Martha Balthazar
‘De “studentenintifada” toont wat de onderbuik en het potentieel van een universiteit is’
Deze tekst werd geschreven in gesprek met enkele studenten die strijd voeren vanuit de bezettingen in de KU Leuven, VUB en UGent.
Op het embleem van de VUB prijkt de leus: ‘door wetenschap duisternis overwinnen’, op die van de KU Leuven: ‘zetel der wijsheid’, UGent heeft ‘Durf denken’ als motto en Universiteit Antwerpen: ‘Bepaal mee de toekomst’.
Een gebrek aan moed in denken, ethiek en handelen is des te pijnlijker als het precies die eigenschappen zijn waarvan je pretendeert dat ze je kenmerken. In het afblokken van transparantie, dialoog en kritisch denken over de genocide in Gaza en in het weigeren van een academische boycot (nochtans een geijkt instrument van politieke druk) heeft de universiteit zijn eigen functie onderuitgehaald. Het instituut heeft zichzelf failliet verklaard, maar in de schil ervan groeit iets nieuws: een centrum van kennis en verzet in de vorm van bezettingen.
De studentenintifada toont wat de onderbuik en het potentieel van een universiteit is.
Voor mij is dit instituut en mijn droom ervan ontmaskerd. Het blijkt geen plek van kennisvorming waar waarheid en rechtvaardigheid centraal staan, maar een die zich vereenzelvigt met de machtsstructuren die erboven zweven. Het werkt als een bedrijf en wij waren er, tot gisteren, slechts cijfertjes. De hal waar we nu staan, heb ik altijd leeg gekend, of ze werd verhuurd voor recepties. De architect heeft dit duidelijk als ontmoetingsruimte ontworpen, maar ik had hier nooit eerder iemand ontmoet.
De laatste drie weken heb ik in deze hal meer geleerd dan in eender welke les of groepswerk: over echt moeten samenwerken, over moe zijn en elkaars werk verduurzamen, over kennis gebruiken in de praktijk. Over leren leven en samenleven naar onze principes en overtuigingen en over wie en wat ons daar allemaal in tegenwerkt. Over mijn eigen positie in de samenleving en wat die impliceert, over de systemen van onderdrukking die ik zelf reproduceer en waar ik nooit eerder op werd aangesproken.
Pas hier heb ik begrepen deel te zijn van een gemeenschap. Een netwerk dat solidair kan zijn, zorgzaam en rebels. Wij functioneren al weken via directe democratie en non-hiërarchische beslissingsvormen. Wij hebben ons, in het kader van de strijd, kunnen bevrijden uit de systemen die ons opdelen en isoleren. Wij hebben onze kennis voor het eerst collectief kunnen ervaren en ze elke dag moeten omzetten in actie. De plek die wij hebben gebouwd is allesbehalve perfect, maar ze staat zozeer in schril contrast met de hiërarchie en passiviteit van dit instituut dat we er toch al trots op mogen zijn.
Hier heb ik begrepen dat we niet enkel elk apart hoeven te leren over de wereld maar dat we, als we ons verbinden, ook een wereld kunnen zijn. Een wereld waarin we niet wegkijken van genocides.