nodig hebben om zelf een boek te lezen. Dat is eigenlijk een cadeau voor het leven.
Leesbevordering
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier